Toelichting bij COM(1999)63 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2597/97 houdende aanvullende voorschriften voor de gemeenschappelijke marktordening in de sector melk en zuivelproducten met betrekking tot consumptiemelk - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1999)63 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2597/97 houdende aanvullende voorschriften voor de gemeenschappelijke marktordening in de ... |
---|---|
bron | COM(1999)63 ![]() ![]() |
datum | 12-02-1999 |
Tijdens de aan de goedkeuring van deze verordening voorafgaande besprekingen hadden bepaalde lidstaten opgemerkt dat deze eis problemen zou kunnen opleveren in verband met het gehalte aan vetvrije droge stof van de op hun grondgebied geproduceerde rauwe melk. Naar aanleiding daarvan heeft de Commissie zich er toen toe verbonden de betrokken eis nader te onderzoeken wanneer een van de lidstaten daartoe een met wetenschappelijke en statistische gegevens gemotiveerd verzoek zou indienen.
Twee lidstaten hebben bij de Commissie een dossier ingediend waaruit blijkt dat het gehalte aan vetvrije droge stof van de op hun grondgebied geproduceerde rauwe melk, het hele jaar door of gedurende een deel van het jaar het in Verordening (EG) nr. 2597/97 vastgestelde minimum niet haalt. Deze situatie zou in die landen ernstige consequenties voor de productie van consumptiemelk kunnen hebben en er zelfs de consumptiemelkvoorziening in gevaar kunnen brengen. Daarom dient een wijziging of intrekking van de betrokken bepaling van Verordening (EG) nr. 2597/97 te worden overwogen.
In dat verband zij er allereerst op gewezen dat de bepalingen van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2597/97 betreffende de samenstelling van consumptiemelk zijn gebaseerd op Richtlijn 92/46/EEG inzake de gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van melkproducten. Die bepalingen zijn vastgesteld omdat met betrekking tot de samenstelling van consumptiemelk een minimumkwaliteit moest worden gegarandeerd. Ter wille van de coherentie werd het wenselijk geacht deze bepalingen op te nemen in de regelgeving betreffende de afzet van consumptiemelk.
Verder zij erop gewezen dat, wat betreft de samenstelling van consumptiemelk, Verordening (EG) nr. 2597/97 voornamelijk ten doel heeft ongeoorloofde manipulatie van de rauwe melk te voorkomen. Het vaststellen van mimimumcriteria - die noodzakelijkerwijs de in de Gemeenschap geconstateerde minimumwaarden voor rauwe melk weerspiegelen - kan niet als een vangnet worden beschouwd. Zo zijn, wat het vriespunt betreft, de in Richtlijn 92/46/EEG vastgestelde waarden vervangen door een vergelijkende controle van het vriespunt van rauwe melk en dat van consumptiemelk. Verder moet volgens de Commissie bijzondere aandacht worden besteed aan de controle op het verbod op manipulatie van het eiwitgehalte van de gebruikte rauwe melk.
De Commissie is dan ook van oordeel dat de bepaling betreffende het minimumgehalte aan vetvrije droge stof van consumptiemelk zou kunnen worden geschrapt zonder dat daardoor de kwaliteit van het product in gevaar komt. Zij zal er dan wel op toezien dat de lidstaten het nodige doen om iedere vorm van ongeoorloofde manipulatie van de voor de vervaardiging van consumptiemelk gebruikte rauwe melk te voorkomen. Bijgaand voorstel voor een verordening betreft dan ook het schrappen van punt d) van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2597/97 .