Toelichting bij COM(2025)137 - Wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2021/2115 en (EU) nr. 251/2014 wat betreft bepaalde marktvoorschriften en sectorale steunmaatregelen in de wijnsector en voor gearomatiseerde wijnproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Terwijl de Unie wereldleider blijft als het gaat om de productie, consumptie en uitgevoerde waarde van wijn, hebben maatschappelijke en demografische veranderingen gevolgen voor de hoeveelheid, de kwaliteit en de soorten wijn die worden geconsumeerd. De wijnconsumptie in de Unie daalt gestaag en bevindt zich op het laagste peil van de afgelopen drie decennia, terwijl de traditionele uitvoermarkten voor wijnen uit de Unie het effect ondervinden van een combinatie van deconsumptie en geopolitieke factoren, wat tot onzekerder uitvoerpatronen leidt.

Daarnaast is de productie onvoorspelbaar aan het worden, door de kwetsbaarheid van de wijnsector voor klimaatverandering. Het daaruit voortvloeiende overaanbod leidt tot prijsdruk, waardoor wijnbouwers minder inkomsten hebben om in hun bedrijf te investeren, en over kleinere financiële reserves beschikken om op terug te vallen als hun regio wordt getroffen door een van de frequenter en vaak plaatselijk voorkomende extreme weersgebeurtenissen.

De Groep op hoog niveau inzake wijnbeleid (GHN) is opgericht om deze uitdagingen te bespreken en mogelijke kansen voor de wijnsector van de Unie in kaart te brengen. De GHN bestond uit de directeuren-generaal van de ministeries van Landbouw van de lidstaten van de Unie en tijdens de eerste vergadering werden ook vertegenwoordigers van de belangrijkste organisaties van belanghebbenden uitgenodigd om hun analyse van de situatie te presenteren. De besprekingen draaiden rond de vraag hoe de sector beter kan worden ondersteund in het licht van de huidige structurele uitdagingen, door het productiepotentieel te beheren, het concurrentievermogen te verbeteren en nieuwe marktkansen te verkennen. Na vier vergaderingen keurde de groep in december 2024 een document met beleidsaanbevelingen1 goed. De aanbevelingen werden over het algemeen verwelkomd door belanghebbenden en leden van het Europees Parlement in de vergadering van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (Comagri) van 13 januari 2025.

Gezien de positieve reactie op de aanbevelingen van de GHN wordt nu verwacht dat de meest urgente en sectorspecifieke aanbevelingen zo spoedig mogelijk in wetgevingsvoorstellen worden omgezet om de wijnsector te helpen de ernstige uitdagingen het hoofd te bieden en concurrerender te worden. Als de Commissie niet snel optreedt, zal de toestand verder verslechteren, met onomkeerbare gevolgen voor veel plattelandsgebieden wat betreft uit productie genomen wijngaarden en verlies van groei- en werkgelegenheidskansen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten bevat bepalingen voor het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, dat door dit voorstel wordt gewijzigd in lijn met de aanbevelingen van de GHN over het beheer van het productiepotentieel, waardoor het voor de lidstaten gemakkelijker wordt om het risico van overtollige productiecapaciteit in bepaalde gebieden en marktsegmenten aan te pakken of te voorkomen. Dit voorstel voor een verordening wijzigt ook de huidige etiketteringsvoorschriften om de productie van wijnproducten met een lager alcoholgehalte te vergemakkelijken en rekening te houden met nieuwe manieren om consumenten te informeren over de kenmerken van de wijn die ze kopen.

Verordening (EU) nr. 251/2014 inzake de definitie, de aanduiding, de aanbiedingsvorm, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gearomatiseerde wijnbouwproducten wordt ook gewijzigd om rekening te houden met de wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 betreffende wijnen met een lager alcoholgehalte, teneinde de productie van gearomatiseerde wijnproducten op basis van dergelijke wijnen met een lager alcoholgehalte mogelijk te maken. Om ervoor te zorgen dat de consument correct wordt geïnformeerd over de aard van gearomatiseerde wijnproducten met een lager alcoholgehalte, worden de etiketteringsvoorschriften ook aangepast in lijn met die voor wijnbouwproducten.

Verordening (EU) 2021/2115 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor strategische plannen wordt met dit voorstel gewijzigd om de lidstaten de mogelijkheid te bieden de efficiënte herstructurering van wijngaarden te verenigen met de noodzaak om een toename van de productie te voorkomen, zoals aanbevolen door de GHN. Voorts zullen producentengroeperingen die beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen beheren, steun kunnen krijgen voor de ontwikkeling van het wijntoerisme in hun regio en zal de maximale duur van de steun voor activiteiten op het gebied van afzetbevordering en communicatie in derde landen worden verlengd. Om de samenwerking in de wijnsector te versterken, zullen bepaalde investeringen van producentenorganisaties in aanmerking komen voor het maximumpercentage aan financiële steun van de Unie. Om producenten te ondersteunen bij de matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, zal de lidstaten de mogelijkheid worden geboden tot het verhogen van de maximale financiële steun van de Unie die voor investeringen ter verwezenlijking van een dergelijke doelstelling kan worden verleend.

De voorgestelde beleidsmaatregelen moeten worden uitgevoerd binnen een samenhangend nationaal strategisch kader om de doeltreffendheid ervan te maximaliseren. De lidstaten moeten het effect ervan evalueren om efficiëntie, kosteneffectiviteit en langetermijnvoordelen te waarborgen. De belangrijkste prioriteiten zijn het vermijden van marktonevenwichtigheden, het behoud van landschappen, het in stand houden van de werkgelegenheid op het platteland en het verbeteren van het concurrentievermogen van wijnbouwers en wijnproducenten.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Door de productie van wijnproducten en gearomatiseerde wijnproducten met een lager alcoholgehalte te vergemakkelijken, biedt dit voorstel consumenten de mogelijkheid hun alcoholinname te verminderen en tegelijk van wijn te blijven genieten. Producentengroeperingen die beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen beheren toegang verlenen tot steun voor de ontwikkeling van het wijntoerisme in hun regio is in lijn met de doelstelling om mogelijkheden voor werkgelegenheid en groei in plattelandsgebieden te scheppen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 42 en artikel 43, lid 2.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De bepalingen die moeten worden gewijzigd om de aanbevelingen van de GHN uit te voeren, zijn vastgelegd in verordeningen van het Europees Parlement en de Raad en derhalve kunnen de lidstaten die aanbevelingen niet uitvoeren indien de wetgeving van de Unie niet dienovereenkomstig wordt gewijzigd. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel bieden verscheidene bepalingen van dit voorstel de nationale autoriteiten meer speelruimte om het productiepotentieel beter op de specifieke situatie van de wijnproducerende regio’s af te stemmen.

Evenredigheid

De beleidskeuzen van het voorstel zijn gebaseerd op de aanbevelingen van de GHN, die een unaniem onderschreven compromis vertegenwoordigen dat na vier discussieronden over verschillende beleidsopties is bereikt, en die door alle lidstaten worden ondersteund. De GHN voerde haar besprekingen mede op basis van een grondige analyse door deskundigen van de waarnemingspost voor de wijnmarkt2. Deze deskundigen hielden van december 2023 tot het tweede kwartaal van 2024 drie speciale sessies om de toestand van de wijnmarkt te beoordelen, verschillende beleidsopties voor het aanpakken van huidige uitdagingen te verkennen en de sector te helpen potentiële toekomstige kansen te benutten. Dit voorstel blijft binnen de grenzen van wat nodig is om de doelstellingen te verwezenlijken die reeds met de gewijzigde bestaande voorschriften worden nagestreefd.

Keuze van het instrument

De voorschriften die moeten worden gewijzigd om de aanbevelingen van de GHN uit te voeren, zijn vastgelegd in drie verordeningen van het Europees Parlement en de Raad. Het gekozen instrument moet derhalve ook een verordening van het Europees Parlement en de Raad zijn.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

1.

Niet van toepassing


Raadpleging van belanghebbenden

Gezien de urgentie om het initiatief goed te keuren, is er geen verzoek om input of openbare raadpleging gepland.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De aanbevelingen van de GHN waren het resultaat van een brede en diepgaande discussie en analyse die al vóór de oprichting van de GHN van start waren gegaan, eerst met de wijndeskundigen van de waarnemingspost voor de markt en belanghebbenden, en vervolgens in het kader van de GHN met de directeuren-generaal van de ministeries van Landbouw van alle lidstaten. Ook werden de voornaamste belanghebbenden voor een van de vergaderingen van de GHN uitgenodigd om hun standpunten uiteen te zetten. Het wetgevingsvoorstel is gebaseerd op de aanbevelingen van de GHN, die unaniem door de lidstaten zijn onderschreven, door belanghebbenden worden gesteund en door Comagri zijn verwelkomd.

Effectbeoordeling

Gezien de urgentie van de goedkeuring van het initiatief zal geen effectbeoordeling worden uitgevoerd. De kosten en baten van het initiatief zullen worden beoordeeld in een werkdocument van de diensten van de Commissie dat binnen drie maanden na de goedkeuring ervan zal worden bekendgemaakt.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit voorstel heeft tot doel de nalevingskosten voor kmo’s tot een minimum te beperken, boven op de reeds bestaande mogelijkheid om de lijst van ingrediënten en de voedingswaardevermelding langs elektronische weg te verstrekken, waardoor de handel tussen de lidstaten van de Unie wordt vereenvoudigd. Momenteel is de identificatie op de verpakking of op een daaraan bevestigd etiket van de link (bv. een QR-code) naar de elektronische middelen met de lijst van ingrediënten en de voedingswaardevermelding door middel van woorden (bv. “ingrediënten” en/of “voedingswaardevermelding”) omslachtig voor wijnproducenten, en verschillen de voorschriften voor de identificatie van lidstaat tot lidstaat. Met de voorgestelde verordening zal de Commissie de bevoegdheid krijgen om, in samenwerking met de lidstaten, voorschriften te ontwikkelen voor een gemeenschappelijke aanpak van deze identificatie, die de kosten en administratieve lasten zal verminderen, met name voor kleine producenten, die hun wijnen in verschillende landen met hetzelfde etiket zullen kunnen verkopen. Ook zullen de verkoopbenamingen van wijnen met een verlaagd alcoholgehalte in de hele Unie worden geharmoniseerd en duidelijker worden gemaakt door aanduidingen te gebruiken waarmee de consument meer vertrouwd is.

Grondrechten

Het voorstel eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting. Wijzigingen in de financiële steun van de Unie voor de interventies in het kader van het strategisch plan vinden plaats binnen de nationale financiële budgetten.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

In het licht van de crisis waarmee de wijnsector van de Unie momenteel wordt geconfronteerd, moet de maatregel zo spoedig mogelijk in werking treden, met uitzondering van de nieuwe etiketteringsvoorschriften, die later van toepassing moeten worden om producenten de tijd te geven zich aan te passen en de verkoop mogelijk te maken van producten die overeenkomstig de voorheen geldende voorschriften zijn geëtiketteerd totdat de voorraad is uitgeput.

De waarnemingspost voor de wijnmarkt monitort voortdurend het aanbod van en de vraag naar verschillende soorten wijn op de markt van de Unie en zal inzicht verschaffen in de ontwikkelingen in het marktsegment van wijnen met een laag alcoholgehalte, waarvan dit voorstel voor een verordening de ontwikkeling beoogt te ondersteunen. De gevolgen van de wijzigingen in het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken zullen worden gemonitord in het kader van de verplichte jaarlijkse mededelingen van de lidstaten over de uitvoering van de regeling.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

2.

Niet van toepassing


Artikelsgewijze toelichting

Als een wijngaard wordt gerooid, kan de wijnbouwer een herbeplantingsvergunning aanvragen die drie jaar geldig is (zes jaar als de herbeplanting op hetzelfde perceel plaatsvindt). De GHN heeft een langere geldigheidsduur van acht jaar aanbevolen voor alle herbeplantingsvergunningen om wijnbouwers in deze onzekere situatie meer tijd te geven voor het verkennen van de mogelijkheid om rassen aan te planten die beter aansluiten bij de marktvraag of de veranderende klimatologische omstandigheden, of om nieuwe wijngaardbeheertechnieken te gebruiken.

Om de druk op wijnbouwers te verlichten, moeten de administratieve sancties worden afgeschaft die worden toegepast wanneer een herbeplantingsvergunning tijdens de geldigheidsduur ervan niet is gebruikt. De GHN kwam daarentegen overeen de administratieve sanctie te behouden die wordt toegepast indien vergunningen voor nieuwe aanplant niet worden gebruikt, teneinde speculatieve aanvragen te ontmoedigen van telers die niet de intentie hebben een wijngaard aan te planten. In het licht van de huidige daling van de wijnvraag moet het wijnbouwers die over nog geldige, ongebruikte vergunningen voor nieuwe aanplant beschikken die hun vóór 1 januari 2025 zijn verleend, echter worden toegestaan om, uiterlijk op een bepaalde datum, van deze vergunningen af te zien zonder dat dit een administratieve sanctie tot gevolg heeft, teneinde de prikkel voor het aanplanten van wijngaarden weg te nemen wanneer er mogelijk geen vraag is naar de wijn die ze zullen produceren.

De lidstaten hebben al de mogelijkheid om regionale beperkingen vast te stellen voor vergunningen voor nieuwe aanplant, voor specifieke oppervlakten die in aanmerking komen voor de productie van wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming, voor oppervlakten die in aanmerking komen voor de productie van wijnen met een beschermde geografische aanduiding, of voor oppervlakten zonder geografische aanduiding. Ze moeten ook de mogelijkheid krijgen om de afgifte van vergunningen voor nieuwe aanplant op regionaal niveau te beperken voor specifieke oppervlakten met een overaanbod waar nationale of Uniemaatregelen ter vermindering van het aanbod, zoals distillatie, groen oogsten of rooiing van wijngaarden, worden of zijn uitgevoerd, om te voorkomen dat het productiepotentieel verder toeneemt van regio’s waar het aanbod de vraag al overtreft.

Wanneer een lidstaat echter besluit regionale beperkingen voor bepaalde oppervlakten vast te stellen om een buitensporige toename van het productiepotentieel te voorkomen, moet de lidstaat ook worden gemachtigd om te verzoeken dat de vergunningen die worden verleend voor de onder de beperking vallende oppervlakte, voor die oppervlakte worden gebruikt, omdat anders het risico bestaat dat nieuwkomers volledig worden uitgesloten, hetgeen nieuwe toetreders en jonge landbouwers zou ontmoedigen.

Hoewel de herbeplanting van een gerooide wijngaard de wijngaardoppervlakte als geheel niet doet toenemen, moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen om voorschriften voor herbeplanting vast te stellen om de territoriale spreiding van de wijngaarden beter te beheren. Herbeplantingsvergunningen mogen worden gebruikt op hetzelfde bedrijf als dat waar de rooiing heeft plaatsgevonden. Aangezien bedrijven wijngaarden in verschillende regio’s kunnen hebben, moeten de lidstaten de verplaatsing van wijngaarden tussen regio’s kunnen voorkomen wanneer het handhaven van wijnbouw in de oorspronkelijke geografische regio om sociaal-economische of milieuredenen belangrijk is, bijvoorbeeld voor de instandhouding van wijngaarden op hellingen en terrassen of voor het behoud van het landschap en het voorkomen van bodemerosie. De lidstaten moeten ook de mogelijkheid krijgen om bijzondere voorwaarden voor herbeplantingsvergunningen vast te stellen ter aanmoediging van het gebruik van rassen en productiemethoden die de gemiddelde opbrengst niet doen toenemen.

In een context van afnemende consumptie is het monitoren van het algehele productiepotentieel van groot belang voor het toekomstige marktevenwicht. De toepassing van het vergunningenstelsel voor aanplant dient deze doelstelling en moet in alle wijnproducerende lidstaten van toepassing zijn wanneer een bepaalde wijngaardoppervlakte wordt bereikt.

De afgelopen jaren heeft de vraag van de consument naar wijnbouwproducten met een verlaagd alcoholgehalte zich gestaag ontwikkeld. Bij dergelijke producten zijn consumenten vertrouwd met aanduidingen als “zero-alcohol”, “alcoholvrij” en “laagalcoholisch”, die echter in verschillende lidstaten op uiteenlopende wijze zijn gereguleerd. Bij het ontbreken van specifieke Unievoorschriften voor voedingsclaims met betrekking tot een laag alcoholgehalte dan wel de verlaging of afwezigheid van alcohol of energetische waarde in dranken die normaal alcohol bevatten, kunnen overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (claimsverordening) de desbetreffende nationale voorschriften worden toegepast. Daarom moet het gebruik van deze aanduidingen worden geharmoniseerd en moet het met elk ervan samenhangende alcoholgehalte voor de hele EU worden vastgesteld. Dit moet ook worden weerspiegeld in de voorschriften voor de etikettering van wijnproducten om de consument beter over de kenmerken en productiemethoden van wijnbouwproducten met een verlaagd alcoholgehalte te informeren, zodat de wijnsector van de Unie voordeel kan trekken van deze ontwikkeling in de consumentenvraag terwijl hoge kwaliteitsnormen voor de productie worden gehandhaafd.

De grote vraag van de consument naar mousserende wijnproducten met een lager alcoholgehalte of zonder alcohol biedt een kans voor de sector, maar de huidige productievoorschriften inzake dealcoholisatie houden technologische beperkingen in voor de productie ervan. Volgens de thans van kracht zijnde voorschriften moeten wijnproducten de kenmerken en het minimale effectieve alcoholgehalte van de categorie hebben bereikt voordat ze het dealcoholisatieproces ondergaan. Het dealcoholisatieproces verwijdert de CO2 uit mousserende wijnen. Daarom moet het worden toegestaan mousserende wijnen en wijnen waaraan koolzuurgas is toegevoegd te produceren uit gedealcoholiseerde of gedeeltelijk gedealcoholiseerde niet-mousserende wijnen via tweede gisting of de toevoeging van CO2, op voorwaarde dat ze zodanig worden geëtiketteerd dat de consument niet wordt misleid.

De mogelijkheid om de lijst van ingrediënten en de voedingswaardevermelding langs elektronische weg te verstrekken, is voor marktdeelnemers een doeltreffende manier gebleken om informatie aan consumenten te verstrekken en tegelijk de werking van de interne markt en de uitvoer van wijn te vergemakkelijken, met name voor kleine producenten. Het ontbreken van geharmoniseerde voorschriften voor de identificatie van de elektronische middelen op het fysieke etiket en de uiteenlopende oplossingen die als gevolg daarvan door de lidstaten worden toegepast, hebben echter fragmentatie van de eengemaakte markt veroorzaakt, wat gevolgen heeft voor de passende afzet van wijnen in de Unie. De Commissie moet derhalve worden gemachtigd om, in samenwerking met de lidstaten, voorschriften te ontwikkelen voor de identificatie van de elektronische middelen waarmee informatie aan de consument wordt verstrekt, met name via een taalvrij systeem, teneinde de kosten en administratieve lasten voor marktdeelnemers tot een minimum te beperken en een gemeenschappelijke aanpak op de gehele markt van de Unie te waarborgen, daarbij rekening houdend met de noodzaak om informatie toegankelijk te maken voor consumenten. Deze ontwerpverordening machtigt de Commissie ook om de voorschriften voor elektronische etikettering af te stemmen op nieuwe behoeften die voortvloeien uit de snelle en voortdurende vooruitgang op het gebied van digitalisering, en de toenemende hoeveelheid informatie die voor consumenten toegankelijk moet worden gemaakt.

De lidstaten hebben de mogelijkheid om afzetvoorschriften vast te stellen om het aanbod in de wijnsector te reguleren teneinde de werking van de gemeenschappelijke wijnmarkt te verbeteren en te stabiliseren. In de huidige context van een structurele consumptiedaling en terugkerende situaties van overaanbod in bepaalde regio’s en marktsegmenten, is het passend te verduidelijken dat dergelijke voorschriften de vaststelling van maximale druivenopbrengsten en het beheer van wijnvoorraden kunnen omvatten. Voorts kunnen producentenorganisaties een belangrijke rol spelen bij het versterken van de positie van de wijnbouwers in de levensmiddelenketen en bij het afstemmen van het aanbod op markttrends. Daarom moeten de lidstaten ook de mogelijkheid hebben om afzetvoorschriften voor de wijnsector vast te stellen, rekening houdend met voorstellen van erkende producentenorganisaties of erkende brancheorganisaties, wanneer ze representatief zijn in de betrokken economische regio.

In geval van marktonevenwichtigheden zijn de lidstaten momenteel gemachtigd om nationale betalingen aan wijnproducenten te doen voor de vrijwillige of verplichte distillatie van wijn. Dit voorstel beoogt nationale betalingen toe te staan voor vrijwillig groen oogsten en vrijwillige rooiing van productieve wijngaarden als aanvullende instrumenten voor aanbodbeheer, gezien de kosteneffectiviteit van het uit de markt nemen van overtollige wijn voordat hij is geproduceerd. Om concurrentieverstoring te voorkomen, worden limieten vastgesteld voor het totaalbedrag van de nationale betalingen die in een lidstaat in een bepaald jaar voor distillatie en groen oogsten worden toegestaan. Voor rooiing zal, gezien het structurele karakter van de maatregel en de hogere kosten ervan, de limiet voor nationale betalingen van geval tot geval worden vastgesteld op basis van de specifieke marktomstandigheden van de lidstaat en de wijnregio’s waarvoor de maatregel bedoeld is.

Gearomatiseerde wijnproducten vormen een andere belangrijke afzetmogelijkheid voor wijnbouwproducten. De huidige wetgeving staat echter niet toe dat de voor gearomatiseerde wijnproducten gereserveerde verkoopbenamingen worden gebruikt voor dranken die het minimale alcoholgehalte in de desbetreffende productcategorie niet halen. Gezien de toenemende vraag van de consument naar innovatieve alcoholhoudende dranken met een lager effectief alcoholvolumegehalte, moet het worden toegestaan gearomatiseerde wijnproducten te verkrijgen uit gedealcoholiseerde of gedeeltelijk gedealcoholiseerde wijnen. Om ervoor te zorgen dat de consument correct wordt geïnformeerd over de aard van gearomatiseerde wijnproducten met een lager alcoholgehalte, moeten voorschriften worden vastgesteld voor de etikettering van gedealcoholiseerde of gedeeltelijk gedealcoholiseerde wijnen, zodat in de presentatie en etikettering van die gearomatiseerde wijnproducten dezelfde beschrijvende aanduidingen mogen worden gebruikt als in die van de wijnbouwproducten met het corresponderende alcoholgehalte. Ter verbetering van de duidelijkheid van de informatie voor de consument moeten de bepalingen betreffende de etikettering van de voedingswaardevermelding en de lijst van ingrediënten van gearomatiseerde wijnproducten langs elektronische weg, worden afgestemd op die welke voor wijnbouwproducten gelden.

Om tegemoet te komen aan de nieuwe consumentenvraag en de behoefte aan productinnovatie, worden de eisen voor de categorie gearomatiseerd wijnproduct “Glühwein” gewijzigd om het gebruik van roséwijn toe te staan. Tegelijk wordt voorzien in een verbod op het gebruik van de vermelding “rosé” in de etikettering van een “Glühwein” die wordt geproduceerd door rode en witte wijn of een van die wijnen met roséwijn te combineren. Er wordt een afwijking van de etiketteringsvoorschriften geïntroduceerd om toe te staan dat alcoholhoudende dranken die zijn geproduceerd volgens dezelfde eisen als die welke voor “Glühwein” zijn vastgesteld, maar met vruchtenwijn in plaats van wijnbouwproducten als hoofdingrediënt, de verkoopbenaming “Glühwein” mogen dragen in hun presentatie en etikettering om aan de vraag van de consument naar dergelijke producten te voldoen.

In het kader van de strategische GLB-plannen kan de herstructurering en omschakeling van wijngaarden worden ondersteund. Om een evenwicht te vinden tussen de noodzaak voor de lidstaten om een efficiënte herstructurering van wijngaarden te waarborgen en de noodzaak om een productiestijging die tot overaanbod kan leiden, te voorkomen, zal het de lidstaten worden toegestaan voorwaarden aan de uitvoering van het interventietype herstructurering en omschakeling te verbinden die een verhoging van de opbrengst en dus van de productie van de onder dit interventietype vallende wijngaard voorkomen.

Met het oog op de ontwikkeling van het wijntoerisme in wijnregio’s met beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen kunnen producentengroeperingen die beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen beheren, voortaan begunstigden zijn van het interventietype ter bevordering van het wijntoerisme in productiegebieden.

Belanghebbenden en lidstaten hebben herhaaldelijk aangegeven dat de huidige maximumduur van drie jaar voor de steun die wordt verleend voor activiteiten op het gebied van afzetbevordering en communicatie die in derde landen plaatsvinden in het kader van de consolidering van afzetmarkten, te kort is om dit doel te bereiken. De maximumduur wordt daarom van drie naar vijf jaar verlengd.

Om een aanvullende stimulans voor samenwerking in de wijnsector te bieden, zal voor bepaalde investeringen van erkende producentenorganisaties hetzelfde maximumpercentage aan financiële steun van de Unie gelden als momenteel reeds het geval is voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen.

Om producenten verder te ondersteunen bij de matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, krijgen de lidstaten de keuze om voor investeringen ter verwezenlijking van een dergelijke doelstelling, de maximale financiële steun van de Unie te verhogen tot maximaal 80 % van de subsidiabele investeringskosten.

Ter verduidelijking van de voorwaarden die gelden voor financiële steun van de Unie voor investeringen in innovatie wordt uitdrukkelijk aangegeven dat dergelijke financiële steun van de Unie niet mag worden verleend aan ondernemingen in moeilijkheden in de zin van de mededeling van de Commissie getiteld “Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden”.