Toelichting bij COM(2025)159 - Goedkeuring van de sluiting van de Overeenkomst met Zwitserland over de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)159 - Goedkeuring van de sluiting van de Overeenkomst met Zwitserland over de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie. |
---|---|
bron | COM(2025)159 ![]() ![]() |
datum | 09-04-2025 |
• Motivering en doel van het voorstel
De EU en Zwitserland zijn nauw met elkaar verbonden vanuit economisch, historisch, cultureel, sociaal en politiek oogpunt. De EU is de grootste handelspartner van Zwitserland, terwijl Zwitserland de op drie na grootste handelspartner van de EU is. In Zwitserland wonen meer dan 1,5 miljoen EU-burgers en iets minder dan 450 000 Zwitserse staatsburgers wonen in de EU. Elke dag steken een paar honderdduizend grenswerkers de grens tussen de EU en Zwitserland over in beide richtingen.
De EU en Zwitserland zijn door ettelijke bilaterale overeenkomsten met elkaar verbonden. Door overeenkomsten op het gebied van het vrije verkeer van personen, vervoer over land, luchtvervoer, handel in landbouwproducten en de wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling neemt Zwitserland deel aan de interne markt van de EU 1 . Via de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, is Zwitserland ook een met de Schengenruimte geassocieerd land. Tijdens de COVID-19-pandemie is de samenwerking tussen de EU en Zwitserland op het gebied van grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid geïntensiveerd.
Zwitserland is vanouds een sterke partner op het gebied van onderzoek en innovatie. Het land heeft met de Europese Unie meegewerkt aan tal van financieringsprogramma’s van de Unie die met name gericht waren op onderzoek, innovatie en onderwijs. Sinds 1987 nemen Zwitserse universiteiten en de particuliere sector actief deel aan de kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie van de EU. In datzelfde jaar is de eerste bilaterale overeenkomst betreffende wetenschappelijke en technologische samenwerking in werking getreden. Zwitserland blijft nauw betrokken bij verschillende Europese initiatieven, waaronder de Europese Organisatie voor Kernfysisch Onderzoek (CERN), het Europees Ruimteagentschap, de Europese samenwerking inzake wetenschap en technologie (COST) en Eureka. Zwitserland was ook betrokken bij het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding in de periode 2014-2020 en nam deel aan activiteiten in verband met de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie tussen 2014 en 2020, op basis van de associatieovereenkomst inzake Horizon 2020 en Euratom 2 . Bovendien was Zwitserland vroeger lid van het Erasmus-programma van de EU 3 .
Hoewel de betrekkingen tussen de EU en Zwitserland hecht zijn, worden ze ook belemmerd door verschillende langdurige structurele problemen. Om deze problemen op te lossen, voerden de EU en Zwitserland tussen 2014 en 2021 onderhandelingen over een institutionele kaderovereenkomst. De institutionele kaderovereenkomst zou ook hebben gezorgd voor het bestuurskader voor aanvullende overeenkomsten op de gebieden van de interne markt waaraan Zwitserland deelneemt, waaronder overeenkomsten waarvoor de Raad onderhandelingen had toegestaan, met name over voedselveiligheid (2003 en 2008) en elektriciteit (2006). Bovendien zou de overeenkomst het bestuurskader vormen voor de overeenkomst inzake gezondheid, waarvoor de Raad in 2008 machtiging tot het voeren van onderhandelingen had verleend.
De onderhandelaars bereikten in november 2018 op technisch niveau overeenstemming over een ontwerp voor een institutionele kaderovereenkomst. Door de weigering van de Bondsraad om de ontwerptekst goed te keuren, kwamen de onderhandelingen over de andere overeenkomsten tot stilstand, aangezien zowel de Raad, in zijn conclusies van 19 februari 2019, als het Europees Parlement, in zijn aanbeveling van 26 maart 2019, de sluiting van nieuwe overeenkomsten inzake toegang tot de interne markt of verbeterde voorwaarden in het kader van bestaande overeenkomsten afhankelijk stelde van de sluiting van de institutionele kaderovereenkomst. Op 26 mei 2021 besloot de Zwitserse Bondsraad, ondanks verdere pogingen om tot een oplossing te komen, de onderhandelingen over de institutionele kaderovereenkomst eenzijdig te beëindigen. Door het eenzijdige besluit van Zwitserland werd de bilaterale samenwerking op het gebied van onderzoek, innovatie en onderwijs tijdelijk stopgezet.
Na het mislukken van de onderhandelingen over de institutionele kaderovereenkomst zijn de Europese Commissie en Zwitserland in maart 2022 verkennende gesprekken begonnen om de toekomst van hun betrekkingen te bespreken. Deze gesprekken hebben geleid tot een gezamenlijk akkoord waarin de politieke overeenstemming van beide partijen over de te volgen weg voor toekomstige onderhandelingen tot uitdrukking is gebracht en waarin de onderdelen en parameters van een breed onderhandelingspakket zijn vastgelegd, evenals aandachtspunten en oplossingen voor belangrijke institutionele en sectorale kwesties. Het verkennende proces bevestigde de sterke belangstelling van beide partijen om hun samenwerking op het gebied van onderzoek, innovatie en onderwijs nieuw leven in te blazen. In dit verband werd in het gezamenlijke akkoord het voornemen bevestigd om, als onderdeel van het bredere pakket, een rechtskader vast te stellen dat de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie binnen het huidige MFK 2021-2027 en toekomstige generaties programma’s van de Unie mogelijk maakt, met inbegrip van de kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie, Digitaal Europa en Erasmus+. Voorts werd in het gezamenlijke akkoord het voornemen van beide partijen bevestigd om opnieuw onderhandelingen te starten over de uitvoering van de bestaande GNSS-overeenkomst tussen de EU en Zwitserland (Galileo en Egnos) en besprekingen op gang te brengen over de deelname van Zwitserland aan de Copernicus-component van het EU-ruimtevaartprogramma.
In november 2023 werd het gezamenlijke akkoord bekrachtigd door de Zwitserse Bondsraad en de Europese Commissie. Beide partijen verbonden zich ertoe het gezamenlijke akkoord te gebruiken als basis voor hun onderhandelingsmandaten en bevestigden hun ambitie om de onderhandelingen in de loop van 2024 af te ronden.
Bijgevolg heeft de Commissie op 20 december 2023 een aanbeveling aangenomen voor een besluit van de Raad om machtiging te verlenen voor onderhandelingen over het brede pakket maatregelen dat tijdens de verkennende gesprekken is vastgesteld en gedefinieerd. De algemene doelstelling van deze onderhandelingen was de bilaterale betrekkingen tussen de EU en Zwitserland te moderniseren en te versterken, te zorgen voor eerlijke concurrentie tussen bedrijven uit de EU en Zwitserland die actief zijn op de interne markt, en de rechten van EU-burgers in Zwitserland te waarborgen, onder meer door discriminatie tussen burgers van verschillende lidstaten te voorkomen. Dit zou burgers, bedrijven en onderzoekers aan beide zijden in staat stellen ten volle te profiteren van de geografische nabijheid, gedeelde waarden en economische banden tussen de EU en Zwitserland. Tegelijkertijd verrichtte de Bondsraad de overeenkomstige voorbereidende werkzaamheden aan Zwitserse zijde. Na de voltooiing van de desbetreffende processen in Zwitserland heeft de Raad van de Europese Unie op 12 maart 2024 een besluit vastgesteld waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te starten over het brede pakket maatregelen, samen met gedetailleerde onderhandelingsrichtsnoeren.
In de onderhandelingsrichtsnoeren is bevestigd dat de Commissie, als onderdeel van het pakket, moet onderhandelen over een op zichzelf staande overeenkomst die moet voorzien in de algemene voorwaarden voor de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie. Deze overeenkomst moet zorgen voor een billijk evenwicht met betrekking tot de bijdragen van en de voordelen voor Zwitserland bij deelname aan deze programma’s, en de voorwaarden voor deelname vaststellen, met inbegrip van de berekening van de financiële bijdragen aan elk van die programma’s en de administratieve kosten ervan. In de protocollen inzake de associatie van Zwitserland met specifieke programma’s van de Unie moet voor elke generatie programma’s de lijst worden vastgesteld van programma’s waaraan Zwitserland deelneemt. Overeenkomstig de onderhandelingsrichtsnoeren moet de overeenkomst ook voorzien in de mogelijkheid van een toekomstige associatie van Zwitserland met andere programma’s van de Unie door middel van een of meer protocollen, die volgens een vereenvoudigde procedure worden aangenomen door een bij de overeenkomst ingesteld gezamenlijk comité.
De onderhandelingen over het brede pakket zijn op 18 maart 2024 opgestart door de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, en de toenmalige voorzitter van de Zwitserse Bondsstaat, Viola Amherd. De Commissie heeft de onderhandelingen gevoerd in overleg met de Raad, met inbegrip van de Raad Algemene Zaken, en de Groep EVA die door de Raad is aangewezen als speciaal comité voor de onderhandelingen met Zwitserland. Er is terdege rekening gehouden met de resolutie van het Europees Parlement van 4 oktober 2023 en de Commissie heeft het Europees Parlement overeenkomstig artikel 218, lid 10, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) naar behoren geïnformeerd over het onderhandelingsproces.
Na negen maanden van intensieve onderhandelingen kondigden de voorzitters von der Leyen en Amherd aan dat de besprekingen over alle elementen van het brede pakket op 20 december 2024 met succes waren afgerond. Het brede pakket omvat de actualisering van de vijf overeenkomsten die Zwitserland reeds toegang geven tot de interne markt van de EU 4 ; een nieuwe overeenkomst inzake voedselveiligheid die een gemeenschappelijke ruimte voor voedselveiligheid tot stand zal brengen waarin alle dimensies van de voedselketen aan bod komen; een nieuwe overeenkomst inzake gezondheid die Zwitserland in staat zal stellen deel te nemen aan EU-mechanismen en -organen voor de aanpak van ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid, met name het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding en het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen; een nieuwe overeenkomst inzake elektriciteit die de deelname van Zwitserland aan de interne elektriciteitsmarkt mogelijk maakt; een nieuwe overeenkomst inzake de permanente en billijke financiële bijdrage van Zwitserland aan de economische en sociale cohesie binnen de Unie, waarin het niveau van partnerschap en samenwerking tussen de partijen tot uiting komt; en een nieuwe overeenkomst die Zwitserland in staat stelt deel te nemen aan verschillende programma’s van de Unie, met name Horizon Europa, het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding, ITER/F4E (Fusion for Energy), Digitaal Europa, Erasmus+ en EU4Health, een programma dat tot doel heeft de samenwerking aan te vullen die is vastgelegd in de gezondheidsovereenkomst tussen de EU en Zwitserland waarover beide partners hebben onderhandeld als onderdeel van hetzelfde brede pakket. Naast de bovengenoemde elementen omvat het brede pakket ook een afzonderlijk protocol inzake parlementaire samenwerking.
Hoewel de overeenkomst over de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie (Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan programma’s van de Unie (“de overeenkomst”)) integrerend deel uitmaakt van het bredere pakket waarover beide partners in 2024 hebben onderhandeld, heeft de Commissie besloten de aanbeveling tot goedkeuring van de sluiting van de overeenkomst te bespoedigen met het oog op de voorlopige toepassing ervan met ingang van 1 januari 2025 (overeenkomstig artikel 18 indien ze vóór 15 november 2025 wordt ondertekend). Tegelijkertijd doen de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst, voorafgaand aan de sluiting ervan, geen afbreuk aan de brede pakketaanpak die in het gezamenlijke akkoord is vastgesteld en in de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad is bevestigd, aangezien de overeenkomst over de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie een horizonbepaling bevat, waarin is bepaald dat de voorlopige toepassing van de overeenkomst wordt beëindigd indien Zwitserland zijn procedures voor de inwerkingtreding van het pakket tegen het einde van 2028 nog niet heeft voltooid. Bovendien is de sluiting van de overeenkomst gepland als onderdeel van het bredere pakket, dat andere belangrijke overeenkomsten omvat waarover in 2024 werd onderhandeld.
Aangezien de overeenkomst betrekking heeft op de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie in het kader van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gaat deze aanbeveling vergezeld van een voorstel voor de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst met betrekking tot aangelegenheden die onder dat Verdrag vallen.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Inhoudelijk is de overeenkomst over de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie vergelijkbaar met andere overeenkomsten die de Europese Unie de afgelopen jaren heeft gesloten met partners zoals het Verenigd Koninkrijk, Nieuw-Zeeland en Canada, en is zij derhalve in overeenstemming met het beleid van de Unie op dit gebied.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De overeenkomst, die deel uitmaakt van een breed pakket overeenkomsten tussen de EU en Zwitserland, is volledig in overeenstemming met de Verdragen en beschermt de integriteit en de autonomie van de rechtsorde van de Unie. Zij bevordert de waarden, de doelstellingen en de belangen van de Unie, en zorgt voor de samenhang, de doeltreffendheid en de continuïteit van haar beleid en haar optreden.
Bij de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie zullen de basishandelingen tot vaststelling van de programma’s en de bestaande regelgeving van de Unie met betrekking tot financieel beheer, zoals het Financieel Reglement, volledig in acht worden genomen.
2. RECHTSGRONDSLAG
Artikel 101 van het Euratom-Verdrag biedt een specifieke rechtsgrondslag voor de onderhandelingen over en de sluiting van internationale overeenkomsten met derde landen die verplichtingen voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie met zich meebrengen. De specifieke rechtsgrondslag voor de sluiting van de overeenkomst voor aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vallen, is derhalve artikel 101, tweede alinea, van het Euratom-Verdrag.
3. EVALUATIE, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
N.v.t.
• Raadpleging van belanghebbenden
N.v.t.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
N.v.t.
• Effectbeoordeling
N.v.t.
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
N.v.t.
• Grondrechten
N.v.t.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
In het financieel memorandum bij deze aanbeveling zijn de indicatieve gevolgen voor de begroting vermeld.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
N.v.t.
• Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
N.v.t.
• Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel
De overeenkomst vormt het rechtskader voor de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie en zorgt voor een billijk evenwicht wat de bijdragen en voordelen betreft. Zij zorgt er ook voor dat Zwitserland geen beslissingsbevoegdheid krijgt met betrekking tot programma’s waaraan Zwitserland deelneemt.
De overeenkomst stelt de voorwaarden vast voor de berekening van de financiële bijdragen aan afzonderlijke programma’s en de administratieve kosten ervan, en waarborgt de rechten van de Unie om voor een goed financieel beheer te zorgen en de financiële belangen van de Unie te beschermen.
De overeenkomst bevat ook andere voorwaarden voor de deelname aan programma’s van de Unie, zoals bepalingen inzake de mobiliteit van personen die deelnemen aan de uitvoering van die programma’s van de Unie. De overeenkomst bevat de voorwaarden voor de opschorting van de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie en de opzegging van de overeenkomst. Ook bevat de overeenkomst bepalingen die ervoor zorgen dat dergelijke gevallen geen afbreuk doen aan de juridische verbintenissen die met Zwitserse entiteiten zijn aangegaan.
De overeenkomst voorziet in de voorlopige toepassing ervan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2025, indien ze wordt ondertekend vóór 15 november 2025, met als doel de samenwerking op de onder de overeenkomst vallende gebieden op te starten op de voor elk programma vastgestelde datum.
Protocol I heeft betrekking op de deelname van Zwitserland, vanaf 1 januari 2025, aan het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding, dat een aanvulling vormt op het programma Horizon Europa. Protocol I heeft ook betrekking op de deelname aan Horizon Europa, het programma Digitaal Europa en Erasmus+.
Het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2021-2025) 5 is een programma ter aanvulling van Horizon Europa en bestrijkt nucleair onderzoek en nucleaire innovatie. Het programma maakt gebruik van dezelfde instrumenten en regels voor deelname als het programma Horizon Europa. Het protocol voorziet ook in de uitbreiding van de toepassing ervan tot de opvolger van het Euratom-programma voor de periode 2026-2027, onder dezelfde voorwaarden.
Naast de specifieke voorwaarden voor deelname aan beide onderzoeksprogramma’s bevat het protocol bepalingen inzake wederkerigheid en open wetenschap. Voorts voorziet het in een aanpassingsmechanisme en een automatisch correctiemechanisme die moeten worden toegepast op Horizon Europa. Wat de deelname van Zwitserland aan het Euratom-programma betreft, wordt in het protocol bepaald dat het aanpassingsmechanisme en het automatisch correctiemechanisme niet van toepassing zijn, terwijl de verdeelsleutel die in 2025, 2026 en 2027 moet worden toegepast voor de berekening van de operationele bijdrage voor de deelname aan het Euratom-programma 95,4 % bedraagt van de in de overeenkomst vastgestelde verdeelsleutel.
Protocol II voorziet in de deelname van Zwitserland aan de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie. Zwitserland neemt als geassocieerd derde land deel aan het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding, als lid van F4E vanaf 1 januari 2026 tot het einde van de looptijd van F4E. Als gevolg van het Zwitserse lidmaatschap van F4E komen Zwitserse entiteiten in aanmerking voor openbare aanbestedingsprocedures in het kader van F4E en ITER en kan er worden deelgenomen aan het bestuur van F4E.
De tekst van de overeenkomst wordt samen met deze aanbeveling aan de Raad voorgelegd.
Inhoudsopgave
- Aanbeveling voor een
- Artikel 1
- Artikel 2
- Artikel 3
- Voor de Raad
- 1. BENAMING VAN HET VOORSTEL
- 2. BEGROTINGSONDERDELEN
- Geheel artikel 01 04 01
- Geheel artikel 01 01 02 (01 01 02 01, 01 01 02 02, 01 01 02 03, 01 01 02 11, 01 01 02 12, 01 01 02 13)
- namelijk:
- 4. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN
- 5. ANDERE OPMERKINGEN
BESLUIT VAN DE RAAD
houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan programma’s van de Unie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 101, tweede alinea,
Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Op 12 maart 2024 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de Zwitserse Bondsstaat over een breed pakket maatregelen in verband met de bilaterale betrekkingen met de Zwitserse Bondsstaat, bestaande uit institutionele bepalingen en bepalingen inzake staatssteun in en, waar nodig, specifieke aanpassingen van overeenkomsten tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat op gebieden die verband houden met de interne markt, een overeenkomst over de deelname van Zwitserland aan programma’s van de Unie en een overeenkomst die de basis vormt voor de permanente bijdrage van Zwitserland tot het terugbrengen van economische en sociale verschillen tussen regio’s 6 . De Raad had de Commissie ook gemachtigd onderhandelingen te openen met de Zwitserse Bondsstaat over nieuwe overeenkomsten inzake elektriciteit, gezondheid en voedselveiligheid, over de deelname van Zwitserland aan de agentschappen van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma van de Unie en voor de spoorwegen, en over de wijziging van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer teneinde cabotage toe te staan.
De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een breed pakket overeenkomsten, waaronder een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan programma’s van de Unie (“de overeenkomst”), alsook protocollen betreffende institutionele, staatssteun- en wijzigingsbepalingen voor overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat op gebieden die verband houden met de interne markt waaraan Zwitserland deelneemt, een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat over de regelmatige financiële bijdrage van Zwitserland tot het terugbrengen van economische en sociale verschillen in de Europese Unie, een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake gezondheid, een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake elektriciteit, een protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten tot vaststelling van een gemeenschappelijke ruimte voor voedselveiligheid en een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de voorwaarden voor de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma.
De overeenkomst heeft betrekking op aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (de “Gemeenschap”) vallen, namelijk de associatie met het programma voor onderzoek en opleiding van Euratom en met de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER. De overeenkomst moet derhalve namens de Gemeenschap worden gesloten voor wat betreft aangelegenheden die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (het “Euratom-Verdrag”) vallen.
De sluiting van de overeenkomst door de Commissie, handelend namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, voor wat betreft aangelegenheden die onder het Euratom-Verdrag vallen, moet worden goedgekeurd. De overeenkomst moet tegelijk met de andere elementen van het pakket en als integrerend deel van dat pakket worden gesloten.
Om de reikwijdte van hun samenwerking te vergroten, is in de overeenkomst bepaald dat de partijen de overeenkomst overeenkomstig hun respectieve interne procedures en wetgeving voorlopig toepassen met ingang van 1 januari 2025, tenzij de datum van ondertekening na 15 november 2025 valt, in welk geval de partijen de overeenkomst voorlopig toepassen met ingang van 1 januari 2026.
De overeenkomst moet derhalve voorlopig door de Gemeenschap worden toegepast wat betreft aangelegenheden die onder het Euratom-Verdrag vallen.
De voorlopige toepassing moet worden beperkt in de tijd zoals bepaald in de overeenkomst en uiterlijk op 31 december 2028 eindigen indien Zwitserland op die datum zijn interne procedures die nodig zijn voor de inwerkingtreding van de verschillende overeenkomsten die deel uitmaken van het brede pakket, niet heeft voltooid.
De ondertekening, voorlopige toepassing en sluiting van de overeenkomst met betrekking tot aangelegenheden die onder het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen, is onderworpen aan een afzonderlijke procedure uit hoofde van dat Verdrag,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
De sluiting door de Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan programma’s van de Unie, met inbegrip van de bepalingen betreffende de voorlopige toepassing ervan, wordt goedgekeurd wat betreft aangelegenheden die onder het Euratom-Verdrag vallen 7 .
Voorafgaand aan de sluiting wordt de overeenkomst, wat aangelegenheden betreft die onder het Euratom-Verdrag vallen, ondertekend en wordt zij, op basis van wederkerigheid, voorlopig toegepast overeenkomstig artikel 18 van de overeenkomst 8 .
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel,
De voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
“ONTVANGSTEN” — VOOR VOORSTELLEN DIE GEVOLGEN HEBBEN AAN DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING
Aanbeveling voor een besluit van de Raad houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Zwitserland, anderzijds, over de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan programma’s van de Unie — Deelname aan activiteiten van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie en aan het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
Onderdeel ontvangsten (hoofdstuk/artikel/post): 6 0 1 2 — Internationale Thermonucleaire Experimentele Reactor (ITER) — Bestemmingsontvangsten
Begroot bedrag voor het betrokken jaar:
(alleen in geval van bestemmingsontvangsten):
De ontvangsten worden toegewezen aan de volgende onderdelen voor uitgaven (hoofdstuk/artikel/post):
Geheel artikel 01 01 03 (01 01 03 01, 01 01 03 02, 01 01 03 03)
Begrotingsonderdeel 20 XX Administratieve uitgaven van de Europese Commissie
Onderdeel ontvangsten (hoofdstuk/artikel/post): 6 0 1 0 — Euratom — Bestemmingsontvangsten
Begroot bedrag voor het betrokken jaar:
(alleen in geval van bestemmingsontvangsten):
De ontvangsten worden toegewezen aan de volgende onderdelen voor uitgaven (hoofdstuk/artikel/post):
Geheel artikel 01 01 02 (01 01 02 01, 01 01 02 02, 01 01 02 03, 01 01 02 11, 01 01 02 12, 01 01 02 13)
Artikel 01 03 01
Artikel 01 03 02
Artikel 01 03 03
Begrotingsonderdeel 20 XX Administratieve uitgaven van de Europese Commissie
3. FINANCIËLE GEVOLGEN 9
◻ Het voorstel heeft geen financiële gevolgen
◻ Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten
☑ Het voorstel heeft financiële gevolgen voor de bestemmingsontvangsten,
(in miljoen EUR tot op drie decimalen)
Onderdeel ontvangsten | Gevolgen voor ontvangsten | Periode van XX maanden, met ingang van dd.mm.jjjj (indien van toepassing) | 2025 |
6 0 1 2 | N.v.t. | N.v.t. |
(in miljoen EUR tot op drie decimalen)
Situatie na de actie | |||
Onderdeel ontvangsten | 2025 | 2026 | 2027 |
6 0 1 2 | N.v.t. | 40,371 | 31,707 |
(in miljoen EUR tot op drie decimalen)
Onderdeel uitgaven | 2025 | 2026 | 2027 |
Artikelen 01 04 01 01 01 03 | N.v.t. | 39,195 | 30,488 |
20 XX | N.v.t. | 1,176 | 1,219 |
(in miljoen EUR tot op drie decimalen)
Onderdeel ontvangsten | Gevolgen voor ontvangsten | Periode van XX maanden, met ingang van dd.mm.jjjj (indien van toepassing) | 2025 |
6 0 1 0 | 42,046 | 36 maanden met ingang van 1.1.2025 | 13,566 |
(in miljoen EUR tot op drie decimalen)
Situatie na de actie | |||
Onderdeel ontvangsten | 2025 | 2026 | 2027 |
6 0 1 0 | 13,566 | 13,915 | 14,564 |
(in miljoen EUR tot op drie decimalen)
Onderdeel uitgaven | 2025 | 2026 | 2027 |
Artikelen 01 01 02; 01 03 01; 01 03 02; 01 03 03; | 13,236 | 13,510 | 14,004 |
20 XX | 0,331 | 0,405 | 0,560 |
Volgens artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet de Commissie fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, bestrijden. De preventie en opsporing van fraude is bijgevolg een algemene verplichting voor alle diensten van de Commissie in het kader van hun dagelijkse activiteiten waarbij middelen worden aangewend.
Fraude of onregelmatigheden met EU-middelen heeft met name nadelige gevolgen voor de reputatie van de Commissie en de uitvoering van het EU-beleid. De huidige fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie (COM(2019) 196) is op 29 april 2019 aangenomen, als vervanging van de strategie uit 2011. Het betreft een beleidsdocument waarin de prioriteiten van de Commissie in de strijd tegen fraude worden uiteengezet met het oog op het meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027. De belangrijkste doelstellingen van de fraudebestrijdingsstrategie van 2019 zijn: 1) “de kennis van fraudepatronen, profielen van fraudeurs en systemische kwetsbare plekken waar het gaat om fraude ten nadele van de EU-begroting verder verbeteren” (verzameling en analyse van gegevens), en 2) “de coördinatie, samenwerking en workflows voor fraudebestrijding optimaliseren, met name tussen diensten van de Commissie en uitvoerende agentschappen” (coördinatie, samenwerking en processen). De strategie gaat vergezeld van een actieplan dat in juli 2023 is herzien en dat, net als zijn voorganger, tot doel heeft alle onderdelen van de fraudebestrijdingscyclus te versterken: preventie, opsporing, onderzoek en correctie.
De leidende beginselen en normen van de fraudebestrijdingsstrategie van 2019 zijn:
• nultolerantie voor fraude;
• fraudebestrijding als integraal onderdeel van de interne controle;
• kosteneffectiviteit van de controles;
• professionele integriteit en bekwaamheid van EU-personeel;
• transparantie over de besteding van EU-middelen;
• fraudepreventie, met name fraudebestendig maken van uitgavenprogramma’s;
• doeltreffende onderzoekscapaciteit en tijdige uitwisseling van informatie;
• snelle correctie (met inbegrip van terugvordering van onrechtmatig verkregen middelen en gerechtelijke/administratieve sancties);
• goede samenwerking tussen interne en externe spelers, in het bijzonder tussen de EU en de bevoegde nationale autoriteiten, en tussen de diensten van alle betrokken EU-instellingen en -instanties;
• doeltreffende interne en externe communicatie over fraudebestrijding.
De artikelen 11 tot en met 14 van de overeenkomst bevatten gedetailleerde bepalingen over gezond financieel beheer, dat ook fraudebestrijdingsmaatregelen omvat. De maatregelen moeten horizontaal toepasbaar zijn om de bescherming van de financiële belangen van de EU te waarborgen in alle programma’s en activiteiten van de Unie die vallen onder de toekomstige protocollen die het gezamenlijk comité in het kader van de overeenkomst kan vaststellen om de Zwitserse Bondsstaat met een aantal programma’s of activiteiten van de Unie te associëren. Die maatregelen zijn ook van toepassing op protocollen, aangezien protocollen en bijlagen daarvan integrerend deel uitmaken.
Met name is in de artikelen 11 en 12 van de overeenkomst voorzien in de nodige details en processen, en in onbelemmerde uitvoering van taken door de instanties die de financiële belangen van de EU waarborgen (de Europese Commissie, of andere personen die daartoe gemachtigd zijn door de Europese Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), de Europese Rekenkamer en het Europees Openbaar Ministerie (EOM)). Gedurende de hele uitvoering van de programma’s of activiteiten die onder de protocollen bij de overeenkomst vallen, blijft hetzelfde beginsel intact: de financiële belangen van de EU moeten worden beschermd door middel van evenredige maatregelen, onder meer met betrekking tot preventie, opsporing, correctie en onderzoek van onregelmatigheden, waaronder fraude, terugvordering van verloren gegane, ten onrechte betaalde of onjuist bestede financiële middelen, en in voorkomend geval door het opleggen van de administratieve sancties.
Personen of entiteiten die middelen van de Unie ontvangen, moeten overeenkomstig het Financieel Reglement ten volle meewerken aan de bescherming van de financiële belangen van de Unie, de nodige rechten en toegang verlenen aan de Commissie, OLAF en de Rekenkamer, en ervoor zorgen dat derden die betrokken zijn bij de uitvoering van middelen van de Unie gelijkwaardige rechten verlenen. Zoals uitdrukkelijk bepaald in artikel 11, lid 4, van de overeenkomst, kunnen de evaluaties en controles ook worden uitgevoerd na de opschorting van de toepassing van een protocol of na de beëindiging van de toepassing of de opzegging van de overeenkomst.
Overeenkomstig de overeenkomst kan OLAF administratieve onderzoeken uitvoeren, waaronder controles en inspecties ter plaatse, op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat, van een Zwitserse entiteit die partij is bij een relevante financieringsovereenkomst of een Zwitserse derde partij bij de financieringsovereenkomst in het kader van een contract, overeenkomstig en voor zover bepaald in de desbetreffende financieringsovereenkomst of een ander toepasselijk contract. De Europese Commissie en OLAF houden zich bij de uitoefening van hun taken op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat aan de Zwitserse wetgeving.
De evaluaties en controles kunnen worden uitgevoerd door functionarissen van de Unie, met name functionarissen van de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer, of door andere personen die daartoe door de Europese Commissie zijn gemachtigd. De Europese Commissie of andere door haar gemachtigde personen houden zich bij de uitoefening van hun taken op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat aan de Zwitserse wetgeving.
De Zwitserse autoriteiten verlenen, overeenkomstig de toepasselijke internationale samenwerkingsinstrumenten, hun medewerking aan de autoriteiten van de Unie of de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het onderzoeken en vervolgen van strafbare feiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad, ook wat betreft het voor de rechter brengen van vermeende daders van en medeplichtigen aan die strafbare feiten. Verzoeken aan de Zwitserse Bondsstaat op grond van toepasselijke internationale samenwerkingsinstrumenten kunnen bijvoorbeeld verzoeken zijn die worden gedaan in verband met onderzoeken van of vervolgingen door het Europees Openbaar Ministerie (EOM).Dit maakt samenwerking met het EOM mogelijk, zoals bepaald in Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt.
Voorts voorziet de overeenkomst in een doeltreffend mechanisme om de tenuitvoerlegging van besluiten van de Commissie op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat te waarborgen.
De methode voor de berekening van de financiële bijdrage van de Zwitserse Bondsstaat voor alle programma’s van de Unie is vastgesteld in artikel 7 van de overeenkomst betreffende de financiële voorwaarden en in bijlage I bij de overeenkomst betreffende de financiële uitvoeringsbepalingen. In afwijking van artikel 7, lid 7, van de overeenkomst bedraagt de verdeelsleutel die bij wijze van uitzondering in de jaren 2025, 2026 en 2027 moet worden toegepast voor de berekening van de operationele bijdrage voor de deelname aan het Euratom-programma 95,4 % van de verdeelsleutel als omschreven in artikel 7, lid 6, van de overeenkomst (artikel 10, lid 3, van protocol I en artikel 5, lid 2, van protocol II).
(1) Overeenkomst inzake luchtvervoer, overeenkomst inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg, overeenkomst over het vrije verkeer van personen, overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling, overeenkomst inzake de handel in landbouwproducten, alle ondertekend op 21 juni 1999 (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1).
(2) Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Zwitserse Bondsstaat teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz.
3).
(3) Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding in het kader van het Erasmus-programma (PB L 332 van 3.12.1991, blz. 52).
(4) Overeenkomst inzake luchtvervoer, overeenkomst inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg, overeenkomst over het vrije verkeer van personen, overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling, overeenkomst inzake de handel in landbouwproducten, alle ondertekend op 21 juni 1999 (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1).
(5) Verordening (Euratom) 2021/765 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de periode 2021-2025 ter aanvulling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Verordening (Euratom) 2018/1563 (PB L 167I van 12.5.2021, blz. 81).
(6) Besluit (EU, Euratom) 2024/995 van de Raad van 12 maart 2024 tot machtiging tot het openen van onderhandelingen met de Zwitserse Bondsstaat over institutionele bepalingen in overeenkomsten tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat met betrekking tot de interne markt, over een overeenkomst inzake de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan Unieprogramma’s en over een overeenkomst die de basis vormt voor de permanente bijdrage van de Zwitserse Bondsstaat aan de cohesie van de Unie (PB L, 2024/995, 26.3.2024).
(7) De tekst van de overeenkomst is bekendgemaakt in PB L […].
(8) De datum met ingang waarvan de overeenkomst voorlopig wordt toegepast, wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
(9) Alle in dit deel vermelde cijfers voor de jaren 2026 en 2027 zijn indicatief en komen overeen met de meest recente beschikbare ramingen.