Toelichting bij COM(2001)249 - Sluiting van de vierde wijziging van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. De Commissie stelt de Raad voor namens de Europese Gemeenschap de wijziging van het Protocol van Montreal van Peking van 1999 goed te keuren.

2. Het originele Protocol van Montreal is aangenomen in september 1987 en door de Gemeenschap gesloten in 1988. Een wijziging is nodig telkens wanneer de partijen nieuwe bepalingen in het protocol willen opnemen. Elke nieuwe wijziging dient door minstens 20 partijen te worden aanvaard voordat zij in werking treedt. Voorts moet elke partij afzonderlijk elke wijziging aanvaarden voordat zij gebonden is aan de erin vervatte beheersingsmaatregelen. De Gemeenschap heeft de wijziging van Londen in 1991, de wijziging van Kopenhagen in 1993 en het Protocol van Montreal in 2000 goedgekeurd. Het is nu een geschikt moment om de wijziging van Peking goed te keuren.

3. Met de wijziging van Peking worden de volgende nieuwe beheersingsmaatregelen in de regeling van het Protocol van Montreal opgenomen:

- Een bevriezing van de productie van chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK's) in de ontwikkelde landen tegen 2004.

- Een bevriezing van de productie van HCFK's in de ontwikkelingslanden tegen 2016.

- Een verbod op de handel in HCFK's met staten die geen partij zijn bij het protocol.

- Een verbod van de stof broomchloormethaan waarvan het ozonafbrekende vermogen onlangs is vastgesteld.

- Verplichte rapportage van de hoeveelheden methylbromide die gebruikt worden voor quarantainedoeleinden en ontsmetting vóór transport.

4. De Commissie heeft over deze wijzigingen namens de Europese Gemeenschap onderhandeld gedurende de elfde vergadering van de partijen bij het Protocol van Montreal in december 1999 in Peking. De onderhandelingen zijn gevoerd in lijn met de van de Raad ontvangen onderhandelingsrichtsnoeren voor deze vergadering, en de bepalingen van de wijziging zijn in overeenstemming met het beleid van de Gemeenschap inzake ozonafbrekende stoffen en met name de nieuwe verordening inzake ozonafbrekende stoffen. De wettelijke maatregelen die nodig zijn om deze nieuwe beheersingsmaatregelen ten uitvoer te leggen zijn opgenomen in de communautaire Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen  i.

5. In materiële zin heeft de wijziging van Peking betrekking op maatregelen inzake HCFK's en nieuwe stoffen, inclusief beperkingen op de internationale handel. Dit brengt de maatregelen duidelijk binnen de communautaire bevoegdheidssfeer, die zowel gebaseerd is op de communautaire besluiten die op het gebied van milieubescherming al zijn aangenomen als op de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap om de handel met derde landen te regelen. Het is derhalve passend en nodig dat de Gemeenschap de wijziging goedkeurt. Op maart 2001 hadden slechts vijf partijen de wijziging geratificeerd, maar een belangrijk aantal lidstaten is bezig met ratificering nu de nieuwe EG-verordening van kracht is. Goedkeuring door de Gemeenschap zal mede een impuls geven in de zin van aanvaarding van de wijziging door twintig partijen, hetgeen nodig is wil deze in werking treden.