Toelichting bij COM(2002)51 - Specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2002)51 - Specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met ... |
---|---|
bron | COM(2002)51 |
datum | 01-02-2002 |
Er bestaat geen vaccin tegen AVP. Wegens de zeer hoge mortaliteit van deze ziekte en de potentieel desastreuze gevolgen voor de varkenssector, is AVP door het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten (OIE) opgenomen in lijst A, die bestaat uit de voornaamste besmettelijke dierziekten.
AVP is ontstaan in Afrika, waar het virus in een groot deel van het continent enzoötisch is bij de plaatselijke wilde varkens en de plaatselijke vector (de teek Ornithodorus moubata).
Het sporadisch uitbreken van AVP in bepaalde gebieden van de Gemeenschap en de daarmee gepaard gaande beperkingen van het verkeer van varkens en varkensproducten betekenen een belemmering voor zowel het intracommunautaire als het internationale handelsverkeer. AVP komt nog steeds voor in het binnenland van Sardinië, Italië, waar het AVP-virus circuleert onder de lokale varkenspopulatie die vrij kan rondlopen en daardoor voortdurend contact heeft met wilde varkens.
AVP is ook enkele tientallen jaren aanwezig geweest op het Iberische schiereiland. In het midden van de jaren 90 evenwel werd de ziekte, met financiële bijstand van de Gemeenschap, met succes uitgeroeid bij zowel de als huisdier gehouden varkenspopulatie als de wilde varkenspopulatie in Spanje en Portugal. In november 1999 evenwel werd een uitbraak van de ziekte bij als huisdier gehouden varkens gemeld in Alentejo, Portugal, die waarschijnlijk is toe te schrijven aan het persisteren van het AVP-virus bij de lokale vector (de teek Ornithodorus erraticus; deze teek komt niet voor op Sardinië, waar het virus wordt doorgegeven via individuele contacten tussen de dieren).
De biologische cyclus die het virus van AVP, de teek Ornithodorus erraticus en het varken met elkaar verbindt, is complex en ongewoon. Bovendien neemt de besmettingsgraad van de vector met de tijd op natuurlijke wijze af, op voorwaarde dat contacten tussen varkens en besmette teken worden voorkomen. Het risico dat zich in de Europese Unie nieuwe uitbraken van AVP voordoen als gevolg van persisterend virus bij teken, is bijgevolg gering en naar verwachting zal het in de komende jaren verder afnemen en uiteindelijk volledig verdwijnen.
AVP is evenwel nog de enige ziekte van lijst A van het OIE waarvoor op communautair niveau nog geen geharmoniseerde bestrijdingsmaatregelen zijn vastgesteld. In deze lacune moet derhalve worden voorzien, teneinde te zorgen voor een betere ziektebestrijding en mogelijk voor de uitroeiing van de ziekte op het hele grondgebied van de Europese Unie. De communautaire wetgeving moet ook gericht zijn op het garanderen van een snelle ziektebestrijding wanneer het ziekteagens zich toch zou manifesteren in de AVP-vrije gebieden van de Europese Unie.
Terzelfder tijd wordt van deze gelegenheid gebruik gemaakt om de communautaire wetgeving te wijzigen op een punt waar dat al zeer lang had moeten gebeuren, namelijk met betrekking tot een andere varkensziekte, Teschenerziekte. Bij Richtlijn 92/119/EEG van de Raad worden algemene maatregelen ingesteld voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en specifieke maatregelen met betrekking tot vesiculaire varkensziekte. Deze richtlijn is momenteel van toepassing op Teschenerziekte, een ziekte die zich zeer traag onder varkens verspreidt, die niet echt belangrijk is en een lage mortaliteit heeft en die derhalve enkele jaren geleden werd geschrapt van lijst A van het OIE.
Bijgevolg moet Richtlijn 92/119/EEG worden aangepast en moet Teschenerziekte worden geschrapt uit de groep van ziekten waarvoor Richtlijn 92/119/EEG van toepassing is, aangezien deze richtlijn alleen betrekking mag hebben op epizoötische ziekten die zijn opgenomen in lijst A van het OIE.
Het hierbij gevoegde voorstel van de Commissie betreft:
1. de wijziging van Richtlijn 92/119/EEG van de Raad om AVP op te nemen in de groep van dierziekten waarvoor deze richtlijn van toepassing is, en terzelfder tijd Teschenerziekte uit die groep van ziekten te schrappen;
2. de vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van AVP.
De maatregelen om AVP te bestrijden bij als huisdier gehouden varkens en bij wilde varkens vertonen veel overeenkomst met de maatregelen voor de bestrijding van andere varkensziekten van lijst A van het OIE, bijvoorbeeld vesiculaire varkensziekte en klassieke varkenspest. Er bestaan inderdaad veel overeenkomsten tussen Afrikaanse en klassieke varkenspest. De in dit voorstel opgenomen maatregelen houden derhalve in grote mate rekening met de nieuwe richtlijn inzake de bestrijding van Afrikaanse varkenspest, die onlangs door de Raad is vastgesteld na een grondige bespreking.
De in dit voorstel vervatte maatregelen betreffen:
a) de algemene bepalingen die zijn vastgesteld in Richtlijn 92/119/EEG;
b) de bepalingen die zijn vastgesteld in de onlangs goedgekeurde Richtlijn 2001/89/EG van de Raad inzake bestrijding van klassieke varkenspest;
c) de bestaande verschillen tussen Afrikaanse en klassieke varkenspest, met name:
- de incubatieperiode waarop sommige bestrijdingsmaatregelen zijn gebaseerd, bijvoorbeeld de standstill in besmette of verdachte bedrijven;
- de mogelijkheid van replicatie en persistentie van het AVP-virus in vectorteken;
- het gebrek aan een vaccin tegen AVP.
In deze tekst zijn ook enkele bepalingen opgenomen voor de vaststelling op communautair niveau van één enkel diagnostisch handboek dat zal gelden voor zowel Afrikaanse als klassieke varkenspest.
Dit voorstel betreft ook de aanwijzing van het 'Centro de Investigación en Sanidad Animal' van Valdeolmos (Spanje) als communautair referentielaboratorium voor Afrikaanse varkenspest, aangezien dat laboratorium internationale erkenning geniet als voortrekker op het gebied van onderzoek naar en diagnose van deze ziekte.