Toelichting bij COM(2003)754 - Sluiting van een Overeenkomst met Marokko inzake de liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de landbouwprotocollen nr. 1 en nr. 3 bij de Associatieovereenkomst met Marokko

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Artikel 16 van de op 1 maart 2000 in werking getreden Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, bepaalt dat de Gemeenschap en Marokko geleidelijk een grotere liberalisering instellen van het onderlinge handelsverkeer in landbouw- en visserijproducten.

2. Volgens artikel 18 van de Euro-mediterrane Overeenkomst onderzoeken de Gemeenschap en Marokko met ingang van 1 januari 2000 de situatie om de met ingang van 1 januari 2001 door de beide partijen toe te passen liberaliseringsmaatregelen vast te stellen.

3. De Raad heeft de Commissie gemachtigd met het Koninkrijk Marokko, de Republiek Israƫl en de Republiek Tunesiƫ onderhandelingen aan te knopen om het handelsverkeer van landbouwproducten met de betrokken landen sterker te liberaliseren, conform de geest van de Associatieovereenkomst en het Barcelona-proces.

4. Krachtens het aan de overeenkomst gehechte protocol nr. 1 betreffende de regeling die bij invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten uit Marokko van toepassing is, geldt onder andere een bijzondere regeling voor de invoer van tomaten uit Marokko. Op grond van deze regeling geldt onder welbepaalde voorwaarden voor beperkte hoeveelheden tomaten uit Marokko een vrijstelling van de ad-valorem-rechten en een verlaging van de invoerprijs.

5. De beide partijen zijn het er in het kader van de gevoerde onderhandelingen over eens geworden de landbouwprotocollen nr. 1 en nr. 3 te vervangen met het oog op een sterkere liberalisering van de handel in landbouwproducten, conform de geest van de Associatieovereenkomst en het Barcelona-proces.

Dit voorstel heeft ten doel de Raad te verzoeken zijn goedkeuring te hechten aan de vervanging van de aan de Associatieovereenkomst gehechte protocollen nr. 1 en nr. 3 door middel van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling.