Toelichting bij COM(2001)742-2 - Wijziging van bijlage I van Beschikking nr. 1336/97/EG betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2001)742-2 - Wijziging van bijlage I van Beschikking nr. 1336/97/EG betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese ... |
---|---|
bron | COM(2001)742 |
datum | 10-12-2001 |
|
52001DC0742
Verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Verslag over de tenuitvoerlegging van Beschikking nr. 1336/97/EG betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken /* COM/2001/0742 def. */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S - Verslag over de tenuitvoerlegging van Beschikking nr. 1336/97/EG betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken
(door de Commissie ingediend)
INHOUD
Inleiding
Inhoudsopgave
- 1.1. Referentiestudies
- 2. Doelstellingen van TEN-Telecom
- 3. Verleende steun
- 4. Tenuitvoerlegging van het programma
- 5. Met communautaire steun behaalde resultaten
- 5.1. Gebieden waarop de steun is gericht in uitnodigingen tot het indienen
- 5.2. Beoordeling van voorstellen
- 5.2.1. Mening van de beoordelaars
- 5.3. Profiel van deelnemers aan het programma
- 5.4. Projectportefeuille
- 5.5. Projectresultaten
- 5.5.1. Ondersteunende acties
- 6. Programmabeoordeling
- 7. Beoordeling van de maatschappelijke effecten
- 8. Aanbevelingen
- 8.1. Toekomstige programmaontwikkeling
- 8.2. Conclusies
- 1.1. Referentiestudies
- 2. Doelstellingen van TEN-Telecom
- 3. Verleende steun
- 4. Tenuitvoerlegging van het programma
- Totale financiële gegevens voor het TEN-Telecom-programma (in EUR miljoen)
- 5. Met communautaire steun behaalde resultaten
- 5.1. Gebieden waarop de steun is gericht in uitnodigingen tot het indienen van voorstellen
- 1998/1 Telecommunicatienetwerken
- 3.2.1 Ontwikkeling en interoperabiliteit van satellietnetwerken
- 3.2.2 Ontwikkeling en interoperabiliteit van mobiele netwerken
- 3.2.3 Ontwikkeling en interoperabiliteit van algemene netwerken
- 1998/2: Algemene diensten en toepassingen
- 1 Trans-Europese algemene telecommunicatiediensten
- 1.1 Op Internet gebaseerde algemene diensten
- 1.2 Ondersteunende diensten voor elektronische handel
- 1.3 Extranet/Intranet-platforms voor het MKB
- 2 Trans-Europese telecommunicatietoepassingen
- 2.1 Onderwijs en opleiding
- 2.2 Toegang tot Europa's cultureel erfgoed
- 2.3 Toepassingen en diensten voor het MKB
- 2.4 Vervoer en mobiliteit
- 2.5 Milieu- en rampenbeheer
- 2.6 Gezondheidszorg
- 2.7 Stads- en regionale informatienetwerken
- 1999/1: Algemeen inzetbare diensten en toepassingen
- 1 Trans-Europese algemeen inzetbare telecommunicatie diensten
- 1.1 Op Internet gebaseerde algemeen inzetbare diensten
- 1.2 Ondersteunende diensten voor elektronische handel
- 1.3 Multimediale ondersteunende diensten
- 1.4 Ondersteuning van mobiliteit
- 2 Trans-Europese telecommunicatietoepassingen
- 1 Trans-Europese algemeen inzetbare telecommunicatiediensten
- 1.1 Algemeen inzetbare informatiediensten
- 1.2 Diensten voor industrie en handel
- 1.3 Nieuwe toegangsmethoden, mobiliteit en convergentie
- 2 Trans-Europese telecommunicatietoepassingen
- 2.1 Onderwijs en opleiding
- 2.2 Toegang tot Europa's cultureel erfgoed
- 2.3 Toepassingen en diensten voor het MKB
- 2.4 Vervoer en mobiliteit
- 2.5 Milieu- en rampenbeheer
- 2.6 Gezondheidszorg
- 2.7 Stads- en regionale informatienetwerken
- 2000/2: Algemeen inzetbare diensten en toepassingen
- 1 Trans-Europese algemeen inzetbare telecommunicatiediensten
- 1.1 Algemeen inzetbare informatiediensten
- 1.2 Diensten voor industrie en handel
- 1.3 Nieuwe toegangsmethoden, mobiliteit en convergentie
- 2 Trans-Europese telecommunicatietoepassingen
- 2.1 Onderwijs en opleiding
- 2.2 Toegang tot Europa's cultureel erfgoed
- 2.3 Toepassingen en diensten voor het MKB
- 2.4 Vervoer en mobiliteit
- 2.5 Milieu- en rampenbeheer
- 2.6 Gezondheidszorg
- 2.7 Stads- en regionale informatienetwerken
- 2.8 Nieuwe werkmethoden en diensten voor de banenmarkt
- Aantal uitgebrachte voorstellen per uitnodiging in 1998 t/m 2000
- 1998/1 // 18
- 1998/2 // 132
- 1998/3 // 11
- 1999/1 // 53
- 2000/1 // 92
- 2000/2 // 123
- 5.2. Beoordeling van voorstellen
- 5.2.1. Mening van de beoordelaars
- 5.3. Profiel van deelnemers aan het programma
- 5.4. Projectportefeuille
- 5.5. Projectresultaten
- Invoeringsstatus van afgeronde projecten
- ENINFO
- HERMES
- HORTONET
- TESSYN
- THEN
- TTT-NET
- 5.5.1. Ondersteunende acties
- Deel A - Overzicht van de marktontwikkelingen in trans-Europese netwerken
- 6. Programmabeoordeling
- Verhouding ontvangen versus gehandhaafde voorstellen
- 7. Beoordeling van de maatschappelijke effecten
- 8. Aanbevelingen
- 8.1. Toekomstige programmaontwikkeling
- 1) Verhoging van het aantal invoeringsprojecten
- 2) Verhoging van het aantal projecten ten aanzien van overheidsdiensten
- 3) Interconnectie en interoperabiliteit van netwerken
- 4) Coördinatie met andere actoren
- 5) Programmabeheer en projectbewaking
- 6) Deelneming van toetredingslanden
- 7) Vaststelling van een duidelijk profiel
- 8) Programmacommunicatie
- 8.2. Conclusies
- BIJLAGE I
van voorstellen
BIJLAGE I
Inleiding
TEN-Telecom is een communautair programma voor steun aan trans-Europese telecommunicatienetwerken en -diensten. Het programma werd in 1993 opgezet op basis van de artikelen 154 t/m 156 (Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap). Deze artikelen roepen op tot de ontwikkeling van trans-Europese netwerken op drie gebieden: vervoer, telecommunicatie en energie. Op deze gebieden zijn programma's opgezet met gemeenschappelijke financiële voorschriften i waarin de voorwaarden en procedures voor steun van de Gemeenschap worden uiteengezet. De voorschriften werden gewijzigd in 1999 i. De wijziging introduceerde nieuwe vormen van steun, en wees op de begroting EUR 4.600 miljoen toe voor de periode 2000-2006.
Naast gemeenschappelijke financiële voorschriften wordt elk programma gedefinieerd door eigen richtsnoeren. De richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken werden in juni 1997 aangenomen i, en omvatten de doelstellingen en prioriteiten van het programma. De gebieden die het programma steunt ("Projecten van gemeenschappelijk belang") worden opgesomd in bijlage I.
Dit verslag bevat een evaluatie van het programma over de periode van drie jaar vanaf het aannemen van de nieuwe richtsnoeren i in 1997 tot juni 2000. Artikel 14 van de richtsnoeren bepaalt, om de drie jaren, een rapport die de volgende inlichtingen bevat:
* een evaluatie van de met communautaire steun bereikte resultaten in de verschillende projectgebieden in verhouding tot de algehele doelstellingen
* een beoordeling van de maatschappelijke effecten van de invoering van de toepassingen nadat zij werden ingevoerd
Toen het onafhankelijke onderzoek voor dit verslag werd verricht, waren er 58 projecten die werden gefinancierd naar aanleiding van uitnodigingen in 1998 en 1999, waarvan negen projecten waren afgerond. In dit verslag worden daarom zowel verwachte uitkomsten als feitelijke resultaten van projecten beoordeeld.
Samen met een verslag dat een evaluatie van het programma bevat, bepaalt artikel 14 van de richtsnoeren dat 'de nodige voorstellen voor de herziening van bijlage I op basis van de technische ontwikkelingen en de opgedane ervaring' dienen te worden ingediend. Een voorstel voor de herziening van bijlage I wordt samen met dit verslag ingediend, aangezien het deels uit de hier gepresenteerde beoordeling volgt.
Dit verslag is gebaseerd op twee hoofdbronnen:
* een tussentijdse evaluatie van het TEN-Telecom-programma i, uitgevoerd van mei tot november 2000 door een onafhankelijke, externe aannemer, hierna te noemen 'de externe evaluatie'.
tentelecom.
* Het speciaal verslag van de Rekenkamer nr. 9/2000 i over de trans-Europese netwerken (TEN) - telecommunicatie.
Bovendien is het verslag vergeleken met de inhoud van:
* Het eEurope-initiatief waarin doelstellingen en prioriteiten voor EU-steun voor de informatiemaatschappij zijn vastgelegd.
* Andere communautaire programma's, bijvoorbeeld het vijfde kaderprogramma en het voorstel van de Commissie voor een zesde kaderprogramma (2002-2006), eContent, IDA en de andere TEN's.
De belangrijkste doelstellingen van TEN-Telecom zijn vastgelegd in artikel 2 van de richtsnoeren van het programma.
De Gemeenschap verleent steun aan de interconnectie van netwerken op het gebied van de telecommunicatie-infrastructuur, het instellen en ontwikkelen van interoperabele diensten en toepassingen en de toegang daartoe, met de volgende doelstellingen:
* Bevorderen van de overgang naar de informatiemaatschappij voor iedereen (bijv. in overweging nemen van de behoeften van gehandicapten en ouderen en bestrijding van sociale uitsluiting).
* Versterken van de economische en sociale samenhang, waaronder de noodzaak om de insulaire, niet aan zee grenzende en perifere regio's met de centrale regio's van de Gemeenschap te verbinden
* Stimuleren van nieuwe werkgelegenheid scheppende activiteiten
* Verbeteren van het concurrentievermogen van Europese ondernemingen, met name het midden- en kleinbedrijf, en versterken van de interne markt.
Zij benadrukken dat het doel van het programma erin bestaat sociale uitsluiting van de informatiemaatschappij te bestrijden, en worden gevolgd door het verlenen van financiële steun op een aantal strategische gebieden, georganiseerd op drie brede niveaus: toepassingen, algemene diensten en basisnetwerken. De gebieden worden aangewezen in bijlage I van de richtsnoeren van het programma en verder gespecificeerd in de TEN-Telecom-werkprogramma's.
TEN-Telecom verleent steun aan de technische en commerciële haalbaarheid, de validatie, en de invoering van een project. In dat opzicht is het programma ontworpen om de invoering van innovatieve diensten op basis van bewezen technologieën te steunen. Het programma steunt diensten van openbaar belang die niet concurreren met commerciële diensten.
Maximaal 50% van de kosten van activiteiten op het gebied van technische en commerciële haalbaarheid en validatie kunnen worden gefinancierd. Invoering kan tot maximaal 10% van de totale investeringskosten worden gefinancierd. Financiering kan worden verschaft door middel van gedeelde kosten, rentesubsidies voor leningen, een bijdrage in de premies voor garanties van leningen, en rechtstreekse investeringssubsidies.
De bijdrage van de Commissie aan een project is beperkt tot 10% van de totale investeringskosten van een project met inbegrip van haalbaarheidsstudies.
Daarnaast kan TEN-Telecom coördinerende en ondersteunende acties financieren die zijn gericht op de ontwikkeling van de juiste omgeving voor de ontwikkeling van een informatiemaatschappij die niemand uitsluit (Bijlage II bij de richtsnoeren van het programma). Deze acties kunnen inhouden het scheppen van een gunstig klimaat op nationaal en regionaal niveau en het coördineren van activiteiten met aanverwante communautaire en nationale programma's.
Het TEN-Telecom-budget voor de periode 1998-2000 bedroeg EUR 92,8 miljoen. De uitgaven voor die periode zijn hieronder aangegeven.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
*Inclusief EUR 1,6 miljoen overheveling van TEN-Energie.
Ten tijde van de externe evaluatie waren 9 projecten afgerond, 46 open (in uitvoering) en 3 gestopt. Over nog eens 35 projecten uit de eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen in 2000 (2000/1) werd nog onderhandeld.
Teneinde de uitvoering van de betalingen te verbeteren heeft het programma een proactieve aanpak ingevoerd waarbij vroegtijdige waarschuwingen werden verzonden betreffende in te dienen verslagen en kostenstaten, en door de deelnemers op hun contractverplichtingen te wijzen inzake het indienen van de vereiste bewijsstukken alvorens een aanvraag voor kostenvergoeding in te dienen. Met deze aanpak worden zowel late aanvragen als vertragingen bij de betaling vermeden en dit zal leiden tot een verbetering op het gebied van de uitgevoerde betalingen.
TEN-Telecom selecteert projecten voor steun op basis van mededinging, naar aanleiding van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen. In elke uitnodiging worden geselecteerde gebieden aangedragen voor toekomstige voorstellen. De volgende paragrafen bevatten een overzicht van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen van 1998 t/m 2000
Uitnodigingen tot het indienen van voorstellen
Doorlopende uitnodiging 1998/3: Ondersteunende en coördinerende acties
Marktanalyse en technologische bewaking
Voorbereidende sectorale bijeenkomsten op de toepassingsgebieden die onder het TEN-Telecom-programma vallen
Coördinatie en steun
Bekendmaking en verspreiding
(idem als in 1998/2) // 2000/1: Algemene diensten en toepassingen
(bron: externe evaluatie)
Uit bovenstaande tabel blijkt dat alleen in de eerste uitnodiging na de introductie van de nieuwe richtsnoeren, op basis van de meningen binnen het beheercomité, werd gevraagd om projecten uit de basisnetwerklaag. Alle volgende uitnodigingen waren gericht op algemene diensten en toepassingen, met uitzondering van een extra doorlopende uitnodiging voor ondersteunende en coördinerende acties, uitgebracht in 1998.
De volgende tabel geeft een overzicht van het aantal ingediende voorstellen.
Uitnodiging | aantal |
De beoordeling van voorstellen voor financiering wordt verricht door TEN-Telecom-personeel, met de steun van externe beoordelaars. De door de beoordelaars gehanteerde beoordelingscriteria zijn gebaseerd op bijlage II van de richtsnoeren van het programma. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op de economische en financiële levensvatbaarheid van de projecten, de sociaal-economische gevolgen en de trans-Europese dimensie.
De voorstellen worden toegewezen aan drie groepen beoordelaars, al naar gelang hun deskundigheid. De beoordelaars vormen een eigen mening over en bepalen een cijfer voor elk voorstel, en komen vervolgens bijeen om tot overeenstemming over de cijfers te komen. Vervolgens worden twee plenaire zittingen gehouden: eerst om de laagste categorie van 'C'-voorstellen te elimineren, en vervolgens om de cijfers die aan de overige voorstellen zijn toegekend te bestuderen. Na afronding van de tweede plenaire zitting wordt voor de voorstellen een volgorde van prioriteit voor financiering vastgesteld.
Negentien beoordelaars die deelnamen aan de beoordeling van de uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2000/1 en de doorlopende uitnodiging tot het indienen van voorstellen 1998/3 werd gevraagd hun mening te geven over de beoordelingsprocedures. Het aanwijzen van panels voor specifieke gebieden werd als een belangrijk sterk punt beschouwd. Men was van mening dat deze panels een goede persoonlijke interactie tussen de deskundigen mogelijk maakten, en daardoor ertoe bijdroegen dat besluiten op basis van een sterke consensus werden genomen en dat de voorstellen op een eerlijke wijze punten werd toegekend. Er werden enkele bezwaren geuit met betrekking tot de korte tijd die beschikbaar was om vertrouwd te raken met de afzonderlijke voorstellen, het algemene karakter van sommige beoordelingscriteria en de mogelijkheid dat projecten die tussen verschillende gebieden in vallen, benadeeld kunnen worden.
De beoordelingsprocedure wordt momenteel herzien om de procedure in het algemeen te verbeteren en de beoordelingscriteria aan te scherpen. TEN-Telecom zal met name de definitie van toegestane totale investeringskosten voor een project verduidelijken.
De externe evaluatie bevatte een onderzoek waaruit blijkt dat ruim 50% van de deelnemers uit particuliere ondernemingen afkomstig was, 5% uit openbare ondernemingen, 10% uit overheidsdiensten en 18% uit onderzoeksinstellingen. De deelnemende particuliere ondernemingen omvatten veel van de grote technologische ondernemingen op het gebied van telecommunicatie en IT, alsmede kleinere ondernemingen. De meeste deelnemers (66%) vertegenwoordigen in één lidstaat aanwezige organisaties, terwijl 9% van de organisaties in alle 15 lidstaten aanwezig is. 57% van de deelnemers behoort tot organisaties uit de categorie midden- en kleinbedrijf. 23% van de deelnemende organisaties heeft een omzet van meer dan EUR 150 miljoen.
Bijna de helft van de onderzochte 58 projecten had uit andere bronnen financiering ontvangen voor eerdere projectfases. De meest voorkomende financieringsbronnen waren ESPRIT i, Telematicatoepassingen i en het ACTS-programma i. De meeste bij de externe evaluatie onderzochte deelnemers gaven aan dat hun project niet gestart zou zijn als zij geen financiering hadden ontvangen van TEN-Telecom.
Van de 58 projecten die naar aanleiding van de uitnodigingen van 1998 en 1999 werden gesteund, werd van één project de invoering gefinancierd, van 55 projecten de haalbaarheid en validatie, en werden twee projecten als ondersteunende actie gefinancierd i. Deze cijfers zijn in verhouding met de aantallen ontvangen voorstellen voor financiering per fase, en laten zien dat de meeste voorstellen technische en commerciële haalbaarheid en validatie betreffen.
Dit kan deels het gevolg zijn van de financieringsniveaus voor elke categorie: 50% voor haalbaarheid en validatie, ten opzichte van 10% voor invoering (ondersteunende acties worden voor 100% gefinancierd).
Van de 58 in 1998 en 1999 voor steun geselecteerde projecten waren er nog maar negen afgerond ten tijde van de externe evaluatie. In dat opzicht waren de belangrijkste bekende projectresultaten ondernemingsplannen, ondersteund door marktanalyses, technische studies en proeftoepassingen.
De gegevens die werden verkregen uit jaarlijkse projectevaluaties wijzen erop dat de technische kwaliteit van de projecten over het algemeen bevredigend is, terwijl de ondernemingsplannen op een aantal terreinen naar verhouding als zwak werden beschouwd.
(Als reactie daarop wordt het Business Plan Support-project met ingang van januari 2000 door TEN-Telecom als ondersteunende actie gefinancierd, om op dat gebied bijstand te verlenen. Consortia worden eveneens verwezen naar het LIFT-programma i voor aanvullend advies.)
Van de negen afgeronde projecten, reageerden de zes in onderstaande tabel opgenomen consortia op de externe evaluatie. De volgende tabel laat zien dat drie projecten ofwel onlangs zijn ingevoerd ofwel naar verwachting in de nabije toekomst zullen worden ingevoerd.
Project | Status (oktober |
Afgerond:
April 2000 | Tijdens het project werd een proefdienst (milieu-informatie op het internet voor de chemische sector) ontwikkeld, maar de potentiële markt werd te klein geacht om winstgevend te |
Afgerond:
Augustus 2000 | Het haalbaarheidsonderzoek toonde een onrijpe markt voor hybride postdiensten op dit moment, maar een groot potentieel op de lange |
Afgerond:
februari 2000 | Het project liet positieve resultaten |
Afgerond:
maart 2000 | Haalbaarheids- en marktonderzoek is uitgevoerd en invoeringspotentieel |
Afgerond:
maart 2000 | Uit het haalbaarheidsonderzoek bleek dat de trans-Europese markt voor telegeneeskunde niet rijp was, maar het consortium initieerde de invoering van diensten op de nationale markt |
Afgerond:
1e kwartaal 2000 | Het project betreft de voorbereiding van de invoering van het IP-telefoniesysteem van de nieuwe |
(bron: externe evaluatie)
Na een gezamenlijk initiatief dat in 1997 werd geïntroduceerd door DG Informatiemaatschappij en DG Regionaal beleid, werden vijftien projecten medegefinancierd uit de TEN-Telecom-begroting, met het doel de kwaliteit van lokale informatie over toerisme en het midden- en kleinbedrijf te verbeteren door middel van een kritische massa interoperabele en betrouwbare informatie. In april 2000 werd een technische beoordeling van de projecten uitgevoerd met behulp van externe deskundigen. De conclusie van de beoordeling was dat de projecten een significante bijdrage leverden aan een baanbrekende actie in de richting van eEurope door de integratie van lokale acties op Europees niveau onder inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.
Dertien door TEN-Telecom met de Educational Multimedia Task Force medegefinancierde projecten werden in oktober 1999 geëvalueerd. In de evaluatie werden de gerealiseerde technische vorderingen en hun bijdrage aan TEN-Telecom-doelstellingen beoordeeld. De meeste geëvalueerde projecten lieten volgens beide criteria positieve resultaten zien.
In 1998 werd een doorlopende uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor ondersteunende en coördinerende acties (1998/3) uitgebracht, gericht op de volgende taken: marktanalyse en technologische bewaking; voorbereidende sectorale bijeenkomsten in de toepassingsgebieden die vallen onder het TEN-Telecom-programma; coördinatie en steun; bekendmaking en verspreiding. Naar aanleiding van deze uitnodiging werden twee projecten gefinancierd:
* TELECOM 2000 organiseert voorbereidende sectorale evenementen in de toepassingsgebieden die vallen onder het programma, bevordert de samenwerking tussen de projecten van het programma en stimuleert de bekendmaking van het programma door middel van seminars en programma-informatiedagen.
* Het TUSAM-project bewaakt de telecommunicatiemarkt voor technologische ontwikkelingen als een bron van strategische begeleiding voor het programma. Het project produceert halfjaarlijkse informatieverslagen. Deze verslagen zijn als volgt opgebouwd:
Deel B - Overzicht van de ontwikkelingen in trans-Europese telecommunicatietoepassingen op de gebieden waarop het programma zich richt.
De halfjaarlijkse verslagen worden regelmatig bijgewerkt met korte samenvattende artikelen over algemene trans-Europese ontwikkelingen en ontwikkelingen op specifieke toepassings gebieden van TEN-Telecom.
Uit de externe evaluatie bleek dat veel gesteunde projecten het potentieel hebben significante bijdragen te leveren aan de doelstellingen van TEN-Telecom en de Gemeenschap, wat betreft het versnellen van de ontwikkeling van werkgelegenheidscheppende activiteiten in de nieuwe groeisectoren en het verbeteren van het concurrentievermogen van het bedrijfsleven van de Gemeenschap, met name het midden- en kleinbedrijf. Deze bijdragen doen zich waarschijnlijk ook onmiddellijk gelden, omdat de steun voornamelijk was gericht op de toepassingslaag.
Met uitzondering van de eerste uitnodiging is er geen steun verleend aan projecten in de basisnetwerklaag. Dit is een gevolg van het beperkte budget dat aan het programma is toegewezen en ook in overeenstemming met de adviezen van het beheercomité. In dit kader is door de structuurfondsen steun verleend aan in aanmerking komende regio's en door de EIB. De EIB zal de ontwikkeling van telecommunicatienetwerken in het kader van het Innovatie 2000-initiatief i blijven steunen door het verstrekken van investeringsleningen.
Over het algemeen was de vraag naar TEN-Telecom-financiering groter dan het elk jaar beschikbare bedrag. Bij de laatste uitnodiging steeg het aantal voorstellen met ongeveer 25%.
De volgende tabel geeft de verhouding weer van het aantal ontvangen tot het aantal gehandhaafde voorstellen.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
* bij de evaluatie geselecteerde projecten
Gelet op het kleine aantal afgeronde projecten, is de beoordeling van de maatschappelijk effecten grotendeels gebaseerd op de verwachte resultaten, aangegeven in de jaarlijkse projectevaluaties.
In verslagen van de jaarlijkse evaluaties van november 1999 en oktober 2000 zijn de verwachte effecten op een aantal gebieden opgenomen i. In de lijst hieronder worden enkele van de verwachte voordelen van de geëvalueerde projecten belicht en afgezet tegen de programmadoelstellingen.
Het vergemakkelijken van de overgang naar de informatiemaatschappij voor iedereen is de belangrijkste doelstelling van het programma. Met betrekking tot deze doelstelling wordt een verbeterde toegang tot de informatiemaatschappij verwacht van algemene diensten, met name voice-over-IP in projecten zoals TTT-Services en VIP-TEN, die goedkope diensten verschaffen via bestaande infrastructuur. In de toepassingslaag is het stads- en regionaal netwerkproject, E-GAP, gericht op het verschaffen van nieuwe interactiemogelijkheden tussen lokale en regionale overheden en de burgers.
Conform de doelstelling om het concurrentievermogen van het midden- en kleinbedrijf te verbeteren, kunnen satellietdiensten zoals het DEMON-project de toegangsdrempel voor breedbanddiensten mogelijk verlagen. Het ligt voor de hand dat projecten in de toepassingslaag voordelen bieden op specifieke terreinen, bijv. CLISME (managementinstrument voor via een netwerk verbonden transportbedrijven) en Digital Market (handelsnetwerken voor midden- en kleinbedrijf en lokale overheidsdiensten in stadscentra).
Van projecten die de burgers interactieve en communicatieve diensten verlenen worden bijdragen aan de strijd tegen sociale uitsluiting verwacht, bijv. het vergemakkelijken van de communicatie met de lokale overheid (E-GAP) en het ontwikkelen van door de vraag gestuurd openbaar vervoer (SIPTS).
Gelet op de resultaten van het nu drie jaar lopende programma worden de volgende aanbevelingen gedaan voor toekomstige strategieën voor de programmaontwikkeling. De gebieden die het programma steunt worden genoemd in bijlage I van de richtsnoeren van het programma. Een voorstel tot wijziging van bijlage I, waarin de gebieden worden aangewezen die door TEN-Telecom worden gesteund, wordt samen met dit verslag ingediend, met inbegrip van een toelichting waarin de wijziging wordt uitgelegd.
Het speciaal verslag van de Rekenkamer en de externe evaluatie bevatten een aantal aanbevelingen met implicaties voor de toekomstige ontwikkeling van TEN-Telecom.
Het speciaal verslag van de Rekenkamer behandelt de ontwikkeling en uitvoering van het EU-beleid met betrekking tot het TEN-Telecom-programma en de maatregelen in verband daarmee van de structuurfondsen en de EIB/EIF over de periode 1993 t/m 1998. In het verslag komen met name de voorbereidende acties aan de orde die zijn ondernomen vóór de goedkeuring van de nieuwe TEN-Telecom-richtsnoeren (Beschikking nr. 1336/97/EG). Het verslag bevat de volgende aanbevelingen:
* de noodzaak onnodige overlapping met het Kaderprogramma voor onderzoek en andere bronnen van communautaire financiering te vermijden,
* het vaststellen van stringentere projectbewakingsprocedures
De externe evaluatie behandelt de tenuitvoerlegging van de TEN-Telecom-richtsnoeren (Beschikking nr. 1336/97/EG) die de introductie omvat van uitnodigingen van 1998 t/m 2000 en financiële subsidies van 1998 t/m 1999. De evaluatie bevat de volgende opmerkingen:
* de marketing van het programma moet geïntensiveerd worden versterkt,
* uit de evaluatie bleek het kleine aantal door TEN-Telecom gesteunde invoeringsprojecten.
Op basis van de richtingen die deze twee bronnen aangeven en de ervaring die is opgedaan bij het uitvoeren van het programma sinds de nieuwe richtsnoeren van kracht zijn, worden de volgende acties voorgesteld:
Voortaan zal TEN-Telecom ernaar streven meer invoeringsprojecten te stimuleren. Om de impact van het programma te verhogen en een duidelijk profiel te ontwikkelen dat zich onderscheidt van het IST-programma, wordt beoogd het aantal invoeringsprojecten door meerdere initiatieven te doen toenemen.
* Er zal een uit twee fasen bestaande evaluatieprocedure worden geïntroduceerd voor invoeringsprojecten zodat een consortium een project gemakkelijker, goedkoper en sneller kan voorleggen voor steun door de Commissie, door de kosten van het indienen voor de projectbeoordelingsfase te verlagen. Er zal een nieuwe inleidende fase worden toegevoegd waarbij een consortium slechts een kort maar goed omschreven voorstel hoeft in te dienen. Indien het voorstel door onafhankelijke beoordelaars positief wordt beoordeeld, wordt het consortium uitgenodigd een volledig voorstel in te dienen. Deze verandering is gebaseerd op de positieve ervaringen met een soortgelijk mechanisme dat wordt gebruikt bij de Integrated Applications for Digital Sites Activity (IADS) van het vierde OTO-kaderprogramma. De ervaring heeft geleerd dat een beoordelingsprocedure in twee fasen niet langer hoeft de duren dan de huidige beoordeling in één fase.
* TEN-Telecom zal vaker uitnodigingen tot het indienen van voorstellen uitbrengen, op een ruim van tevoren vastgesteld tijdstip, om meer projecten aan te trekken die gereed zijn voor invoering. Er wordt gerekend op minimaal twee uitnodigingen per jaar. De tijd tussen de publicatie van een uitnodiging en het ondertekenen van een contract zal worden teruggebracht tot minder dan negen maanden. Het opzetten van een invoeringsproject kost een aanzienlijke hoeveelheid tijd. Daarom is het niet praktisch voor een consortium om opnieuw lang te moeten wachten op de volgende uitnodiging tot het indienen van voorstellen. Bovendien is het waarschijnlijk dat, indien een consortium steun heeft verkregen uit andere financiële bronnen, die steun afhankelijk is van tijdige invoering.
* Zoals blijkt uit het lage aantal invoeringsprojecten voorziet het huidige maximale steunniveau niet in voldoende stimulansen voor het opzetten van trans-Europese diensten. Dit is te wijten aan het feit dat er inherente belemmeringen zijn, veroorzaakt door verschillende administratieve systemen, talen en culturen, die overwonnen moeten worden om een dienst aan te passen aan de lokale omstandigheden in verschillende lidstaten. TEN-Telecom stelt voor artikel 5, lid 3, van de financiële verordeningen voor TEN ((EG) nr. 2236/95 - 1655/99) te wijzigen en het maximale steunniveau omhoog te brengen van 10% naar 20% in die gevallen waar sprake is van zwaarwegende belemmeringen.
* De TEN-Telecom-richtsnoeren specificeren twee soorten van activiteit voor communautaire steun: (i) onderzoek naar technische en commerciële haalbaarheid/validatie, en (ii) invoering. Momenteel worden deze soorten activiteit apart behandeld: een consortium vraagt naar aanleiding van een uitnodiging tot het indienen van voorstellen steun aan voor hetzij technische en commerciële haalbaarheid/validatie, hetzij invoering. Het op die manier scheiden van activiteiten verbreekt de bedrijfscyclus en belemmert de invoering van diensten. TEN-Telecom stelt voor een contract te testen waarin beide activiteiten gecombineerd worden. Uit hoofde van dit contract zal een consortium de validatie van een dienst uitvoeren en, op basis van een positieve beoordeling, de dienst verder invoeren zonder een nieuwe aanvraag voor verdere financiering naar aanleiding van een andere uitnodiging tot het indienen van voorstellen, te hoeven indienen. (In geval van een negatieve beoordeling zal de communautaire steun worden stopgezet.)
Door de activiteiten op deze manier te combineren wordt de natuurlijke bedrijfscyclus gevolgd en de invoering van kwaliteitsdiensten zonder vertraging en/of belemmeringen gestimuleerd.
Het programma zal de nadruk leggen op de doelstellingen van een informatiemaatschappij zonder sociale uitsluiting door een snellere introductie van openbare diensten voor de burger, gericht op gebieden waar Europa een concurrentievoordeel heeft. Conform de richtsnoeren van het programma zal TEN-Telecom meer projecten betreffende de overheid op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau stimuleren, om diensten van een sociaal hoge kwaliteit te verlenen. Er zal steun worden verleend aan innovatieve systemen en diensten die resulteren in een doeltreffender overheidsapparaat op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau, met inbegrip van het opnieuw opzetten van overheidsprocessen om de interoperabiliteit op Europees niveau uiteindelijk te vergemakkelijken.
Om de actoren in de overheidssector, namelijk gebruikers, dienstverleners en overheidsdiensten, te mobiliseren, zal een informeel adviesorgaan, Stakeholders Advisory Group (StAG), worden opgericht, bestaande uit gebruikers, dienstverleners, ambtenaren en producenten van hardware en software. Indien nodig zullen tevens gespecialiseerde adviesorganen worden opgezet voor de specifieke gebieden die door het programma worden gesteund, als genoemd in bijlage I van de richtsnoeren van het programma (Beschikking nr. 1336/97/EG).
Er zal steun worden verleend voor de interconnectie en interoperabiliteit van netwerken die noodzakelijk zijn voor de werking van diensten van openbaar belang. Deze zal de algemenere steun voor basisnetwerken in de huidige bijlage I vervangen.
Om een goed gebruik van de openbare middelen te verzekeren, zal TEN-Telecom ernaar streven samen te werken met het IST-programma, in het bijzonder met betrekking tot de steun voor invoeringsmaatregelen en modelprojecten, zodat deze programma's een complementaire rol gaan vervullen. Het is van belang het onderscheid tussen beide programma's met betrekking tot de soort activiteiten die gesteund worden en de gebieden waarop zij gericht zijn, te verduidelijken. Voortaan zal TEN-Telecom-personeel deelnemen aan IST-beoordelingen, ten behoeve van een optimale synergie.
TEN-Telecom streeft ernaar groepen op te zetten die samenwerken met andere actoren binnen de Commissie, bijvoorbeeld de andere TEN-programma's, de structuurfondsen, het programma voor competitieve en duurzame groei, het IDA-programma en het Socrates-programma, teneinde de synergie te vergroten en onnodige overlapping te vermijden. Het stimuleren van meer invoeringsprojecten zal ertoe bijdragen de mate van overlapping tot een minimum te beperken.
TEN-Telecom zal een actievere relatie ontwikkelen met de EIB, waarbij onder andere gezamenlijke financiering van projecten zal plaatsvinden. Op dit moment is de EIB op vergaderingen van het TEN-Telecom-comité aanwezig als waarnemer. Aan een werkgroep zal worden voorgesteld mogelijke scenario's en modaliteiten voor aanvullende financiering te onderzoeken in het kader van het Innovatie 2000-initiatief. In eerste instantie zal de werkgroep waar mogelijk verwijzen naar voorbeelden die worden genoemd in het memorandum voor samenwerking tussen het Kaderprogramma voor onderzoek en de EIB, resulterend in een apart memorandum voor samenwerking tussen TEN-Telecom en de EIB.
Op basis van de prioriteiten van het Innovatie 2000-initiatief zijn er mogelijke punten van overeenstemming tussen TEN-Telecom en de EIB op de gebieden 'Nieuwe ICT-netwerken' en 'Verspreiding van innovatie'.
Procedures voor projectbewaking zullen worden verscherpt en er zal worden voorzien in duidelijkere richtsnoeren betreffende toegestane kosten, met name:
* Er zullen meer technische en financiële controles ter plaatse worden gehouden om onregelmatigheden als genoemd in het speciaal verslag van de Rekenkamer te vermijden. Uiteindelijk zal het programma controlecertificaten introduceren, overeenkomstig het IST-programma.
* Er zal worden getracht duidelijkere definities van de financiële voorwaarden vast te stellen, met inbegrip van de totale investeringskosten van een project. De definities zullen duidelijk maken waar de grens tussen validatie- en invoeringskosten ligt, wat in aanmerking komt als investeringskosten, en of inkomsten moeten worden afgetrokken van aanloopkosten. In toekomstige uitnodigingen zullen de projecten vaste overheadkosten van 60% hanteren, in tegenstelling tot de werkelijke kosten die nu worden gehanteerd en die gemiddeld 62% bedragen. De overheadkosten zullen dan een percentage bedragen van de gemakkelijk zichtbare kosten, en dienen niet meer te worden afgeleid uit de algemene boekhouding van een organisatie. De berekeningen kunnen daardoor gemakkelijker door de deelnemers worden uitgevoerd en door de Commissie gecontroleerd. Het beheercomité van het programma heeft zijn instemming met deze maatregel betuigd.
* Er zal in invoeringsprojecten een sterke rol worden weggelegd voor gebruikers, zoals een gebruikersgroep die de doeltreffendheid van een project beoordeelt. De rol van de gebruikers zal ook in de bedrijfsplannen versterkt worden.
* Er zullen vroegtijdige beoordelingen van invoeringsprojecten worden uitgevoerd, voordat er al te veel middelen zijn aangewend. De impact van afgeronde projecten zal in een vroeg stadium worden beoordeeld.
* Om de gevolgen van financiering door de Gemeenschap nauwlettender te volgen, zullen de projecten verplicht worden feedback te leveren over hun resultaten na afloop van de periode van communautaire steun.
Wat de selectie van projecten betreft wordt voorgesteld de procedures op dezelfde wijze te vereenvoudigen als wordt gedaan voor de IAP- (Internet-actieplan), eContent- en IST-programma's: de Commissie heeft de voor de Informatiemaatschappij verantwoordelijke Commissaris gemachtigd namens en onder verantwoordelijkheid van de Commissie besluiten goed te keuren waarmee projecten worden geselecteerd.
TEN-Telecom zal de mogelijkheid onderzoeken de deelneming van toetredingslanden te vergroten door het verschaffen van financiële steun, ten einde op doeltreffende wijze bij te dragen aan de integratie van toetredingslanden. De richtsnoeren voor het programma (artikel 13, Beschikking van de Raad nr. 1336/97/EG) bepalen dat deelneming van derde landen is toegestaan voor zover deze geen verhoging van de communautaire steun met zich meebrengt. TEN-Telecom zal een voorstel doen tot wijziging van dit artikel, zodanig dat er financiële steun mag worden verleend aan toetredingslanden, zoals ook het geval is in het IST-programma.
Feedback van afgevaardigden van lidstaten en de industrie heeft duidelijk gemaakt dat het externe beeld van TEN-Telecom wat onduidelijk is. Het is voor belanghebbenden en potentiële deelnemers moeilijk het doel van het programma te begrijpen, of het technologische gebied waarop het gericht is. Dit gebrek aan duidelijkheid zal de bevordering van het programma bij relevante actoren waarschijnlijk negatief beïnvloeden. Om de duidelijkheid en het begrip van het programma te verbeteren, zal de Commissie een duidelijkere identiteit voor TEN-Telecom definiëren. Dit zal onder meer inhouden dat er een gerichter programma-acroniem komt, 'e-TEN', om aan te geven dat het accent ligt op toepassingen en diensten en het verband met eEurope duidelijker te doen uitkomen.
De communicatie van het programma zal worden geïntensiveerd teneinde de bekendheid te verbeteren om het bewustzijn te verhogen en het aantal en de kwaliteit van grote implementatieprojecten met een grote sociaal-economische impact te doen toenemen. In dit kader zal TEN-Telecom een meer pro-actieve strategie hanteren, in overleg met overheidsinstanties, NGO's, en geassocieerde commerciële partijen die betrokken zijn bij het verlenen van diensten van openbaar belang. Deze taak zal onder een ondersteunende actie vallen. De actie zal gericht zijn op overheidsdiensten en de industrie. Om het programma te verduidelijken voor potentiële deelnemers zal de Gids voor indieners worden vereenvoudigd.
Met deze aanbevelingen wordt beoogd voort te bouwen op de sterke punten van TEN-Telecom en tegelijkertijd aspecten van het programma aan te pakken die verbeterd kunnen worden, zoals die welke naar voren zijn gekomen uit onafhankelijke bronnen en de ervaring die met het programma is opgedaan.
Er zal meer nadruk worden gelegd op openbare diensten om toepassingen en diensten te stimuleren die tegemoetkomen aan de uitdagingen van de informatiemaatschappij en zijn afgestemd op de behoeften van burgers en midden- en kleinbedrijf. Het stimuleren van meer invoeringsprojecten zal deze richting aanvullen door de invoering van operationele diensten met onmiddellijke sociale voordelen te stimuleren.
Het verslag van de Rekenkamer benadrukt de noodzaak van samenwerking tussen communautaire acties op het gebied van trans-Europese telecommunicatienetwerken om onnodige overlapping te voorkomen. TEN-Telecom zal de samenwerking met andere acties versterken door overleg en wederzijdse afspraken om passende synergieën te ontwikkelen en het programma een complementaire positie te verschaffen.
Er zal een duidelijker profiel voor het programma worden ontwikkeld door middel van een verlaging van het aantal gebieden waarop het is gericht van 18 naar 7 (zie voorstel tot wijziging van bijlage I), en een gerichte communicatiestrategie. Dit zal onder meer inhouden dat de naam van programma wordt gewijzigd in 'e-TEN' om het achterliggende idee van toepassingen en diensten weer te geven en de connotatie van telecommunicatie-infrastructuur te verminderen.
Om de duidelijkere oriëntatie van het programma op openbare diensten tot stand te brengen, zal TEN-Telecom via StAG een doeltreffende samenwerking opzetten met relevante actoren, zoals overheidsinstanties, NGO's, en industriële partijen die zijn betrokken bij het verlenen van diensten van algemeen belang. Deze taak zal prioriteit krijgen zodat het programma de diensten die het waardevolst zijn voor de maatschappij kan aanwijzen en ertoe kan bijdragen deze naar voren te schuiven.
Door TEN-Telecom in 1998 en 1999 gesteunde projecten i
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(bron: externe evaluatie)