Toelichting bij COM(2025)162 - Stand van de voorbereidingen voor de volledige uitvoering van de interoperabiliteitsverordeningen overeenkomstig artikel 78, lid 5, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 74, lid 5, van Verordening (EU) 2019/818

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 10.4.2025


COM(2025) 162 final


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de stand van de voorbereidingen voor de volledige uitvoering van de interoperabiliteitsverordeningen overeenkomstig artikel 78, lid 5, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 74, lid 5, van Verordening (EU) 2019/818


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de stand van de voorbereidingen voor de volledige uitvoering van de interoperabiliteitsverordeningen overeenkomstig artikel 78, lid 5, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 74, lid 5, van Verordening (EU) 2019/818

Inleiding


Door interoperabiliteit kunnen grootschalige EU-informatiesystemen voor het beheer van migratie, grenzen en veiligheid worden gebruikt op een manier die efficiëntiewinsten en schaalvoordelen oplevert, zonder dat er meer gegevens hoeven te worden verzameld. Deze systemen omvatten het inreis-uitreissysteem (EES) 1 , het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) 2 , het Europees strafregisterinformatiesysteem voor onderdanen van derde landen (Ecris-TCN) 3 , het Schengeninformatiesysteem (SIS) 4 , het Visuminformatiesysteem (VIS) 5 en Eurodac 6 . Deze systemen, waarvan sommige nieuw zijn en andere zijn gemoderniseerd, zullen op elkaar worden aangesloten door middel van nieuwe interoperabiliteitscomponenten en een instrument voor statistische rapportage.

De verordeningen 7 tot vaststelling van het kader voor interoperabiliteit zijn op 11 juni 2019 in werking getreden en maakten de weg vrij voor de oprichting van het Europees zoekportaal (ESP), de gezamenlijke dienst voor biometrische matching (gezamenlijke BMS), het gemeenschappelijk identiteitsregister (CIR), de detector van meerdere identiteiten (MID) en het centraal register voor rapportage en statistieken (CRRS). Deze nieuwe componenten zullen zorgen voor stroomlijning van de zoekopdrachten die nationale autoriteiten overeenkomstig hun toegangsrechten uitvoeren, en zullen hen helpen om frauduleuze identiteiten op te sporen en criminele organisaties te onderzoeken. De ingevoerde architectuur omvat ook mechanismen voor de controle van de gegevenskwaliteit om ervoor te zorgen dat de ingevoerde gegevens nauwkeurig en actueel zijn. Voor gegevensverwerking geldt een robuust kader voor gegevensbescherming.

Op grond van de verordeningen moet de Commissie, in samenwerking met het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), de voortgang van de uitvoering volgen en evalueren. Op basis hiervan dient de Commissie jaarlijkse verslagen in bij het Europees Parlement en de Raad over de stand van de voorbereidingen voor de volledige uitvoering van de verordeningen. Dit is het vijfde verslag, dat de periode van december 2023 tot en met december 2024 bestrijkt. Aangezien er soortgelijke verslagleggingsverplichtingen bestaan voor elk systeem dat deel uitmaakt van het interoperabiliteitskader, wordt de aandacht in dit verslag toegespitst op de uitvoering van de verordeningen. De stand van zaken met betrekking tot de afzonderlijke systemen zal alleen worden vermeld wanneer dit nodig is voor het verslag.


2.

2.Stand van de uitvoering van de interoperabiliteitscomponenten en -instrumenten door de Commissie



De verordeningen verlenen de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde en uitvoeringshandelingen vast te stellen voor het aanvullen en uitvoeren van bepaalde gedetailleerde technische aspecten van interoperabiliteit. eu-LISA gebruikt deze aspecten voor de ontwikkeling van de interoperabiliteitscomponenten en -instrumenten, aangezien het agentschap verantwoordelijk is voor het ontwerpen en ontwikkelen van de componenten en instrumenten binnen zijn systeemarchitectuur.

Alle handelingen om de interoperabiliteit te waarborgen zijn vastgesteld (drie gedelegeerde en tien uitvoeringshandelingen). Tijdens de verslagperiode zijn de volgende verordeningen met betrekking tot interoperabiliteit vastgesteld: i) Verordening (EU) 2024/982 (de Prüm II-verordening) 8 ; ii) Verordening (EU) 2024/1358 betreffende Eurodac 9 ; iii) Verordeningen (EU) 2024/1352 10 en 2024/1356 inzake de screening van onderdanen van derde landen 11 ; alsmede iv) Verordeningen (EU) 2025/12 12 en (EU) 2025/13 betreffende API-gegevens 13 . Zeven handelingen moeten nog worden gewijzigd om de secundaire wetgeving aan te passen aan recente ontwikkelingen. De Commissie heeft wijzigingsvoorstellen opgesteld die in de betrokken comités en deskundigengroepen zijn besproken, zodat tegen het einde van de verslagperiode overeenstemming kon worden bereikt over een stabiele versie van de handelingen. De vaststelling van deze handelingen is gepland voor de eerste helft van 2025.


Daarnaast moet de Commissie een praktische handleiding ter beschikking stellen voor de implementatie en het beheer van interoperabiliteitscomponenten uit hoofde van artikel 77 van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 73 van Verordening (EU) 2019/818. Deze handleiding is bedoeld om gebruikers van EU-informatiesystemen (zoals grens-, visum-, immigratie- en rechtshandhavingsautoriteiten) te voorzien van gebruiksvriendelijke richtsnoeren voor het gebruik van de beschikbare interoperabiliteitsfuncties. De handleiding wordt ontwikkeld door de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten, eu-LISA, Europol, Frontex en het Bureau voor de grondrechten (FRA). Er werden besprekingen gehouden die hebben geleid tot een stabiele versie van het document aan het einde van de verslagperiode. De Commissie zal het document in het eerste kwartaal van 2025 beoordelen en de goedkeuring ervan is gepland voor het tweede kwartaal van 2025.


Bovendien heeft de Commissie een digitaal platform 14 opgezet waar de handleidingen van de systemen in digitale vorm beschikbaar zijn. Gebruikers van EU-informatiesystemen worden geconfronteerd met een steeds complexere werkomgeving als gevolg van de invoering van nieuwe functies, zoals gele links die handmatig moeten worden geverifieerd 15 , waarvoor meerdere systemen en componenten tegelijk moeten worden geraadpleegd. Daarom is het platform gebruiksvriendelijk ontworpen, waardoor individuele gebruikers zien wat voor hen relevant is (wat niet relevant is, wordt uitgefilterd) en gemakkelijk kunnen navigeren tussen handleidingen wanneer een procedure dit vereist. Het platform is tijdens de verslagperiode ter beschikking van de lidstaten gesteld.


3.

3.Stand van de uitvoering van interoperabiliteit door de lidstaten en de EU-agentschappen



In de verordeningen wordt een bestuurskader vastgesteld, bestaande uit de programmabestuursraad inzake interoperabiliteit en de adviesgroep inzake interoperabiliteit, om ervoor te zorgen dat de interoperabiliteitscomponenten en -instrumenten correct worden ontworpen en ontwikkeld. De Commissie is lid van de twee organen, die beide deel uitmaken van eu-LISA. Deze organen bespreken de technische uitvoering van de verordeningen en monitoren de voortgang aan de hand van een maandelijkse of tweemaandelijkse vragenlijst die wordt toegezonden aan de lidstaten en de betrokken EU-agentschappen en die gaat over de technische voorbereidingen die zij hebben getroffen.


Uit regelmatige monitoring door eu-LISA blijkt dat de meeste lidstaten en agentschappen aan het einde van de verslagperiode goed op schema lagen om op tijd gereed te zijn. Hoewel verschillende lidstaten een vertraging melden, wordt ervan uitgegaan dat alle lidstaten uiteindelijk aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Een handvol lidstaten levert geen bijdrage aan deze regelmatige monitoring, iets wat de Commissie met hen op het hoogste niveau heeft besproken. Het is van essentieel belang dat de Commissie en eu-LISA op de hoogte worden gehouden van de voortgang van de uitvoering van de nationale interoperabiliteit, zodat in een vroeg stadium de nodige risicobeperkende maatregelen kunnen worden getroffen.


eu-LISA, het agentschap dat verantwoordelijk is voor de technische ontwikkeling van interoperabiliteitscomponenten en -instrumenten, heeft tijdens de verslagperiode gestage vooruitgang geboekt. De ontwikkeling van het gezamenlijk BMS bevindt zich in de laatste fase en de voorbereidingen voor de ingebruikneming ervan zijn aan de gang. Net als alle interoperabiliteitscomponenten en -instrumenten zal het gezamenlijk BMS gelijktijdig in gebruik worden genomen met een EU-informatiesysteem dat gebruikmaakt van zijn diensten. 16


Ook de technische ontwikkeling van het Europees zoekportaal (ESP) is vergevorderd. Er zijn diverse verbeterde versies ontwikkeld en de testactiviteiten zijn in volle gang. Naar verwachting zal het ESP in gebruik worden genomen op hetzelfde moment als het eerste EU-informatiesysteem dat gebruikmaakt van zijn diensten, dat hoogstwaarschijnlijk het Europees strafregisterinformatiesysteem voor onderdanen van derde landen (Ecris-TCN) zal zijn. De vooruitzichten voor het gemeenschappelijk identiteitsregister (CIR) zijn vergelijkbaar, aangezien het zich op een vergelijkbaar niveau van technische ontwikkeling bevindt en momenteel ook wordt getest. Net als het ESP zal het CIR in gebruik worden gesteld op hetzelfde moment als het eerste EU-informatiesysteem dat van de diensten gebruikmaakt.


Ook de detector van meerdere identiteiten (MID), die wordt ontwikkeld door eu-LISA, ligt op schema en wordt op dit ogenblik getest. De centrale eenheid van Frontex zal tijdens de overgangsperiode voor de MID 17 een belangrijke operationele rol spelen bij de verwerking van gele links. Frontex meldt dat de voorbereidingen op schema liggen en ook de ontwikkeling door eu-LISA van het instrument dat Frontex voor deze taak zal gebruiken, vordert goed. Als gevolg van de recente vaststelling van de nieuwe Eurodac-verordening en de opname van Eurodac in het interoperabiliteitskader, zullen Eurodac-gegevens onder de overgangsperiode voor de MID vallen. De gevolgen van deze ontwikkeling voor de werkzaamheden van de centrale eenheid worden momenteel geëvalueerd.


Ook de ontwikkeling van het centraal register voor rapportage en statistieken (CRSS) vordert goed en aan het einde van de verslagperiode waren tests in voorbereiding. Het CRRS zal tegelijk met het ESP en het CIR in gebruik worden gesteld.


4.

4.Opleidingsbehoeften


De Commissie is tijdens de verslagperiode steun blijven verlenen voor opleidingen op het gebied van interoperabiliteit. Hoewel de meeste opleidingssessies vooral gaan over de vereisten die voortvloeien uit de verordeningen, neemt de vraag naar een diepgaandere opleiding toe. De reden hiervoor zou kunnen zijn dat de kennis over het onderwerp aanzienlijk verschilt van lidstaat tot lidstaat en vaak van gemeenschap tot gemeenschap binnen dezelfde lidstaat. De Commissie nam in november 2024 deel aan de interoperabiliteitsopleiding van Cepol 18 in Malta. Daarnaast ondersteunde de Commissie het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten door het te helpen bij het opzetten van een e-learningcursus over EU-informatiesystemen voor migratiebeheer en politiewerk en een e-learningcursus over interoperabiliteit en grondrechten.

Voor de volgende verslagperiode verwacht de Commissie dat de belangstelling voor specifieke interoperabiliteitsgerelateerde onderwerpen, zoals de MID en de bijbehorende procedures, zal toenemen en dat de vraag naar algemene informatie over de verordeningen zal aanhouden. De Commissie zal met belanghebbenden blijven samenwerken om aan deze vraag tegemoet te komen.


5.

5.EU-middelen


Wat de financiering in verband met interoperabiliteit voor eu-LISA betreft, wordt in het meest recente voortgangsverslag 19 gesteld dat 121,1 miljoen EUR was vastgelegd en 71,4 miljoen EUR was uitbetaald voor ontwikkelings- en uitvoeringsactiviteiten (cijfers van mei 2024).


De lidstaten zijn aangespoord de financiële middelen die beschikbaar zijn in het kader van hun nationale programma’s die worden gesteund door het Fonds voor interne veiligheid — Grenzen en visa 20 voor de periode 2014-2020 ten volle te gebruiken, voordat de termijn voor de subsidiabiliteit van de uitgaven op 30 juni 2024 verstrijkt. Zij zijn ook aangemoedigd om middelen die beschikbaar zijn in het kader van nationale programma’s die worden gefinancierd door het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (BMVI) 21 te gebruiken om de interoperabiliteit van EU-informatiesystemen verder te ontwikkelen en uit te voeren.


6.

6.Conclusie


Het waarborgen van interoperabiliteit is een essentieel onderdeel van een verbeterde IT-architectuur voor nieuwe en gemoderniseerde EU-informatiesystemen. Het doel is niet alleen om grens-, visum-, asiel-, immigratie- en rechtshandhavingsautoriteiten sneller, efficiënter en systematischer toegang te verschaffen tot gegevens, maar ook om te zorgen voor een vlottere en veiligere grensoverschrijding voor de miljoenen onderdanen van derde landen die elk jaar de Europese Unie bezoeken.

In de huidige verslagperiode is aanzienlijke vooruitgang geboekt met de technische ontwikkeling en het testen van interoperabiliteitscomponenten en -instrumenten, en met de ontwikkeling van ondersteunende maatregelen zoals de interoperabiliteitshandleiding en het digitale platform dat deze gemakkelijk toegankelijk maakt. In de volgende verslagperiode zullen waarschijnlijk de eerste interoperabiliteitscomponenten en het instrument voor statistische rapportage in gebruik worden genomen, afhankelijk van het moment waarop de daarbij horende EU-informatiesystemen worden ingevoerd. Zoals hierboven uiteengezet, worden de interoperabiliteitscomponenten en -instrumenten in gebruik genomen op hetzelfde moment als het eerste systeem dat van hun diensten gebruikmaakt.


De Commissie zal de vooruitgang op de voet blijven volgen en de risico’s in verband met de uitvoering van de verordeningen blijven beoordelen. De Raad en het Europees Parlement zullen op de hoogte worden gehouden van de geboekte vooruitgang door middel van regelmatige verslaglegging en via de comités en deskundigengroepen van de Commissie.


(1)

Verordening (EU) 2017/2226 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20, data.europa.eu/eli/reg/2017/2226/oj ).

(2)

Verordening (EU) 2018/1240 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1, data.europa.eu/eli/reg/2018/1240/oj ).

(3)

Verordening (EU) 2019/816 tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (Ecris-TCN) ter aanvulling van het Europees Strafregisterinformatiesysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 1, data.europa.eu/eli/reg/2019/816/oj ).

(4)

Verordening (EU) 2018/1860 betreffende het gebruik van het Schengeninformatiesysteem voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 1, data.europa.eu/eli/reg/2018/1860/oj ). Verordening (EU) 2018/1861 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14, data.europa.eu/eli/reg/2018/1861/oj ). en Verordening (EU) 2018/1862 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 210/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56, data.europa.eu/eli/reg/2018/1862/oj ).

(5)

Verordening (EU) 2021/1134 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad, met het oog op de herziening van het Visuminformatiesysteem (PB L 248 van 13.7.2021, blz. 11, data.europa.eu/eli/reg/2021/1134/oj ).

(6)

Verordening (EU) 2024/1358 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 betreffende de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van biometrische gegevens om de Verordeningen (EU) 2024/1351 en (EU) 2024/1350 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2001/55/EG van de Raad doeltreffend toe te passen en om illegaal verblijvende onderdanen van derde landen en staatlozen te identificeren en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2018/1240 en (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad, data.europa.eu/eli/reg/2024/1358/oj .

(7)

Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad, data.europa.eu/eli/reg/2019/817/oj . en Verordening (EU) 2019/818 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816, data.europa.eu/eli/reg/2019/818/oj . In dit verslag wordt naar deze verordeningen verwezen als “de verordeningen”.

(8)

Verordening (EU) 2024/982 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2024 betreffende de geautomatiseerde gegevensbevraging en -uitwisseling ten behoeve van politiële samenwerking en tot wijziging van de Besluiten 2008/615/JBZ en 2008/616/JBZ van de Raad en de Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2019/817 en (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad (de Prüm II-verordening), data.europa.eu/eli/reg/2024/982/oj .

(9)

Verordening (EU) 2024/1358 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 betreffende de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van biometrische gegevens om de Verordeningen (EU) 2024/1351 en (EU) 2024/1350 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2001/55/EG van de Raad doeltreffend toe te passen en om illegaal verblijvende onderdanen van derde landen en staatlozen te identificeren en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2018/1240 en (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad, data.europa.eu/eli/reg/2024/1358/oj .

(10)

Verordening (EU) 2024/1352 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 tot wijziging van Verordeningen (EU) 2019/816 en (EU) 2019/818, met het oog op de invoering van de screening van onderdanen van derde landen aan de buitengrenzen, data.europa.eu/eli/reg/2024/1352/oj .

(11)

Verordening (EU) 2024/1356 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 tot invoering van de screening van onderdanen van derde landen aan de buitengrenzen en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240 en (EU) 2019/817, data.europa.eu/eli/reg/2024/1356/oj .

(12)

Verordening (EU) 2025/12 van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2024 betreffende de verzameling en de doorgifte van advance passenger information met het oog op het versterken en vergemakkelijken van de controles aan de buitengrenzen, tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726 en (EU) 2019/817, en tot intrekking van Richtlijn 2004/82/EG van de Raad, data.europa.eu/eli/reg/2025/12/oj .

(13)

Verordening (EU) 2025/13 van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2024 betreffende de verzameling en de doorgifte van advance passenger information met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit, en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/818, data.europa.eu/eli/reg/2025/13/oj .

(14)

De tool is toegankelijk via een website die wordt gehost door de IT-dienst van de Commissie (DIGIT). De toegang is beperkt tot gebruikers van de systemen waarop de handleidingen betrekking hebben.

(15)

Een gele link betekent dat de detector van meerdere identiteiten heeft vastgesteld dat er zowel overeenkomsten als aanzienlijke verschillen tussen twee gegevensreeksen zijn, wat kan wijzen op een probleem met de identiteit van de persoon. Elke gele link moet handmatig door de verantwoordelijke autoriteit worden geverifieerd.

(16)

Gezien de huidige stand van zaken zal het gezamenlijk BMS naar alle waarschijnlijkheid in gebruik worden genomen als onderdeel van de vrijgave van het VIS die nodig is voor de daaropvolgende ingebruikneming van het inreis-uitreissysteem.

(17)

Artikel 69 van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 65 van Verordening (EU) 2019/818.

(18)

Het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving.

(19)

Tiende voortgangsverslag over de ontwikkeling van interoperabiliteit overeenkomstig artikel 78, lid 2, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 74, lid 2, van Verordening (EU) 2019/818 (2023-215).

(20)

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG, data.europa.eu/eli/reg/2014/515/oj .

(21)

Verordening (EU) 2021/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid, data.europa.eu/eli/reg/2021/1148/oj .