Toelichting bij COM(2001)347 - Machtiging van Frankrijk de toepassing van een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen vervaardigde "traditionele" rum te verlengen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Inleiding

Bij Beschikking van de Raad van 30 oktober 1995, die op 31 december 2002 verstrijkt, werd Frankrijk gemachtigd in continentaal Frankrijk een verlaagd accijnstarief toe te passen op in de Franse overzeese departementen geproduceerde 'traditionele' rum. Deze machtiging vloeide voort uit de noodzaak de vitale belangen van de communautaire producenten van rum te behartigen. In afwachting van de effecten van de maatregelen die zijn genomen ter ondersteuning van de sector rietsuiker-suiker-rum, en rekening houdende met de gevolgen die inherent zijn aan de afschaffing van de tariefcontingenten, werd destijds geacht dat alleen een fiscaal instrument, in dit geval verlaging van de accijns, een oplossing kon brengen voor het behoud van een 'ruimte op de markt' voor rum uit de Franse overzeese departementen.

Gezien de herziening van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker in 2001 en de afschaffing in 2003 van de douanebescherming van alcoholhoudende dranken, zullen de communautaire en nationale maatregelen om de concurrentiepositie van de sector rietsuiker-suiker-rum in de Franse overzeese departementen te verbeteren, op zich nog steeds niet volstaan om het concurrentiepeil te bereiken dat Frankrijk in staat moet stellen de belasting van in de Franse overzeese departementen vervaardigde 'traditionele' rum aan te passen.

In haar memorandum over de maatregelen die, in het kader van artikel 299, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, ten uitvoer moeten worden gelegd met betrekking tot ultraperifere gebieden, acht Frankrijk handhaving nĂ¡ 31 december 2002 van de fiscale regeling die van toepassing is op 'traditionele' rum uit de Franse overzeese departementen, derhalve onontbeerlijk. Gezien de concurrentie van 'traditionele' rum uit derde landen, kan deze rum namelijk alleen dankzij deze fiscale regeling zijn marktaandeel in continentaal Frankrijk behouden. Dit marktaandeel (meer dan 50% van de productie) is een absolute voorwaarde voor het voortbestaan van de rumsector in de Franse overzeese departementen; deze speelt, gezien de aanzienlijke omzet en het grote aantal arbeidsplaatsen in de sector rietsuiker-suiker-rum, een cruciale rol in de handhaving van het economisch en sociaal evenwicht van de Franse overzeese departementen.

Gezien de noodzaak om voor de betrokken bedrijven het klimaat van zekerheid tot stand te brengen dat onontbeerlijk is voor investeringen in de modernisering van hun activiteiten, is Frankrijk overigens van mening dat handhaving van de speciale belastingregeling gedurende een langere periode in overweging moet worden genomen, in combinatie met een evaluatierapport ter voorbereiding van de verlenging ofwel aanpassing van de te nemen maatregelen. De Commissie stelt, in onderhavig geval, een verlenging voor van zeven jaar, lopende van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2009, waarbij Frankrijk wordt verplicht een evaluatierapport op te stellen op basis waarvan de Commissie, in de periode waarin genoemde fiscale regeling van toepassing is, kan nagaan of de omstandigheden die goedkeuring van het verlaagd recht rechtvaardigden, nog steeds aanwezig zijn.

Opmerkingen met betrekking tot de voorgestelde bepalingen

Artikel 1 machtigt Frankrijk in continentaal Frankrijk een verlaagd accijnstarief toe te passen op in de Franse overzeese departementen vervaardigde 'traditionele' rum.

In artikel 2 wordt aangegeven wat precies verstaan wordt onder 'traditionele' rum.

Artikel 3 beperkt de toepassing van het verlaagd recht in continentaal Frankrijk tot een jaarlijks contingent van 90.000 hl zuivere alcohol, dat is berekend op basis van de in de afgelopen jaren geregistreerde gemiddelde hoeveelheden; ook bepaalt dit artikel de omvang van de verlaging.

In artikel 4 wordt de toepassingsduur van de beschikking vastgesteld; op basis van een tussentijds evaluatierapport zal worden nagegaan of de omstandigheden die goedkeuring van deze fiscale afwijking rechtvaardigden, nog steeds aanwezig zijn.

Artikel 5 is zuiver formeel.