Toelichting bij COM(2003)601 - Sluiting van de Overeenkomst inzake de voorlopige toepassing van het Protocol houdende wijziging van het Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij als bedoeld in de Visserijovereenkomst met de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van Groenland wat de bepalingen over experimentele visserij betreft - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2003)601 - Sluiting van de Overeenkomst inzake de voorlopige toepassing van het Protocol houdende wijziging van het Vierde Protocol tot ... |
|---|---|
| bron | COM(2003)601   |
| datum | 16-10-2003 |
Het Vierde Protocol bij de Visserijovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van Groenland, anderzijds, loopt af op 31 december 2006. In artikel 14 van het Protocol is echter bepaald dat uiterlijk 30 juni 2003 een tussentijdse evaluatie dient te worden voltooid.
Naar aanleiding van de slotronde in de onderhandelingen van 16 tot en met 18 juni in Athene is een Protocol tot wijziging van het Vierde Protocol geparafeerd.
Het gewijzigde Protocol bestrijkt de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006. Ofschoon de financiële bijdrage 42 820 000 EUR per jaar blijft, is er nu een duidelijk onderscheid tussen de begrotingsbijdrage ter compensatie van de vangstmogelijkheden, namelijk 31 760 679 EUR en de begrotingsbijdrage voor de structurele hervorming van het visserijbeleid, ten bedrage van 11 059 321 EUR.
De compensatie voor de vangstmogelijkheden is gebaseerd op verscheidene gewijzigde factoren:
- de schrapping van 'papieren vis' zoals kabeljauw, blauwe wijting, lodde in de westelijke wateren en roodbaars in de westelijke wateren, en katvis,
- een toename op basis van wetenschappelijk advies met 800 ton van de quota voor Atlantische heilbot, met 4 200 ton voor Groenlandse heilbot in de oostelijke wateren, en met 4 000 ton voor garnalen in de westelijke wateren,
- de invoering op basis van wetenschappelijk advies van een quotum van 1 000 ton voor sneeuwkrabben,
- de invoering van een quotum van 2 000 ton voor alle bijvangsten.
De begrotingsbijdrage voor de structurele hervorming van het visserijbeleid en de visserijsector is een nieuw en innovatief element, waaruit blijkt dat beide partijen willen bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzame en verantwoorde visserij. Bovendien omvat de bijdrage een specifiek bedrag van 500 000 EUR voor het uitbreiden van de wetenschappelijke capaciteit en de begroting van het Groenlands Natuurinstituut.
Om de overeenkomst gelijk te trekken met de andere overeenkomsten met derde landen die voorzien in een financiële compensatie en om de overeenkomst beter af te stemmen op de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid en met name op het buitenlandse visserijbeleid, zijn er enkele nieuwe elementen aan toegevoegd.
De belangrijkste veranderingen zijn:
- De invoering van een jaarlijkse herziening van de toegewezen quota in het licht van wetenschappelijk advies en de invoering van een beperking van het aantal vaartuigen dat tegelijkertijd in een bepaalde zone mag vissen, alsmede de mogelijkheid om de toegewezen vangstmogelijkheden voor Groenlandse heilbot voor kuststaten in het licht van de overeenkomst tussentijds te herzien. Op deze manier moet overbevissing van de bestanden worden voorkomen.
- De invoering van betalingen voor alle visserijvergunningen met tarieven die overeenkomen met 3% van de prijs van de aanlandingen. De tarieven kunnen bij administratief akkoord door beide partijen onderling periodiek worden aangepast, daarbij rekening houdend met de situatie op de markt en met betrekking tot de bestanden. Dit element is volledig nieuw en van essentieel belang voor het waarborgen van een degelijk beheer van de visbestanden en van de financiële middelen van de Gemeenschap, en voor de coherentie met het GVB en het streven om de participatie van reders geleidelijk te vergroten. De bedragen die voortvloeien uit de rechtstreekse betalingen van de vergunningen door de reders, zullen in mindering worden gebracht op de financiële compensatie die de Gemeenschap moet betalen.
- De invoering van de mogelijkheid om experimentele visserij te bedrijven op diepzeesoorten, koppotigen en tweekleppigen. Dit is een belangrijk onderdeel van de overeenkomst, aangezien dit zou kunnen leiden tot de noodzakelijke diversificatie van de Groenlandse visserij en tot een verruiming van de vangstmogelijkheden voor communautaire vaartuigen in de toekomst.
Gelet op het voorgaande biedt het Protocol tot wijziging van het Vierde Protocol waar voor zijn geld en zal het de verantwoorde en duurzame exploitatie van de visbestanden in het belang van zowel de Gemeenschap als Groenland stimuleren.
De partijen zijn overeengekomen de bepalingen met betrekking tot de experimentele visserij reeds met ingang van 1 juli 2003 toe te passen. Om deze reden hebben beide partijen een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling geparafeerd inzake de voorlopige toepassing van deze bepalingen met ingang van 1 juli 2003.
De Commissie stelt dan ook voor dat de Raad bij besluit zijn goedkeuring hecht aan de ontwerp-overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing met ingang van 1 juli 2003 en overeenkomstig het Protocol in bijlage van de bepalingen over experimentele visserij van het Protocol tot wijziging van het Vierde Protocol, in afwachting van de definitieve inwerkingtreding ervan.
Een voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het Protocol tot wijziging van het Vierde Protocol is het voorwerp van een afzonderlijke procedure.