Toelichting bij COM(2000)385 - Verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2000)385 - Verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie. |
---|---|
bron | COM(2000)385 |
datum | 12-07-2000 |
De voorgestelde richtlijn is bedoeld als vervanging van Richtlijn 97/66/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector, die op 15 december 1997 door het Europees Parlement en de Raad was goedgekeurd en uiterlijk op 24 oktober 1998 in nationaal recht moest zijn omgezet.
Dit voorstel beoogt geen wezenlijke inhoudelijke veranderingen van de bestaande richtlijn, maar houdt slechts een aanpassing en bijwerking in van de bestaande bepalingen in het licht van nieuwe en te voorziene ontwikkelingen op het gebied van elektronische communicatiediensten en -technologieën.
De meeste bepalingen van de bestaande richtlijn worden derhalve in het nieuwe voorstel overgenomen, met kleine redactionele wijzigingen.
Inhoudsopgave
- 2. Doel en doelstellingen
- 3. Voorgestelde veranderingen
- Verkeersgegevens
- Locatiegegevens
- Abonneelijsten
- Ongewenste communicatie
- 4. Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer door software en hardware die wordt gebruikt voor elektronische communicatiediensten
- 5. Beschrijving van de artikelen
- Artikel 2 - Definities
- Artikel 4 - Beveiliging
- Artikel 5 - Vertrouwelijk karakter van de communicatie
- Artikel 6 - Verkeersgegevens
- Artikel 8 - Weergave en beperking van de identificatie van het oproepende en het opgeroepen nummer
- Artikel 16 - Overgangsbepalingen
Eén van de regelgevende beginselen die werden uiteengezet in de Herziening van het regelgevingskader voor elektronische communicatiediensten 1999, bestaat erin regels tot stand te brengen die technologische neutraal zijn, dat wil zeggen dat zij het gebruik van een bepaald soort technologie niet voorschrijven of bevoordelen, en dat ervoor moet worden gezorgd dat eenzelfde dienst op equivalente wijze aan regelgeving is onderworpen, ongeacht de wijze waarop deze dienst wordt geleverd.
Dit houdt ook in dat consumenten en gebruikers dezelfde mate van bescherming moeten genieten, ongeacht de technologie waarmee een bepaalde dienst wordt geleverd. Het behouden van een hoge mate van gegevensbescherming en bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de burgers is één van de expliciete doelen van de Herziening 1999.
Definities en terminologie
In dit voorstel worden de bestaande definities van telecommunicatiediensten en -netwerken van Richtlijn 97/66/EG vervangen door definities van elektronische communicatiediensten en -netwerken, teneinde de terminologie in lijn te brengen met de voorgestelde richtlijn inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatiediensten en -netwerken. Het bijwerken van deze definities is nodig om ervoor te zorgen dat alle verschillende soorten transmissiediensten voor elektronische communicatie ermee worden bestreken, ongeacht de gebruikte technologie.
Bovendien worden er vier nieuwe definities toegevoegd, namelijk van 'oproepen', 'communicatie', 'verkeersgegevens' en 'locatiegegevens', teneinde het gemeenschappelijk begrip van deze termen te versterken en daarmee de geharmoniseerde tenuitvoerlegging van de betreffende artikelen in heel de Gemeenschap te verbeteren.
In de bestaande Richtlijn 97/66/EG heeft artikel 6 over verkeersgegevens slechts betrekking tot 'oproepen', hetgeen, indien strikt geïnterpreteerd, slechts verwijst naar zogenaamde circuitgeschakelde verbindingen (traditionele spraaktelefonie), maar niet naar pakketgeschakelde transmissie (datatransmissie, gebruik van het internet). Het is technologisch niet neutraal om verkeersgegevens te beschermen die tot stand komen bij het opzetten van een traditionele telefoonoproep, maar niet de vergelijkbare verkeersgegevens die tot stand komen bij het proces van communicatie over het internet.
De bestaande term 'tot stand brengen van een oproep' van artikel 6, lid 1, wordt vervangen door 'tot stand brengen van communicatie', zodat alle verkeersgegevens op technologisch neutrale wijze worden bestreken.
Een andere verandering betreft artikel 6, lid 3, waarin de mogelijkheid wordt geschapen voor een verdere verwerking van verkeersgegevens, en niet alleen factureringsgegevens, ten behoeve van diensten met toegevoegde waarde, wanneer de abonnee of gebruiker daar toestemming voor heeft gegeven. Met de uitbreiding van de garanties betreffende de gegevensbescherming tot verkeersgegevens die tot stand komen in alle soorten transmissienetwerken voor elektronische communicatie, is de bestaande mogelijkheid voor verdere verwerking van verkeersgegevens, die was beperkt tot factureringsgegevens en alleen was toegestaan voor direct-marketing van de dienstverleners van de elektronische communicatiediensten, te beperkt geworden. Er zijn thans diensten met toegevoegde waarde ontwikkeld die worden aangeboden op basis van bepaalde verkeersgegevens, en er is geen reden dergelijke diensten te verbieden in gevallen waarin de abonnee toestemming heeft gegeven om gebruik te maken van de verkeersgegevens ten behoeve van deze diensten.
Anderzijds is het van het grootste belang dat de abonnees beschikken over volledige informatie betreffende de soorten gegevens die worden verwerkt en de doeleinden waarvoor dat gebeurt. Daartoe is in artikel 6, lid 4, een expliciete verplichting opgenomen om de abonnees op de hoogte te brengen van de persoonlijke gegevens die worden verzameld. Dit maakt het de abonnees mogelijk controle uit te oefenen op gegevensverwerking wanneer deze plaatsvindt, en daar zo nodig bezwaar tegen te maken.
Tot slot wordt voorgesteld de bijlage van Richtlijn 97/66/EG over verkeers- en facturerings gegevens te schrappen. Nu er zoveel verschillende elektronische communicatiediensten zijn die op zoveel verschillende manieren worden gefactureerd (op basis van verbruik, forfaitair, vooraf betaald), voldoet de bestaande bijlage niet aan de eis van technische neutraliteit. De in de bijlage vermelde gegevens waren slechts van toepassing voor traditionele tariefmethoden voor traditionele spraaktelefonie. Voor veel thans bestaande diensten bevat de bijlage teveel gegevens (de gegevens die niet relevant zijn voor de facturering), terwijl voor andere diensten de lijst bepaalde gegevens niet bevat die voor andere soorten betalingsregelingen wel relevant zouden zijn.
In de huidige mobiele communicatienetwerken bestaan er locatiegegevens, betreffende de geografische positie van mobiele gebruikers of, nauwkeuriger gesproken, die van hun eindapparatuur. Deze informatie is nodig om de transmissie van de communicatie van en naar een gebruiker die zich niet op een vaste locatie bevindt, mogelijk te maken. Voor cellulaire netwerken kunnen de locatiegegevens vrij onnauwkeurig zijn, afhankelijk van de oppervlakte van de cel waarin de mobiele gebruiker zich bevindt. Voor satellietcommunicatiesystemen is de informatie betreffende de locatie die nodig is voor het doorgeven van de communicatie nog minder nauwkeurig. Dit soort ruwe locatiegegevens, die eigenlijk een nevenproduct zijn van de communicatietransmissiedienst, vallen reeds onder de bestaande richtlijn, als verkeersgegevens.
Er is thans echter sprake van een nieuw soort dienst over cellulaire en satellietnetwerken, waarmee het mogelijk is de exacte positie van de eindapparatuur van een mobiele gebruiker vast te stellen. De locatiegegevens zijn in dit geval veel preciezer en worden specifiek door het netwerk verwerkt om diensten met toegevoegde waarde aan de gebruikers en abonnees te kunnen leveren. Een voorbeeld van dergelijke diensten bestaat in de telematicadiensten voor het wegvervoer die verkeersinformatie en -geleiding leveren.
Precieze locatiegegevens zijn ook nuttig voor nooddiensten, zodat zij hulp of noodteams kunnen sturen voor bijstand aan mobiele gebruikers in nood, die immers niet altijd in staat zullen zijn nauwkeurig aan te geven waar zij zich bevinden.
Hoewel mobiele, op locatie-informatie gebaseerde diensten moeten worden verwelkomd, omdat zij zeer nuttig kunnen zijn voor het publiek, moet er ook worden gezorgd voor goede garanties met betrekking tot de bescherming van de gegevens en de persoonlijke levenssfeer. Het feit dat zeer precieze locatiegegevens in mobiele communicatienetwerken kunnen worden verwerkt, mag niet leiden tot een situatie waarin mobiele gebruikers als het ware onder permanente 'surveillance' staan en zij hun persoonlijke levenssfeer niet anders kunnen beschermen dan door helemaal geen gebruik te maken van mobiele communicatiediensten.
Voor de locatiegegevens die niet vallen onder artikel 6 betreffende verkeersgegevens, wordt een nieuw artikel voorgesteld, waarin wordt bepaald dat dergelijke gegevens alleen mogen worden gebruikt met de toestemming van de abonnee en dat de abonnees en gebruikers moeten beschikken over een eenvoudige methode om tijdelijk de verwerking van hun locatiegegevens te blokkeren, op dezelfde manier als plaatsvindt voor de weergave van het nummer van de oproeper, zoals bepaald in artikel 10.
De enige uitzonderingen op het beginsel van voorafgaande toestemming zouden bestaan in het gebruik van locatiegegevens door nooddiensten en de bestaande uitzonderingen voor de lidstaten ten behoeve van openbare en nationale veiligheid en opsporingsdoeleinden. Daartoe is in artikel 11 een uitzonderingsbepaling opgenomen, analoog aan de bestaande uitzondering voor het blokkeren van de identificatie van de oproepende lijn zoals die kan worden gebruikt door nooddiensten. Daarnaast is in artikel 15, lid 1, (voorheen artikel 14, lid 1) een verwijzing opgenomen naar het nieuwe artikel 9 om het de lidstaten mogelijk te maken gebruik te maken van locatiegegevens wanneer dit noodzakelijk is voor de hierboven vermelde doeleinden.
Het bestaande artikel betreffende abonneelijsten in Richtlijn 97/66/EG ging ervan uit dat abonnees in principe in een openbare gids worden opgenomen, zoals dit traditioneel het geval was voor vaste spraaktelefoondiensten. Daarom was het noodzakelijk een nogal gedetailleerde lijst op te stellen van mogelijkheden waarover de abonnees moesten kunnen beschikken in afwijking van deze standaardoplossing (het recht niet in de abonneelijsten te worden opgenomen, het recht een deel van hun adres weg te laten, het recht om geen verwijzing naar hun geslacht daarin te laten opnemen) om het hen mogelijk te maken hun persoonlijke levenssfeer te beschermen.
Het feit dat in de bestaande Richtlijn 97/66/EG abonnees op de vaste spraaktelefoondienst als 'default'-keuze opgenomen bleven in de abonneelijsten, werd gemotiveerd op basis van het feit dat de openbare abonneelijsten in het belang zijn van het publiek en deel uitmaken van de universele dienst.
Voor nieuwe communicatiediensten zoals GSM en e-mail is het echter niet langer gepast om ervan uit te gaan dat het opnemen van de abonnees op dergelijke diensten in openbare abonneelijsten de default-keuze dient te zijn. Integendeel, de meeste abonnees wensen hun mobiele telefoonnummers en hun e-mail-adressen niet openbaar te maken, en de meeste dienstverleners hebben in de praktijk deze wens van hun abonnees geëerbiedigd, en wel om goede commerciële redenen.
Het is daarom noodzakelijk het artikel over abonneelijsten in lijn te brengen met deze veranderde situatie, door abonnees het recht te geven zelf te bepalen of zij worden opgenomen in een openbare abonneelijst, en zo ja, met welke persoonlijke gegevens. Dit maakt het ook mogelijk het artikel aanzienlijk te vereenvoudigen, omdat het niet langer nodig is de verschillende privacy-opties expliciet aan te geven waarover de abonnee moet kunnen beschikken. De bedoeling van het artikel is uiteraard om de aanbieders van gidsdiensten niet te verplichten abonneegegevens op te nemen die verder gaan dan nodig is voor het doel van de betreffende abonneelijst. De abonnee kan geen aanspraak maken op de opneming van gegevens die verder gaan dan hetgeen door de aanbieder van de abonneelijst is bepaald.
Om rekening te houden met de verschillende gebruiksmogelijkheden van met name elektronische openbare abonneelijsten (zoals omgekeerde zoekfuncties waarmee gebruikers van de abonneelijst naam en adres van een abonnee kunnen opzoeken op basis van een telefoonnummer of andere criteria), is het nodig de abonnees op de hoogte te brengen van de respectieve doeleinden en om ervoor te zorgen dat hun toestemming om in de abonneelijsten te worden opgenomen, is gebaseerd op volledige informatie over de manier waarop hun persoonlijke gegevens kunnen worden gebruikt.
Het bestaande artikel 12 van Richtlijn 97/66/EG voorziet in bescherming tegen ongevraagde oproepen ten behoeve van direct-marketing. Aangezien echter in een aantal omzettingen in nationaal recht de term 'oproep' slechts in enge betekenis werd geïnterpreteerd, is daarmee slechts bescherming tot stand gebracht tegen ongevraagde spraaktelefoonoproepen ten behoeve van direct-marketing, maar niet tegen direct-marketing-berichten via e-mail of andere nieuwe vormen van communicatie.
Om het artikel technologisch neutraal te maken, wordt de term 'oproep' vervangen door de term 'communicatie'.
Voorts valt e-mail ten behoeve van direct-marketing waarom de abonnee niet heeft gevraagd (de zogenaamde 'spam'), onder dezelfde soort bescherming als die welke voor faxberichten bestaat. Dit houdt in dan spamming is verboden, behalve voor abonnees die hebben aangegeven dat zij ongevraagde e-mails ten behoeve van direct-marketing wensen te ontvangen.
Vier lidstaten hebben reeds een verbod op ongevraagde commerciële e-mail en nog een lidstaat staat op het punt dit te doen. In de meeste lidstaten bestaan opt-out-systemen. Vanuit het standpunt van de interne markt is dit geen bevredigende situatie. Direct-marketing-bedrijven in opt-in-landen mogen geen e-mail-adressen benaderen in hun eigen land, maar kunnen wel ongevraagde commerciële e-mail blijven sturen naar landen met een opt-out-systeem. Aangezien voorts e-mail-adressen heel vaak geen indicatie geven van de woonplaats van de ontvanger, is een systeem met verschillende stelsels op de interne markt in de praktijk niet werkbaar. Een geharmoniseerde 'opt-in'-regeling biedt een oplossing voor dit probleem.
4. Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer door software en hardware die wordt gebruikt voor elektronische communicatiediensten
Tijdens de openbare raadpleging over de Herziening 1999 werd in een aantal commentaren gewezen op het feit dat er software en hardware bestaat die de persoonsgegevens van gebruikers verwerkt en ze aan derde partijen ter beschikking stelt, zonder dat de gebruikers dat weten of daartoe toestemming hebben gegeven. De in overeenstemming met artikel 29 van Richtlijn 95/46/EG i ingestelde Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens is reeds ingegaan op het probleem van de zogenaamde onzichtbare en automatische verwerking van persoonsgegevens op het internet die door software en hardware wordt uitgevoerd. In haar Aanbeveling 1/99 van 23 februari 1999 beschreef de Groep het probleem van privacy-schendende kenmerken die zijn ingebed in software en hardware die worden gebruikt voor communicatie over het internet. De Groep riep de software- en hardware-industrie op om de privacy-respecterende producten te ontwikkelen, in overeenstemming met de regels inzake gegevensbescherming van de algemene Richtlijn 95/46/EG en met Richtlijn 97/66/EG over gegevensbescherming in de telecommunicatiesector i.
Aangezien één van de doelstellingen van de Herziening 1999 van het regelgevingskader voor telecommunicatie erin bestaat een samenhangende en technologisch neutrale toepassing van bestaande regels te garanderen en om wijzigingen voor te stellen wanneer de technologische neutraliteit niet is gegarandeerd, is onderzocht of het mogelijk was deze kwestie te behandelen bij de herziening van Richtlijn 97/66/EG.
Volgens deze richtlijn zijn de aanbieders van openbare telecommunicatiediensten en -netwerken onderworpen aan specifieke wettelijke verplichtingen om de veiligheid van hun netwerken te garanderen, de vertrouwelijkheid van de communicatie te verzekeren en om verkeersgegevens te wissen. Sommige software die nodig is voor nieuwe telecommunicatiediensten, zoals software voor het versturen van e-mails en browsers voor het surfen op het internet, voldoen echter niet aan de gegevensbeschermingsvoorschriften, zoals is opgemerkt door de krachtens artikel 29 ingestelde Groep. Er is duidelijk geen sprake van technologische neutraliteit in een situatie waarin de persoonlijke levenssfeer van de gebruikers is beschermd afhankelijk van het feit of bepaalde functies die nodig zijn voor een telecommunicatiedienst zich in het netwerk of in de software bevinden.
Toch wordt de optie om de richtlijn te wijzigen door het werkingsgebied ervan uit te breiden, en er behalve elektronische communicatiediensten en -netwerken ook eindapparatuur, met inbegrip van software in op te nemen, ongeschikt geacht. In plaats daarvan overweegt de Commissie maatregelen voor te stellen krachtens artikel 3, lid 3, onder c), van Richtlijn 1999/5/EG betreffende telecommunicatie-eindapparatuur i, waar expliciet wordt voorzien in de mogelijkheid fabrikanten van eindapparatuur te verplichten hun product zodanig te ontwerpen dat er garanties zijn ingebouwd die ervoor zorgen dat de persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer van de gebruiker en van de abonnee zijn beschermd. Dergelijke maatregelen zouden kunnen worden voorgesteld wanneer de software en hardware onvoldoende bescherming van de persoonlijke levenssfeer blijven bieden.
Artikel 1 - Doelstelling en werkingssfeer
Harmoniseert de voorschriften inzake gegevensbescherming teneinde het vrije verkeer van gegevens en van elektronische communicatieapparatuur en -diensten mogelijk te maken;
Verduidelijkt de band met de algemene richtlijn gegevensbescherming en bevestigt de uitsluiting van aangelegenheden inzake titel V en VI van de werkingssfeer van de richtlijn.
(Ongewijzigd, afgezien van de verandering van 'telecommunicatiediensten' door 'elektronische communicatiediensten')
Brengt definities in lijn met die van de nieuwe kaderrichtlijn, en geeft nieuwe definities van 'oproep', 'communicatie', 'verkeersgegevens' en 'locatiegegevens'.
(Bijgewerkt en uitgebreid)
Artikel 3 - Betrokken diensten
Beperkt de werkingssfeer tot elektronische communicatiediensten die algemeen beschikbaar zijn.
Maakt ontheffingen voor analoge centrales mogelijk.
(Ongewijzigd, afgezien van de vervanging van 'telecommunicatiediensten' door 'elektronische communicatiediensten' en het schrappen van een verwijzing naar ISDN en digitale mobiele netwerken, met het oog op technische neutraliteit)
Legt de verantwoordelijkheid voor de beveiliging van diensten en netwerken bij aanbieders en verplicht hen abonnees in kennis te stellen van eventuele overblijvende veiligheidsrisico's.
(Ongewijzigd, afgezien van de verandering van 'telecommunicatiediensten' door 'elektronische communicatiediensten')
Garandeert het vertrouwelijk karakter van de communicatie, met inbegrip van de daarop betrekking hebbende verkeersgegevens en verbiedt het aftappen of andere vormen van bewaking door derde partijen.
(Ongewijzigd, afgezien van de verandering van 'telecommunicatiediensten' door 'elektronische communicatiediensten' en de toevoeging betreffende 'verkeersgegevens', die noodzakelijk is geworden met de invoering van de definities voor 'communicatie' en 'verkeersgegevens')
Verbiedt het gebruik van verkeersgegevens behalve voor factureringsdoeleinden; breidt de werkingssfeer uit tot alle soorten transmissie van elektronische communicatie (niet alleen oproepen); voert de mogelijkheid in van verdere gegevensverwerking voor diensten met toegevoegde waarde, op basis van door de gebruiker/abonnee gegeven toestemming.
(Bijgewerkt en uitgebreid)
Artikel 7 - Gespecificeerde facturen
Geeft abonnees het recht op niet-gespecificeerde facturen; verplicht lidstaten te zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende modaliteiten voor privacy-vriendelijke communicatie- en betalingswijzen.
(Ongewijzigd, afgezien van een kleine redactionele wijziging: toevoeging van de woorden 'de bescherming van de persoonlijke levenssfeer verhogend')
Artikel 8 - Weergave en beperking van de identificatie van het oproepende en het opgeroepen nummer
Geeft abonnees en gebruikers garanties bij de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer ten aanzien van CLI-diensten (identificatie van het oproepende en het opgeroepen nummer).
(Ongewijzigd)
Artikel 9 - Locatiegegevens
Hiermee worden garanties ingevoerd betreffende de persoonlijke levenssfeer van abonnees en gebruikers met betrekking tot mobiele locatie-informatiediensten.
(Nieuw artikel)
Artikel 10 - Uitzonderingen
Maakt de toegang mogelijk tot geblokkeerde CLI-informatie voor nooddiensten en voor het traceren van kwaadwillige oproepen; uitgebreid met een nieuw artikel over mobiele locatie-informatie.
(Ongewijzigd, afgezien van een nieuw artikel 9)
Artikel 11 - Automatisch doorschakelen van oproepen
Geeft abonnees het recht op de mogelijkheid en op de middelen om doorschakelen van oproepen naar hun lijn ongedaan te maken.
(Ongewijzigd)
Artikel 12 - Abonneelijsten
Geeft abonnees het recht te bepalen of hun persoonlijke informatie (en zo ja welk gedeelte daarvan) wordt opgenomen in openbare abonneelijsten en om volledig op de hoogte te worden gebracht van de doeleinden van de abonneelijst.
(Artikel vereenvoudigd en schrapping van de mogelijkheid een bedrag in rekening te brengen voor het recht niet te worden opgenomen in abonneelijsten; houdt rekening met nieuwe elektronische communicatiediensten en nieuwe soorten gidsdiensten)
Artikel 13 - Ongevraagde communicatie
Geeft abonnees het recht ongevraagde communicatie voor direct-marketing-doeleinden te weigeren; uitgebreid om alle vormen van elektronische communicatie te beslaan.
E-mail moet worden opgenomen in het opt-in-stelsel.
(Bijgewerkt en uitgebreid)
Artikel 14 - Technische kenmerken en normalisatie
Garandeert dat overwegingen met betrekking tot gegevensbescherming geen belemmeringen inhouden voor de interne markt voor eindapparatuur en voor het vrije verkeer van software, en zorgt ervoor dat eventuele verplichte eisen voor eindapparatuur en software met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer alleen door middel van communautaire procedures mogen worden opgelegd.
(Bijwerking van verwijzingen en van de terminologie aan de nieuwe Richtlijn radio- en telecommunicatie-eindapparatuur (1999/5/EG))
Artikel 15 - Toepassing van een aantal bepalingen van Richtlijn 95/46/EG
Geeft nader aan in welke gevallen lidstaten de bepalingen van de richtlijn mogen beperken ter bescherming van de openbare veiligheid en voor het opsporen van misdaden.
Houdt een uitbreiding in van de bepalingen van de algemene richtlijn gegevensbescherming op het gebied van beroep op de rechten en de taken van de Groep van deze richtlijn.
(Ongewijzigd, afgezien van de opneming van het nieuwe artikel 9 in de draagwijdte van de uitzondering om redenen van openbare veiligheid, vervanging van 'telecommunicatiediensten' door 'elektronische communicatiediensten' en het schrappen van de comitéprocedure, aangezien de enige rol daarvan in de context van deze richtlijn bestond in de wijziging van de bijlage, die echter is verdwenen)
Overgangsbepaling voor uitgaven van openbare abonneelijsten die reeds bestonden vóór de omzetting van de richtlijn.
(Een deel van de voorgaande overgangsbepalingen is geschrapt, aangezien zij met de omzetting van Richtlijn 97/66/EG niet meer relevant zijn)
Artikel 17 - Omzetting
Geeft de uiterste termijn voor de omzetting.
(Datum aangepast)
Artikel 18 - Inwerkingtreding
Standaardclausule
Artikel 19 - Adressaten
Standaardclausule
Conclusie
Met dit voorstel wordt beoogd verder te zorgen voor een hoge mate van bescherming van persoonsgegevens en van de persoonlijke levenssfeer voor alle elektronische communicatiediensten, ongeacht de gebruikte technologie.