Toelichting bij COM(2002)359 - Richtsnoeren ter aanvulling van bijlage VII van Richtlijn 2001/18/EG inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Richtlijn 2001/18/EG legt kennisgevers de verplichting op om een monitoringplan toe te passen teneinde directe of indirecte, onmiddellijk, vertraagd of onverwacht optredende effecten van GGO's als product of in producten, nadat deze in de handel zijn gebracht, op de gezondheid van de mens en het milieu te kunnen traceren en signaleren.

2. Bijlage VII van Richtlijn 2001/18/EG omschrijft in algemene bewoordingen de te bereiken doelstelling alsmede de grondbeginselen die moeten worden toegepast bij het opstellen van het in artikel 13, lid 2, artikel 19, lid 3, en artikel 20 van genoemde richtlijn bedoelde monitoringplan. In de eerste alinea van bijlage VII wordt tevens aangegeven dat deze bijlage moet worden aangevuld met richtsnoeren, die zullen worden uitgewerkt overeenkomstig de in artikel 30 van Richtlijn 2001/18/EG bedoelde procedure.

3. In overeenstemming met bovenvermelde bepalingen is het krachtens artikel 30 van genoemde richtlijn ingestelde comité geraadpleegd over een ontwerp van de te nemen maatregelen. Dit ontwerp dient ter aanvulling van de in bijlage VII verstrekte informatie en geeft in de context van de richtlijn:

- een verdere uitwerking van de monitoringdoelstellingen;

- een verdere uitwerking van de grondbeginselen van monitoring; en

- de grote lijnen van een algemeen kader voor de ontwikkeling van passende monitoringplannen voor de fase na het in de handel brengen van een GGO.

4. Dit comité heeft geen advies over het voorstel uitgebracht. In dergelijke gevallen bepaalt artikel 30 dat de Commissie onverwijld een voorstel voor de te nemen maatregelen aan de Raad dient voor te leggen en het Europees Parlement hiervan op de hoogte moet stellen. De Raad besluit dan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

5. Wanneer de Raad bij afloop van die termijn het voorgestelde uitvoeringsbesluit niet heeft aangenomen of niet te kennen heeft gegeven dat hij zich tegen het voorstel voor uitvoeringsmaatregelen verzet, wordt het voorgestelde uitvoeringsbesluit door de Commissie vastgesteld.