Toelichting bij COM(2003)431 - Beschikbaarstelling van middelen uit het solidariteitsfonds van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het Interinstitutioneel Akkoord van 7 november 2002  i staat toe dat binnen het jaarlijkse maximum van 1 miljard EUR via het flexibiliteitsmechanisme middelen uit het solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar worden gesteld boven het maximum van de betrokken rubrieken van de financiële vooruitzichten. Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad  i vermeldt onder welke voorwaarden middelen uit het fonds beschikbaar kunnen worden gesteld.

Op basis van de verzoeken om bijstand uit het fonds van Spanje en Italië, die werden getroffen door rampen als gevolg van het zinken van de olietanker Prestige, een aardbeving in Molise en Apulië en de uitbarsting van de Etna eind 2002, wordt de totale schade geraamd op:

// Directe schade

Prestige436 miljoen
euro

Molise1 558 miljoen
euro

Etna849 miljoen
euro

Totaal2 843 miljoen
euro

In het licht van het onderzoek van deze verzoeken  i en rekening houdend met het maximumbedrag dat uit het fonds mag worden uitgekeerd alsmede met de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten in de rubriek die aanvullende uitgaven vergt, stelt de Commissie voor een totaalbedrag van 56,250 miljoen EUR uit het solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 3 van de financiële vooruitzichten.

De Commissie zal een gewijzigde begroting (GB) indienen om in de begroting 2003 specifieke vastleggingskredieten op te nemen, uitgesplitst per begunstigd land, zoals gevraagd onder punt 4 van het Interinstitutioneel Akkoord van 7 november 2002.