Toelichting bij COM(1999)689 - Invoer in de EG van producten uit Bosnië-Herzegovina en Kroatië en de invoer van wijn uit Macedonië en uit Slovenië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(1999)689 - Invoer in de EG van producten uit Bosnië-Herzegovina en Kroatië en de invoer van wijn uit Macedonië en uit Slovenië.
bron COM(1999)689 NLEN
datum 14-12-1999
Na de opzegging in 1991 van de Samenwerkingsovereenkomst van 1980 tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Republiek Joegoslavië besloot de Raad dat de in die overeenkomst vervatte preferentiële handelsregelingen op autonome basis van toepassing zouden blijven op alle landen die uit het voormalige Joegoslavië waren voortgekomen, met uitzondering van de Federale Republiek Joegoslavië  i. Momenteel zijn de autonome handelsregelingen van toepassing op Bosnië-Herzegovina en Kroatië, landen waarmee nog geen bilaterale handelsovereenkomsten van kracht zijn.

De handelsregelingen houden voornamelijk in: vrijstelling van douanerechten en afschaffing van kwantitatieve beperkingen voor industrieproducten (met uitzondering van enkele producten waarvoor tariefplafonds gelden) en speciale concessies voor diverse landbouwproducten. Omdat met Slovenië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië nog geen wijnovereenkomsten zijn gesloten, worden tevens autonome overgangsconcessies verleend voor de invoer van wijn uit die landen.

Verordening (EG) nr. 70/97 van de Raad betreffende de invoer in de Gemeenschap van producten uit Bosnië-Herzegovina en Kroatië en de invoer van wijn uit de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en uit Slovenië, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2863/98, loopt af op 31 december 1999.

In de context van het stabilisatie- en associatieproces voor de landen van Zuidoost-Europa heeft de Commissie al aangekondigd dat zij voornemens is het huidige stelsel van autonome handelspreferenties te splitsen in handelspreferenties voor de afzonderlijke landen, teneinde te voorzien in een transparante, rechtvaardige verdeling van de preferenties over deze landen en in mogelijke toekomstige onderhandelingen over bilaterale overeenkomsten  i. Voorts verzocht de Raad de Commissie in zijn conclusies van 13 september 1999 de mogelijkheden te onderzoeken om verbeteringen in de huidige maatregelen aan te brengen.

Het doel van bijgaand voorstel voor een Verordening (EG) van de Raad is:

- verlenging van de handelsregelingen met twee jaar, dat wil zeggen tot en met 31 december 2001;

- vaststelling van de noodzakelijke technische aanpassingen in verband met wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur en andere relevante EG-wetgeving;

- invoeging van een tijdelijke opschortingsclausule om de financiële belangen van de Gemeenschap te beschermen in geval van fraude of het niet-verlenen door de betrokken landen van administratieve bijstand, indien deze vereist is om de oorsprong te verifiëren;

- een jaarlijkse verhoging met 5% van de tariefplafonds voor industrieproducten;

- splitsing van de algemene handelspreferenties (met uitzondering van de concessies voor wijn) in afzonderlijke preferenties per land voor de landen die momenteel voor preferenties krachtens de verordening in aanmerking komen, met inachtneming van de huidige handelsstromen; reservering van het overeenkomstige volume voor mogelijk toekomstig gebruik door de Federale Republiek Joegoslavië, zodra deze aan de voorwaarden van de verordening voldoet;

- afschaffing van zes tariefplafonds voor industrieproducten en een aanvullende verhoging van 16 van de resterende 32 tariefplafonds.

Verordening (EG) nr. 70/97 van de Raad is inmiddels een aantal malen gewijzigd. Het lijkt wenselijk de bovengenoemde wijzigingen door te voeren door middel van één nieuwe verordening.

De Commissie stelt de Raad voor bijgaand voorstel voor een Verordening (EG) van de Raad goed te keuren.