Toelichting bij COM(2002)550 - Sluiting van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking met Oekraïne

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Op 8 oktober 2001 heeft Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te voeren over een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne.

2. De onderhandelingen over de overeenkomst stonden in het teken van uitbreiding en intensivering van de samenwerking tussen Oekraïne en de Europese Unie. Daarbij is uitgegaan van het belang van wetenschap en technologie voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling en het wederzijds verlangen om de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten op gebieden van gemeenschappelijk belang uit te breiden en te versterken. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een eerste periode eindigend op 31 december 2002 en kan met instemming van beide Partijen telkens met vijf jaar worden verlengd.

De onderhandelingen hebben geleid tot een ontwerp-overeenkomst met twee bijlagen, welke op 13 november 2001 zijn geparafeerd.

3. Bij besluit van 27 juni 2002 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan de ondertekening van de ontwerp-overeenkomst waarover was onderhandeld.

4. De overeenkomst is op 4 juli 2002 in Kopenhagen ondertekend.

5. De overeenkomst is gebaseerd op wederzijds belang, wederzijdse mogelijkheden om deel te nemen aan elkaars programma's en activiteiten waarop de overeenkomst van toepassing is, non-discriminatie en effectieve bescherming van intellectuele eigendom en billijke deling van intellectuele eigendomsrechten.

6. De overeenkomst voorziet in:

- deelneming van Oekraïnse instellingen aan projecten van de Gemeenschap op de door de samenwerkingsactiviteiten bestreken gebieden, en wederzijdse deelneming van in de Gemeenschap gevestigde instellingen aan Oekraïnse projecten op die gebieden. Bij de projecten kunnen tevens de wetenschappelijke en technologische organisaties van een Partij worden betrokken, en mag worden samengewerkt met de organisaties en officiële instanties van de Partijen;

- vrije toegang tot, en gezamenlijk gebruik van onderzoekfaciliteiten, waaronder installaties en voorzieningen voor controle, waarneming en experimenteren, alsmede de verzameling van gegevens met betrekking tot de samenwerkingsactiviteiten;

- bezoeken en uitwisselingen van wetenschappers, ingenieurs en ander ter zake bevoegd personeel met het oog op de deelneming aan studiedagen, symposia en workshops die relevant zijn voor de samenwerking in het kader van deze Overeenkomst;

- uitwisseling van informatie over gebruiken, wetten, voorschriften en programma's die relevant zijn voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst;

- andere activiteiten die gezamenlijk kunnen worden overeengekomen in het gezamenlijk comité Gemeenschap-Oekraïne wanneer deze in overeenstemming met de bij elke partij gehanteerde beleidslijnen en programma's zijn;

- de goedkeuring door de partijen van programma's inzake technologiebeheer als voorwaarde om met de onderzoekprojecten te beginnen, zoals omschreven in bijlage 1 bij de overeenkomst;

- samenwerkingsactiviteiten, een en ander afhankelijk van de beschikbare middelen en de van toepassing zijnde wetten en voorschriften, alsmede van de geldende beleidslijnen en programma's van Oekraïne en de Gemeenschap; er vindt geen overdracht van middelen plaats.

7. De verspreiding en het gebruik van informatie, alsmede het beheer, de toewijzing en uitoefening van intellectuele eigendomsrechten, voortvloeiend uit het in het kader van deze overeenkomst verrichte gezamenlijke onderzoek, zijn onderworpen aan het bepaalde in bijlage 2 bij deze overeenkomst.

8. In het licht van bovenstaande overwegingen stelt de Commissie voor dat de Raad:

- na raadpleging van het Europees Parlement de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne namens de Gemeenschap goedkeurt,

- de Oekraïnse regering ervan in kennis stelt dat de Europese Gemeenschap de voor de inwerkingtreding van de overeenkomst vereiste procedures heeft voltooid.