Toelichting bij COM(2002)496 - Sluiting van de Overeenkomst inzake de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst met de regering van Senegal inzake de visserij voor de Senegalese kust, voor de periode van 1 juli 2002 tot en met 30 juni 2006

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Gemeenschap en de Democratische Republiek Senegal onderhouden al jarenlang betrekkingen op het gebied van de visserij. De uit 1980 daterende Kaderovereenkomst is de eerste overeenkomst die de Gemeenschap op dit gebied heeft gesloten en vertegenwoordigt een aanzienlijke financiële waarde. Deze overeenkomst is zowel vanwege de verkregen vangstmogelijkheden als vanwege zijn politieke en economische betekenis van belang. Voor Senegal is de overeenkomst niet alleen een aanzienlijke bron van inkomsten, maar garandeert zij ook voor een belangrijk deel de voorziening van de Senegalese industrie met grondstoffen, ook al is het totale effect van de visserijactiviteiten van de EG in Senegalese wateren niet erg groot. Van de totale vangsten in Senegalese wateren (1997-2001) is slechts 1,7-3,3% gevangen door de EG, terwijl vissersvaartuigen van de EG verantwoordelijk waren voor bijna een kwart (24.8% in 1997) van de door de industriële vloot in de haven van Dakar aangevoerde vis. Krachtens het protocol zijn bepaalde vaartuigen van de EG verplicht een deel van hun vangsten in Senegal aan land te brengen en voeren de tonijnvaartuigen een belangrijk deel van hun vangsten aan in Dakar. Het betreft hier niet alleen vangsten uit de EEZ van Senegal, maar uit de hele zone.

Het laatste aan de visserijovereenkomst tussen de EG en Senegal gehechte protocol is afgelopen op 31 december 2001. Na een laatste ronde van onderhandelingen over de hernieuwing van het protocol, in Dakar op 24 en 25 juni 2002, is een nieuw protocol geparafeerd.

Het nieuwe protocol geldt van 1 juli 2002 tot en met 30 juni 2006 en is het 17e sinds de inwerkingtreding van deze visserijovereenkomst. Het verleent vangstmogelijkheden voor 78 tonijnvaartuigen en 8 000 brutoregisterton voor trawlers en vaartuigen voor de visserij met de beug. In vergelijking met het vorige protocol zijn voor sociaal, politiek en economisch gevoelige segmenten de vangstmogelijkheden aanzienlijk beperkt: de demersale kustvisserij is met 30% verminderd en de pelagische visserij is helemaal uit het nieuwe protocol verdwenen.

De totale aan Senegal te betalen financiële bijdrage is verhoogd van EUR 12 000 000 naar EUR 16 000 000 per jaar. Van dit bedrag is in het protocol EUR 3 000 000 per jaar gereserveerd voor de totstandbrenging van een partnerschap dat onder meer de evaluatie van de bestanden, de controle en het toezicht op de visserijactiviteiten, de verbetering van de veiligheid aan boord van de vaartuigen voor de ambachtelijke visserij en ondersteuning van de institutionele structuren met het oog op een duurzame en verantwoorde visserij ten doel heeft.

Dit partnerschap is een vernieuwend element dat niet voorkwam in het vorige protocol en dat aangeeft dat beide partijen willen bijdragen aan de totstandbrenging van duurzame en verantwoorde visserijactiviteiten. Bovendien voorziet dit partnerschap in een programmerings- en follow-upregeling naar analogie van andere visserijovereenkomsten die de Gemeenschap met derde landen heeft gesloten. Hierbij dient tevens te worden benadrukt dat de Senegalese autoriteiten zich in het kader van het partnerschap ertoe hebben verplicht een evaluatie en een audit van alle partnerschapsacties uit te voeren voor elk jaar dat het protocol van toepassing is.

Het protocol bevat nog verscheidene andere positieve elementen, zoals bijvoorbeeld:

* Voor het eerst voorziet het protocol tussen de EG en Senegal in een continu toezicht op de ontwikkeling van de toestand van de bestanden. Overeenkomstig artikel 3 van het protocol zal hiertoe een jaarlijkse wetenschappelijke vergadering worden gehouden.Op grond van de conclusies van de wetenschappelijke vergadering kan de gemengde commissie passende maatregelen nemen voor het duurzame beheer van de bestanden, waaronder - zo nodig - een vermindering van de vangstmogelijkheden.

* De nieuwe methode voor het berekenen van de vangstmogelijkheden voor trawlers en vaartuigen voor de visserij met de beug ("per maand op jaarbasis") zal de daadwerkelijk ontplooide visserijactiviteiten weergeven en de visserij van de EG een grotere flexibiliteit bieden. Het is tevens zeer waarschijnlijk dat er meer gebruik zal worden gemaakt van de vangstmogelijkheden (kosten-batenverhouding).

* De door reders te betalen voorschotten zijn verhoogd.

* De technische omstandigheden zijn verbeterd (invoering van jaarlijkse biologische rustperiodes, beperkte visserijzones, beperking van de toegestane bijvangsten, grotere maaswijdtes en een verhoging van de verplicht aan te voeren hoeveelheden vis).

* Het aantal Senegalese waarnemers en zeelieden aan boord van vaartuigen van de Gemeenschap is toegenomen.

Gezien het bovenstaande wordt het protocol geacht waar voor zijn geld te bieden en zal het de verantwoorde en duurzame exploitatie van de bestanden ten bate van zowel de Gemeenschap als Senegal aanmoedigen.

De Commissie stelt bijgevolg voor dat de Raad de ontwerpovereenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van het protocol, in afwachting van de definitieve inwerkingtreding, bij besluit goedkeurt.

Een voorstel voor een verordening van de Raad inzake de sluiting van het nieuwe protocol is het voorwerp van een afzonderlijke procedure.