Toelichting bij COM(2000)353 - Technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Europese Gemeenschap is lid van bepaalde regionale visserijorganisaties die een kader hebben vastgesteld voor de regionale samenwerking inzake de instandhouding en het beheer van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden.

Onder over grote afstanden trekkende visbestanden worden een aantal vissoorten verstaan die zijn omschreven in bijlage I bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties. De voornaamste van deze bestanden zijn de tonijnachtigen en sommige aanverwante soorten zoals zwaardvissen.

De betrokken regionale organisaties zijn:

- de Internationale Commissie voor de Instandhouding van Tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT), waarvan de Gemeenschap lid is sinds 14 november 1997,

- de Commissie voor Tonijn in de Indische Oceaan (IOTC), waarvan de Gemeenschap lid is sinds 18 september 1995,

- de Inter-Amerikaanse Commissie voor Tropische Tonijn (IATTC), waarvoor de Gemeenschap een toetredingsprocedure heeft ingeleid.

Deze organisaties stellen aanbevelingen voor technische maatregelen op, met name in verband met de toegestane maten en gewichten en de beperkingen die gelden voor vangsten in bepaalde zones of in bepaalde periodes of met bepaalde vistuigen.

Deze aanbevelingen worden verbindend voor de verdragsluitende partijen, wanneer deze er geen bezwaar tegen aantekenen.

Als verdragsluitende partij bij de ICCAT en de IOTC moet de Gemeenschap deze aanbevelingen dus uitvoeren.

De Gemeenschap heeft bovendien visserijbelangen in het oostelijk deel van de Stille Oceaan en heeft de procedure om toetreding tot de Inter-Amerikaanse Commissie voor Tropische Tonijn ("IATTC") ingeleid, maar, in afwachting van haar daadwerkelijke toetreding, en overeenkomstig de uit het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties voortvloeiende verplichting om samen te werken met de andere partijen die bij het beheer en de instandhouding van de bestanden in dit gebied betrokken zijn, heeft zij besloten de door de IATTC aangenomen technische maatregelen toe te passen; deze technische maatregelen moeten derhalve in Gemeenschapsrecht worden omgezet.

Ten slotte moeten bepalingen worden vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen, die de Gemeenschap besloten heeft om in afwachting van de bekrachtiging ervan door de Gemeenschap, tijdelijk toe te passen.

Sommige van deze aanbevelingen zijn reeds eerder in Gemeenschapsrecht omgezet, met name in Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jong exemplaren van mariene organismen, in Verordening (EG) nr. 1626/94 van 27 juni 1994 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Middellandse Zee, en in Verordening (EG) nr. 2742/99 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling, voor het jaar 2000, van de vangstmogelijkheden die gelden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de wateren van de Gemeenschap en, wat vaartuigen van de Gemeenschap betreft, in andere wateren met vangstbeperkingen, tot vaststelling voorts van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 66/98. Bovendien zijn in het Gemeenschapsrecht bepaalde technische maatregelen ingevoerd inzake het gebruik van drijfnetten en het gebruik van ringzegens voor de visserij op deze over grote afstanden trekkende vissoorten.

Om meer duidelijkheid te scheppen, moeten alle technische maatregelen die voor deze over grote afstanden trekkende bestanden gelden, in één enkele verordening worden samengebracht.

Hoewel de communautaire visserij op over grote afstanden afstanden trekkende vissoorten namelijk plaatsvindt in de hele wereld, zowel in communautaire als in internationale wateren en zelfs in de wateren van sommige derde landen in het kader van bilaterale overeenkomsten, vertoont zij in de verschillende oceanen toch vergelijkbare kenmerken en daarom moet voor al deze visserijactiviteiten een samenhangende algemene aanpak worden gevolgd.

Dit voorstel heeft dan ook tot doel alle technische maatregelen die gelden voor bepaalde bestanden van over grote afstanden trekkende vissoorten om te zetten en in één verordening samen te brengen. De bepalingen die zijn overgenomen uit reeds bestaande verordeningen, zijn zonder noemenswaardige wijzigingen in de nieuwe tekst overgenomen. De artikelen die zijn opgesteld om tegemoet te komen aan nieuwe aanbevelingen zijn in de tekst onderstreept.

De Commissie stelt voor dat de Raad deze verordening aanneemt.