Toelichting bij COM(2025)174 - Wijziging van Besluit 2023/133 tot benoeming van de leden van de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)174 - Wijziging van Besluit 2023/133 tot benoeming van de leden van de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 ... |
---|---|
bron | COM(2025)174 |
datum | 23-04-2025 |
• Motivering en doel van het voorstel
Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) is vastgesteld op 12 oktober 2017 en in werking getreden op 20 november 20170. Het EOM heeft op 1 juni 2021 de taken op het gebied van onderzoek en vervolging op zich genomen die het bij die verordening waren opgedragen. Het EOM is belast met het instellen van onderzoek naar, het vervolgen en het voor de rechter brengen van daders van, en medeplichtigen aan, strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie als bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/13710, zoals omgezet in nationaal recht, schaden, zoals bepaald in Verordening (EU) 2017/1939.
Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2017/1939 is het EOM op centraal en decentraal niveau georganiseerd. De Europese hoofdaanklager en de Europese aanklagers — één per lidstaat die deelneemt aan de nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM — maken deel uit van het centrale niveau van het EOM en vormen het college van het EOM. Het Europees Parlement en de Raad hebben in oktober 2019 in onderlinge overeenstemming de eerste Europese hoofdaanklager benoemd0. De Raad heeft in juli 2020 de eerste 22 Europese aanklagers van het EOM benoemd0.
De ambtstermijn van de Europese hoofdaanklager bedraagt zeven jaar en kan niet worden verlengd (artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1939). De ambtstermijn van de Europese aanklagers bedraagt zes jaar en de Raad kan besluiten dezelve met maximaal drie jaar te verlengen (artikel 16, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939). In artikel 16, lid 4, Verordening (EU) 2017/1939 is bepaald dat een derde van de Europese aanklagers om de drie jaar moet worden vervangen. Het mandaat van de huidige Europees hoofdaanklager en van zeven Europese aanklagers loopt af in respectievelijk oktober en juli 2026, en de selectieprocedures voor hun vervanging zijn van start gegaan.
In artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 is bepaald dat de selectie van de Europese hoofdaanklager gebaseerd moet zijn op een in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken sollicitatieoproep, waarna een selectiecommissie een selectie van geschikte kandidaten maakt en deze aan het Europees Parlement en de Raad voorlegt. In artikel 16, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1939 is bepaald dat de Raad een van de door de lidstaten voor de functie van Europees aanklager voorgedragen kandidaten selecteert en benoemt na ontvangst van het gemotiveerde advies van de selectiecommissie, bedoeld in artikel 14, lid 3, van die verordening.
Krachtens laatstgenoemde bepaling moet de selectiecommissie uit twaalf personen bestaan, die op voorstel van de Commissie door de Raad worden benoemd en worden gekozen uit voormalige leden van het Hof van Justitie en de Rekenkamer, voormalige nationale leden van Eurojust, leden van de hoogste nationale rechtscolleges, hoge aanklagers en personen die bekend staan als kundige rechtsgeleerden. Een van de gekozen personen moet worden voorgedragen door het Europees Parlement.
De 12 leden van de eerste selectiecommissie werden op voorstel van de Commissie in oktober 2018 door de Raad benoemd0, terwijl de 12 leden van de huidige selectiecommissie in januari 2023 werden benoemd voor een periode van vier jaar vanaf 20 januari 20230. In juni 2024 werd één lid van het selectiecomité vervangen0. Mevrouw Tuire Tamminiemi, openbaar aanklager bij het bureau van de procureur-generaal van Finland, was een van de leden van de selectiecommissie die in januari 2023 is benoemd. Op 7 maart 2025 is mevrouw Tamminiemi teruggetreden uit het selectiecomité. De Raad werd hiervan in kennis gesteld.
Om de continuïteit van de selectiecommissie te waarborgen, moet mevrouw Tamminiemi worden vervangen. Overeenkomstig de werkwijze van de selectiecommissie0 dient haar plaatsvervanger te worden benoemd voor de verdere duur van de ambtstermijn van de heer Tamminiemi (d.w.z. tot en met 20 januari 2027). Ter vervanging van mevrouw Tamminiemi stelt de Commissie de Raad voor om mevrouw Johanna Hervonen, hoofdaanklager van het openbaar ministerie van Zuid-Finland, tot lid van de selectiecommissie te benoemen. Mevrouw Hervonen voldoet aan de vereisten van artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939. Bij deze voordracht heeft de Commissie rekening gehouden met de noodzaak om te zorgen voor evenwicht wat betreft geografische spreiding, geslacht en kennis van de rechtsstelsels van de aan het EOM deelnemende lidstaten.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het EOM is opgericht bij Verordening (EU) 2017/1939, die is vastgesteld op basis van artikel 86, VWEU. Sinds 1 juni 2021 oefent het EOM de taken uit die het bij Verordening (EU) 2017/1939 heeft gekregen. Door dit voorstel voor een besluit van de Raad tot vervanging van een van de huidige leden van de selectiecommissie in te dienen, voldoet de Commissie aan haar verplichting uit hoofde van artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939. Dit voorstel voorziet in de vervanging van één lid van de huidige selectiecommissie, wiens mandaat op 20 januari 2027 verstrijkt. De volledige werking van de selectiecommissie is belangrijk voor de ordelijke afronding van de procedures voor de selectie en benoeming van de nieuwe Europees hoofdaanklager en zeven nieuwe Europese aanklagers in 2026.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Dit voorstel is in overeenstemming met ander beleid van de Unie dat gericht is op een betere bescherming van de financiële belangen van de Unie.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Het voorstel is gebaseerd op artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
De benoeming van de leden van de selectiecommissie, bedoeld in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939, kan alleen door de Raad worden gedaan, op basis van een voorstel van de Commissie, en is derhalve een exclusieve bevoegdheid van nature, waarvoor het subsidiariteitsbeginsel niet geldt.
• Evenredigheid
Het voorstel beperkt zich tot wat noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken, en is derhalve in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Dit voorstel is van essentieel belang omdat de Europese hoofdaanklager en de Europese aanklagers aan het einde van hun ambtstermijn moeten kunnen worden vervangen, zodat de volledige uitvoering en continuïteit van de operationele activiteiten van het EOM wordt gewaarborgd.
• Keuze van het instrument
Krachtens artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 dient de Raad op voorstel van de Commissie een besluit tot benoeming van de leden van de selectiecommissie vast te stellen. In regel II van de werkwijze van de selectiecommissie is voorts bepaald dat een persoon die een lid van de selectiecommissie moet vervangen, volgens dezelfde procedure voor de resterende duur van de ambtstermijn van de voorganger moet worden benoemd. De keuze van het voorgestelde instrument is derhalve vereist op grond van de bestaande wetgeving ter zake.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
Gezien de technische aard van dit voorstel en het gebrek aan discretionaire bevoegdheid van de Commissie, overeenkomstig de verplichting van artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939, zijn geen evaluaties van bestaande wetgeving en controles van de resultaatgerichtheid ervan, raadplegingen van belanghebbenden en effectbeoordelingen uitgevoerd.
• Raadpleging van belanghebbenden
Niet van toepassing
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Niet van toepassing
• Effectbeoordeling
Niet van toepassing
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Niet van toepassing
• Grondrechten
Niet van toepassing
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
Gezien de aard van deze maatregel is er geen behoefte aan uitvoeringsplannen en toezicht, noch aan evaluatie- en rapportageregelingen.
• Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 bepaalt dat mevrouw Johanna Hervonen mevrouw Tuire Tamminiemi vervangt als lid van de in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 bedoelde selectiecommissie.
Artikel 2 regelt de inwerkingtreding van het besluit.