Toelichting bij COM(1999)276 - Wijziging van Richtlijn 92/61/EEG betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Doel van het voorstel

Met dit voorstel wordt beoogd ervoor te zorgen dat het volledige goedkeuringsstelsel voor twee- en driewielige motorvoertuigen goed kan functioneren en dat de administratieve en technische voorschriften voor de typegoedkeuring door de lidstaten eenvormig worden toegepast.

Op grond van de ervaring die sinds de inwerkingtreding van de kaderrichtlijn 92/61/EEG betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen (1) is opgedaan, kan worden geconcludeerd dat bepaalde voorschriften, met name die met betrekking tot de geldigheidsduur van nationale goedkeuringen, verduidelijkt moeten worden en dat het wenselijk zou zijn geharmoniseerde voorschriften toe te voegen met betrekking tot de nummering van goedkeuringscertificaten, ontheffingen voor restantvoorraden voertuigen en 'nieuwe technologieën', naar het voorbeeld van de voorschriften die in de sector motorvoertuigen gelden.

PB L 225 van 10.8.1992, blz. 72.

Rechtsgrondslag



Aangezien de procedure van artikel 16 niet voorziet in de wijziging van de artikelen van Richtlijn 92/61/EEG en de voorgestelde wijzigingen van de bijlage van die richtlijn verder gaan dan een eenvoudige aanpassing aan de technische vooruitgang, is de Commissie van mening dat een voorstel aan het Parlement en de Raad op zijn plaats is.

Dit voorstel is gebaseerd op artikel 95 van het EG-Verdrag.

De tekst van het voorstel is ook relevant voor de EER.

1.

Achtergrond



De goedkeuringsprocedure van de Gemeenschap voor motorvoertuigen die onder de kaderrichtlijn vallen, is erop gericht de goede werking van de interne markt te garanderen door uniforme voorschriften waaraan moet zijn voldaan voordat een voertuigtype of de elementen of kenmerken daarvan worden goedgekeurd.

Omdat aan de bouw en de fabricage in verband met de verkeersveiligheid en de bescherming van het milieu en de consument strenge eisen moeten worden gesteld die tegelijkertijd de eenheid van de markt dienen te garanderen, is deze communautaire goedkeuringsprocedure op het principe van totale harmonisatie gebaseerd. Daarom zij erop gewezen dat voertuigen, onderdelen of technische eenheden alleen in de handel gebracht en voor het eerst verkocht mogen worden met het oog op het gebruik ervan in de lidstaten, als zij die aan die gemeenschappelijke voorschriften voldoen.

Gezien het ingrijpende karakter van deze doelstelling en de gevolgen ervan voor de betrokken sector, zijn de maatregelen van dit voorstel noodzakelijk en zelfs onmisbaar om het gestelde doel, de typegoedkeuring op het niveau van de Gemeenschap, te bereiken. Het gestelde doel kan niet worden bereikt als de lidstaten onafhankelijk van elkaar maatregelen treffen.

4. Inhoud van het voorstel

Het doel van de in artikel 1 beoogde maatregelen is:

- bepaalde rijwielen met trapondersteuning uit te zonderen van het toepassingsgebied van de richtlijn;

- in alle taalversies van Richtlijn 92/61/EEG te verduidelijken dat de goedkeuringsprocedure niet voor afzonderlijke voertuigen geldt;

- de begrippen 'variant' en 'versie' beter te definiëren;

- het goedkeuringscertificaat aan te vullen met een bijlage waarin de proefresultaten voor geluidsniveau en verontreinigende emissies worden vermeld, en een nummeringstelsel voor deze certificaten in te voeren;

- de bevoegde instanties van de lidstaten beter te informeren over de verleende goedkeuringen;

- ervoor te zorgen dat de lidstaten en de Commissie vooraf worden ingelicht indien op het certificaat van overeenstemming andere gegevens worden vermeld dan die welke in bijlage IV, onder A, zijn opgenomen;

- de geldigheidsduur van de op nationaal niveau verleende goedkeuringen beter te definiëren voordat de voorschriften van de Gemeenschap van kracht worden; en

- ontheffingen mogelijk te maken voor restantvoorraden en voertuigen, onderdelen en technische eenheden waarin technieken of concepten zijn toegepast die vanwege hun aard niet verenigbaar zijn met bepaalde specifieke eisen.

Dit voorstel bepaalt tevens dat de lidstaten de nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de omzetting in nationaal recht vóór 1 januari 2002 geschiedt, de datum met ingang waarvan de richtlijn op facultatieve basis kan worden toegepast op verzoek van de fabrikant. De datum waarop de toepassing verplicht wordt, is op 1 juli 2002 gesteld, zodat de duur van de periode van facultatieve toepassing tussen de omzettingsdatum en de datum van verplichte toepassing zes maanden bedraagt.

De in de bijlage opgenomen wijzigingen zijn er met name op gericht:

- het inlichtingenformulier te vervangen door een nieuw exemplaar waarbij de vermelde gegevens vollediger zijn en waarbij gemakkelijker kan worden nagegaan welke gegevens essentiële kenmerken zijn;

- beter te specificeren welke documenten aan het goedkeuringscertificaat moeten worden gehecht;

- elke vervalsing van het certificaat van overeenstemming onmogelijk te maken;

- een systeem in te voeren voor de nummering van goedkeuringscertificaten;

- een formulier toe te voegen waarop de resultaten van de beproeving van het geluidsniveau en de emissie van verontreinigende stoffen worden vermeld; en tenslotte

- specifieke voorschriften toe te voegen betreffende het aantal voertuigen uit restantvoorraden dat in elke lidstaat in het verkeer mag worden gebracht.

5. Voorbereiding

De voorgestelde wijzigingen zijn op verscheidene vergaderingen van de werkgroep 'Motorfietsen' van de Commissie samen met deskundigen van de lidstaten, de betrokken sector van de industrie en andere belanghebbenden bestudeerd. Dankzij deze besprekingen is het mogelijk geweest een meerderheidsakkoord over deze wijzingen te bereiken.

6. Toekomstige activiteiten

Omdat de maatregelen van dit voorstel gevolgen zullen hebben voor de meeste bijzondere richtlijnen die in de sector twee- en driewielige motorvoertuigen zijn vastgesteld, zal de Commissie alles in het werk stellen om deze richtlijnen zo snel mogelijk aan te passen door middel van de procedure van artikel 13 van Richtlijn 70/156/EEG betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (2).

PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/91/EG