Toelichting bij COM(1998)406 - Wijziging van de Beschikking van 4 april 1978 over de toepassing van enkele richtsnoeren op het gebied van door de overheid gesteunde exportkredieten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1998)406 - Wijziging van de Beschikking van 4 april 1978 over de toepassing van enkele richtsnoeren op het gebied van door de overheid ... |
---|---|
bron | COM(1998)406 ![]() ![]() |
datum | 15-07-1998 |
1. Daar de Deelnemers van oordeel zijn dat deze tekst slecht gestructureerd en moeilijk te gebruiken is, hebben zij een werkgroep in het kader van de OESO de opdracht gegeven deze te herschrijven om over een gemakkelijker te hanteren instrument te beschikken, zonder dat de inhoud wordt gewijzigd. Deze nieuwe tekst omvat alle wijzigingen die sinds de laatste herziening van de Regeling in december 1992 zijn aangebracht, en met name de wijzigingen die het onderwerp waren van de beschikkingen van de Raad van 3 maart en 24 juli 1997.
2. Het voomaamste doel van deze Regeling is de steun van de overheid op het gebied van de exportkredieten aan regels te onderwerpen, zodat opdrachten op basis van kwaliteit en prijzen worden verleend en niet op grond van de meest gunstige financieringsvoorwaarden, waardoor gelijke concurrentievoorwaarden voor exporteurs zullen ontstaan. Deze Regeling is het intemationale referentiekader waarbinnen overheidssteun voor exportkredieten geregeld wordt. Deze Regeling heeft echter uitsluitend betrekking op exportkredieten en niet op de verzekeringen en garanties waardoor deze kredieten worden gedekt en de premies die daarvoor worden aangerekend, die belangrijke concurrentievervalsende elementen kunnen zijn.
In 1994 hebben de Deelnemers, in het kader van de maatregelen tot wijziging en aanvulling van de tekst van de Regeling die bij Beschikking 97/530/EG in het Gemeenschapsrecht is opgenomen, een beginselverklaring aangenomen waarin zij erkennen dat premies en garantievoorwaarden die op de exportkredieten van toepassing zijn een belangrijke en prioritaire kwestie zijn. In afwezigheid van disciplines over deze kwesties hebben ze besloten leidende beginselen te onderzoeken om tot een convergentie van de premies te komen. Overeenkomstig hun intemationale verplichtingen waren zij het erover eens dat deze premies niet ontoereikend mogen zijn om de exploitatiekosten en de verliezen op lange termijn te dekken en hebben zij het principe onderschreven dat de premies afhankelijk moeten zijn van de gedekte risico’s.
Reeds in 1994 is een aanvang gemaakt met technische besprekingen over dit onderwerp binnen een werkgroep van de OESO. Deze werden in het vooijaar van 1997 gevolgd door officieie onderhandelingen, waaraan de Commissie heeft deelgenomen op grond van een mandaat van de Raad van 17 maart 1997 waarbij ze ook rekening heeft gehouden met het advies van een ad-hoc-Comit6 113.
De Deelnemers aan de Regeling zijn: Australia, Canada, Europese Gemeenschap (hestaande uit, Belgie, Denemarken, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Griekenland, lerland, Italii, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Zweden, Finland en het Verenigd Koninkrijk), Japan, Korea, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Zwitserland en de Verenigde Staten.
Op 20 juni 1997 hebben de Deelnemers overeenstemming bereikt over leidende beginselen voor de berekening van de minimumreferentiepremies voor soevereine risico’s en landenrisico’s. Deze zullen van toepassing zijn op door de overheid gesteunde exportkredieten in de vorm van rechtstreekse kredieten/financiering, herfmanciering, exportkredietverzekering en exportkredietgaranties. Deze beginselen zullen op 1 april 1999 voor alle Deelnemers aan de Regeling in werking treden, met uitzondering van Korea, welk land tot 1 april 2002 over een aanvullende overgangsperiode beschikt waarin de minimumreferentiepremies geleidelijk worden opgetrokken.
Deze leidende beginselen voorzien in een kwantitatief model voor de indeling van de afnemerslanden in zeven categorieen, de vaststelling van minimumreferentiepremies die rekening houden met de kwaliteitsverschillen tussen de door de Deelnemers aan de Regeling aangeboden producten (bijbehorende voorwaarden) en een behandeling van toegestane uitzonderingen. Deze leidende beginselen voorzien ook in instrumenten voor de kennisgeving achteraf van premies om te kunnen nagaan of deze in overeenstemming zijn met de nagestreefde doelstellingen, waarvan de voomaamste is dat de premies niet ontoereikend mogen zijn om de exploitatiekosten en de verliezen op lange termijn te dekken.
Deze leidende beginselen zijn in de nieuwe geconsolideerde tekst van de Regeling opgenomen die door de Deelnemers in 1997 is goedgekeurd, in termen en in een vorm die met deze tekst verenigbaar is.
De Commissie is van oordeel dat de Regeling het mogelijk heeft gemaakt een doeltreffende intemationale discipline in het leven te roepen die duidelijk een neerwaartse druk op het niveau van de subsidies uitoefent. Zij heeft ertoe bijgedragen de concurrentievervalsingen te voorkomen die verbonden zijn aan door de overheid gesteunde exportkredieten en -garantics. De Commissie staat dus gunstig tegenover de invoering van de nieuwe geconsolideerde tekst van de Regeling die gemakkelijker in gebruik is en die nieuwe regels bevat die een pas vooruit betekenen bij de bestrijding van mededingingvervalsing op het niveau van de wereldhandel.
De Raad wordt derhalve door de Commissie verzocht de ontwerp-Beschikking tot goedkeuring van de nieuwe geconsolideerde tekst van de Regeling aan te nemen, welke tekst de nieuwe aanvullende regels bevat die de Deelnemers hebben aangenomen, waardoor deze in de juridische orde van de Gemeenschap kunnen worden opgenomen.