Toelichting bij COM(2000)61 - Sluiting van het nieuwe Verdrag inzake de bescherming van de Rijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Bij Besluit 77/586/EEG van de Raad heeft de Gemeenschap de Overeenkomst inzake de bescherming van de Rijn tegen chemische verontreiniging alsmede de Aanvullende Overeenkomst bij de op 29 april 1963 in Bern ondertekende Overeenkomst nopens de Internationale Commissie ter bescherming van de Rijn tegen verontreiniging (ICBR) gesloten. De andere partijen zijn Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Zwitserland.

2. Internationale samenwerking op het gebied van de waterbescherming is beslist noodzakelijk in het geval van de Rijn, die het grondgebied van meerdere landen doorstroomt en waarvan de wateren op diverse wijzen intensief worden gebruikt. Een alomvattend saneringsprogramma, waartoe op de ministerconferentie van 30 september 1987 te Straatsburg werd besloten en dat de naam 'Actieprogramma Rijn' meekreeg, wordt momenteel ten uitvoer gelegd. Het omvat welomschreven doelstellingen inzake drinkwater, ecosystemen en sedimenten die tegen 2000 moeten zijn gerealiseerd; in 1989 werden daaraan aanvullende doelstellingen toegevoegd met het oog op de bescherming van de Noordzee.

3. Ter gelegenheid van de 25e vergadering van de coördinatiegroep van de Internationale Commissie ter bescherming van de Rijn hebben de vertegenwoordigers van de oeverstaten, in het licht van het huidige en toekomstige belang van vraagstukken in samenhang met de bescherming van deze rivier, de noodzaak vastgesteld van een nieuw Verdrag inzake de bescherming van de Rijn waarin met complementaire beleidslijnen rekening wordt gehouden, zoals:

_ de instandhouding, verbetering en bevordering van de stabiliteit van het Rijnecosysteem;

_ het verzekeren van de natuurlijke functies van de stromende wateren;

_ het zuinig en doeltreffend gebruik van water, met name om de drinkwaterreserves te sparen;

_ het voorkomen, verminderen en vermijden van grensoverschrijdende industriële en stedelijke verontreiniging, met name door toxische, moeilijk afbreekbare, kankerverwekkende, mutagene en aan bioaccumulatie onderhevige stoffen;

_ de vermindering van diffuse verontreiniging, ook via het grondwater;

_ de preventie en bestrijding van accidentele verontreiniging.

4. Omdat het nieuwe ontwerp-verdrag betrekking heeft op milieuaspecten die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen, heeft de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, aan de desbetreffende onderhandelingen deelgenomen overeenkomstig de door de Raad verstrekte onderhandelingsrichtsnoeren.

5. Op 22 januari 1998 hebben de verdragspartijen in het kader van de 12e ministerconferentie van de Internationale Commissie ter bescherming van de Rijn te Rotterdam overeenstemming bereikt over de tekst van het nieuwe Verdrag inzake de bescherming van de Rijn. Bij diezelfde gelegenheid hebben de verdragspartijen besloten tot de vaststelling van een nieuw 'Programma voor de duurzame ontwikkeling van de Rijn', waarmee wordt beoogd om in het kader van het nieuwe verdrag de initiatieven die in het huidige 'Actieprogramma Rijn' worden ontplooid, ook na 2000 voort te zetten en te consolideren.

Bij het opstellen van dit geactualiseerde programma zal met name rekening worden gehouden met de toekomstige kaderrichtlijn van de Europese Unie inzake het waterbeleid, alsmede met de ondervinding die is opgedaan in het kader van bepaalde communautaire programma's zoals bijvoorbeeld IRMA, dat een reeks meerjarige maatregelen ter voorkoming van overstromingsschade omvat.

6. Op de vergadering van de coördinatiegroep van de ICBR van 13 oktober 1998 werd besloten dat de verdragspartijen het nieuwe verdrag gelijktijdig zouden ondertekenen tijdens een officiële plechtigheid die Zwitserland, de als depositaris optredende staat, begin 1999 zou organiseren. Met het oog hierop heeft de Europese Commissie in februari 1999 een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening namens de Gemeenschap van het nieuwe Verdrag inzake de bescherming van de Rijn (COM(1999)51) aangenomen en bij de Raad ingediend. Na het voorstel van de Commissie te hebben onderzocht, heeft de Raad in maart 1999 conclusies aangenomen luidens welke de Raad besloot dat het nieuwe Verdrag inzake de bescherming van de Rijn door de Gemeenschap diende te worden ondertekend onder voorbehoud van latere sluiting. Op 12 april 1999 heeft de Europese Gemeenschap te Bern tegelijk met alle andere verdragspartijen het nieuwe Vedrag inzake de bescherming van de Rijn ondertekend.

7. Sedert de ondertekening van het verdrag heeft het Secretariaat van de Internationale Commissie ter bescherming van de Rijn tegen verontreiniging (ICBR) de verdragspartijen meermaals uitgenodigd om de procedures met het oog op de bekrachtiging van het verdrag in te leiden, zodat dat verdrag zo spoedig mogelijk in werking kan treden. De Commissie verzoekt de Raad derhalve te besluiten dat het nieuwe Verdrag inzake de bescherming van de Rijn door de Gemeenschap wordt ondertekend.