Toelichting bij COM(1994)179 - Wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, Richtlijn 92/81/EEG betreffende de harmonisatie van de struktuur van de accijns op minerale oliën en Richtlijn 92/82/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1994)179 - Wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het ... |
---|---|
bron | COM(1994)179 |
datum | 28-06-1994 |
2. a) Het certificaat moet worden opgesteld op een in een van de officiële talen van de Europese Gemeenschap gedrukt formulier. Het moet worden ingevuld in een door de Lid-Staat van ontvangst erkende taal.
b) Indien voor de omschrijving van de goederen en diensten (punt 5.B van het certificaat) verwezen wordt naar een bestelbon die luidt in een andere taal dan een in de Lid-Staat van ontvangst erkende taal, moet de begunstigde organisatie/persoon een vertaling bijvoegen.
c) Indien anderzijds het certificaat is ingevuld in een andere taal dan een door de Lid-Staat van de leverancier/dienstverrichter erkende taal, moet de begunstigde organisatie/persoon een vertaling van de gegevens betreffende de goederen en/of diensten in punt 5.B bijvoegen.
d) Onder erkende taal moet worden verstaan een van de officieel in de Lid-Staat gebruikte talen of enige andere officiële taal van de Gemeenschap waarvan de Lid-Staat verklaart dat zij in dit verband gebruikt kan worden.
3. Met zijn verklaring in punt 3 van het certificaat geeft de begunstigde organisatie/persoon de elementen aan die nodig zijn om de gegrondheid van de vraag om vrijstelling in de Lid-Staat van ontvangst te kunnen beoordelen.
4. Met haar visum in punt 4 van het certificaat verklaart de organisatie dat de begunstigde deel uitmaakt van het personeel.
5. a) De verwijzing naar de bestelbon (punt 5.B van het certificaat) omvat ten minste de datum en het volgnummer. Deze bestelbon bevat alle gegevens die in punt 5 van het certificaat worden genoemd. Indien het certificaat door de bevoegde instantie van het land van ontvangst van een visum wordt voorzien, moet ook de bestelbon afgestempeld worden.
b) Het BTW-identificatienummer van de leverancier/dienstverrichter en/of het in artikel 4, onder b), van Richtlijn 92/12/EEG bedoelde nummer van het belastingentrepot van de leverancier moet(en) worden vermeld indien bij de begunstigde organisatie/persoon bekend.
c) De valuta wordt door middel van een uit drie letters bestaande code, conform de door de 'International Standard Organization' opgestelde internationale ISO/DIS 4217-norm, aangegeven (1).
6. De bovenbedoelde verklaring van de begunstigde organisatie/persoon wordt in punt 6 van het certificaat gewaarmerkt door het visum van de bevoegde instantie van het land van ontvangst. Deze instantie kan haar visum afhankelijk stellen van de voorafgaande goedkeuring door een andere autoriteit van haar Lid-Staat, bij voorbeeld de minister van Buitenlandse Zaken. Deze goedkeuring moet worden gevraagd door de in belastingzaken bevoegde instantie.
7. Ter vereenvoudiging van de procedure kunnen de bevoegde autoriteiten de begunstigde organisaties ontheffen van de verplichting een visum te vragen in geval van vrijstelling voor officieel gebruik. In dat geval vermeldt de begunstigde organisatie deze ontheffing in punt 7 van het certificaat.
Ter informatie volgen hierna de codes van een aantal vaak gebruikte valuta's:
BEF (Belgische frank), DEM (Duitse mark), DKK (Deense kroon), ESP (Spaanse peseta), FRF (Franse frank), GBP (pond sterling), GRD (Griekse drachme), IEP (Iers pond), ITL (Italiaanse lire), LUF (Luxemburgse frank), NLG (Nederlandse gulden), PTE (Portugese escudo) en USD (dollar van de Verenigde Staten).