Toelichting bij COM(2001)775-2 - Voorstel voor een Beschikkin van het Europees parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 1254/96/EG tot opstelling van richtnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

25.6.2002 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 151 E/207
Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschik-king nr. 1254/96/EG tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de ener-

giesector

(2002/C 151 E/11)

(Voor de EER relevante tekst)

COM(2001) 775 def. — 2001/0311(COD)

(Door de Commissie ingediend op 5 maart 2002)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen-schap, en met name op artikel 156, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite,

Gezien het advies van het Comite van de Regio's,

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

Overwegende hetgeen volgt:

Sinds de vaststelling van Beschikking nr. 1254/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 1996 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector (!) is de behoefte ontstaan daarin nieuwe prioriteiten op te nemen, teneinde meer aandacht te geven aan belangrijke projecten, de lijst met projecten te actualiseren en de procedure voor de selectie van de projecten aan te passen.

Deze nieuwe prioriteiten vloeien voort uit de totstand-brenging van een meer open en concurrentiegerichte interne energiemarkt als gevolg van de tenuitvoerlegging van Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschap-pelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (2) en Richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (3). Zij sluiten aan op de conclusies van de Europese Raad van Stockholm van maart 2001 inzake de ontwikkeling van de infrastructuren die noodzakelijk zijn voor de goede wer-king van de energiemarkt, en zijn in overeenstemming met het streven naar een toenemend gebruik van duur-zame energiebronnen, om aldus bij te dragen tot een beleid voor duurzame ontwikkeling.

Voorts volgen deze nieuwe prioriteiten uit het feit dat de trans-Europese energienetwerken steeds belangrijker worden om de gasvoorziening in de Gemeenschap te diver-sifieren, de energienetwerken van de kandidaat-lidstaten te

PB L 161 van 29.6.1996, blz. 147. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking nr. 1741/1999/EG (PB L 207 van 6.8.1999, blz.

1).

PB L 27 van 30.1.1997, blz. 20.

PB L 204 van 21.7.1998, blz. 1.
integreren en te bewerkstelligen dat de elektriciteitsnetten in Europa en in de landen aan de Middellandse Zee en de Zwarte Zee op elkaar zijn afgestemd.

Binnen de projecten op het gebied van de trans-Europese energienetwerken dienen prioritaire projecten te worden aangewezen die van groot belang zijn voor de goede werking van de interne energiemarkt of voor een continue energievoorziening.

De procedure voor de selectie van de projecten met be-trekking tot de trans-Europese energienetwerken dient te worden aangepast ten behoeve van een evenwichtige toepassing van Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiele bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese net-werken (4).

De procedure voor de selectie van de projecten met be-trekking tot de trans-Europese energienetwerken dient op twee niveaus te worden aangepast: een eerste fase waarin een beperkt aantal thematisch gedefinieerde projecten van gemeenschappelijk belang wordt aangewezen, en een tweede fase waarin tot de gedetailleerde beschrijving, de zogenoemde specificaties, van de projecten wordt over-gegaan.

Aangezien de specificaties van de projecten vatbaar zijn voor wijziging, zijn deze specificaties indicatieve specifi-caties. De Commissie dient dan ook gemachtigd te blijven deze bij te werken.

De bepalingen van Beschikking nr. 1254/96/EG inzake de comiteprocedure dienen te worden aangepast om reke-ning te houden met Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (5).

De vaststelling van de projecten van gemeenschappelijk belang, de specificaties van deze projecten en de priori-taire projecten dient te geschieden zonder vooruit te lopen op de uitkomsten van de milieueffectbeoordeling van de projecten of van de plannen of programma's.

PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1655/1999 (PB L 197 van 29.7.1999, blz.

1).

PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(10) Het is raadzaam de termijn waarbinnen de Commissie krachtens Beschikking nr. 1254/96/EG het periodieke ver-slag inzake de tenuitvoerlegging van de richtsnoeren moet uitbrengen, te verlengen, aangezien de Commissie uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2236/95 jaarlijks een verslag indient dat informatie bevat over de voortgang van de projecten, en met name van de prioritaire projec-ten.

Beschikking nr. 1254/96/EG dient derhalve te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking nr. 1254/96/EG wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 4 komt als volgt te luiden:

„Artikel 4

Prioriteiten

De prioriteiten van het Gemeenschapsbeleid op het gebied van trans-Europese energienetwerken, gelet op de noodzaak dat moet worden gezorgd voor duurzame ontwikkeling, zijn de volgende:

a) aanpassing en uitbreiding van de energienetwerken ter ondersteuning van de werking van de interne energie-markt, en met name het zoeken naar een oplossing voor grensoverschrijdende en andere knelpunten, conges-tieproblemen en problemen in verband met de ontbre-kende schakels, en rekening houden met de nieuwe be-hoeften als gevolg van de liberalisering van de markten voor elektriciteit en aardgas;

b) aansluiting van installaties voor duurzame energie;

c) de aanleg van energienetwerken in insulaire, geisoleerde, perifere en ultraperifere regio's alsook bevordering van de diversifiering van energiebronnen en het gebruik van duurzame energiebronnen en, waar nodig, de aansluiting van deze netwerken;

d) de interoperabiliteit van de elektriciteitsnetten in de Ge-meenschap met die van de kandidaat-lidstaten en van andere landen binnen Europa en de landen aan de Mid-dellandse Zee en de Zwarte Zee;

e) uitbreiding van gasnetten om te kunnen voldoen aan de vraag naar aardgas in de Gemeenschap, regulering van de gassystemen in de Gemeenschap en diversifiering van de bronnen van en de aanvoerroutes voor aardgas.”

2. In artikel 6 komen de leden 2, 3 en 4 als volgt te luiden:

„2. De projecten van gemeenschappelijk belang zijn op-genomen in bijlage II.

3. Elke wijziging die een verandering inhoudt van de omschrijving van een project, zoals vermeld in bijlage II, wordt volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag behandeld.
4. De indicatieve specificaties van de projecten, waarin een gedetailleerde projectomschrijving is vastgelegd alsmede, in voorkomend geval, hun geografische omschrijving, zijn opgenomen in bijlage III.

Deze specificaties worden bijgewerkt volgens de in artikel 9, lid 2, bedoelde procedure.”

3. Het volgende artikel 6 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 6 bis

Prioritaire projecten van Europees belang

1. Prioriteit wordt gegeven aan de aanleg van netwerken die verenigbaar zijn met duurzame ontwikkeling en die aan de volgende criteria voldoen:

a) zij hebben een aanzienlijke invloed op het concurrentie-vermogen van de interne energiemarkt, en/of

b) zij versterken de continuiteit van de energievoorziening in de Gemeenschap.

De lijst van prioritaire assen die aan deze criteria voldoen, is opgenomen in bijlage I.

2. De overeenkomstig deze beschikking vastgestelde pro-jecten van gemeenschappelijk belang die op de prioritaire assen liggen, worden aangeduid als „prioritaire projecten van Europees belang”.

3. De betrokken lidstaten en de Commissie zetten zich binnen hun eigen bevoegdheden in voor de verwezenlijking van de prioritaire projecten van Europees belang.”

4. De artikelen 8, 9 en 10 komen als volgt te luiden:

Artikel 8

Beperkingen

1. De onderhavige beschikking loopt niet vooruit op de financiele verplichtingen van een lidstaat of van de Gemeen-schap.

2. De onderhavige beschikking loopt niet vooruit op de uitkomsten van de milieueffectbeoordeling van de projecten en van de plannen of programma's waarmee het kader voor de toekomstige vergunning van de desbetreffende projecten wordt vastgelegd. De uitkomsten van de milieueffectbeoor-delingen worden in aanmerking genomen.

Artikel 9

Comite

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comite, het Comite TEN-energie genaamd, bestaande uit vertegenwoor-digers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegen-woordiger van de Commissie.

2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van dat besluit van toepassing.

3. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG be-doelde termijn wordt op drie maanden vastgesteld.

Artikel 10

Verslag

De Commissie stelt over de uitvoering van deze beschikking om de vier jaar een verslag op dat zij aan het Europees
Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comite en het Comite van de Regio's voorlegt.”

5. De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op de derde dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.


BIJLAGE „BIJLAGE I

TRANS-EUROPESE ENERGIENETWERKEN Prioritaire projecten van Europees belang: Prioritaire assen

1.

ELEKTRICITEITSNETTEN


EL.1. Frankrijk — Belgie — Nederland — Duitsland: versterking van de elektriciteitsnetten die noodzakelijk zijn om de veelvuldige congestieproblemen in de Benelux op te lossen.

EL.2. Grenzen van Italie met Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland: uitbreiding van de mogelijkheden voor de onder-linge koppeling van de elektriciteitsnetten.

EL.3. Frankrijk — Spanje — Portugal: uitbreiding van de mogelijkheden voor de onderlinge koppeling van de elektriciteitsnetten tussen deze landen en voor het Iberisch schiereiland.

EL.4. Griekenland — de Balkanlanden — UCTE-systeem: ontwikkeling van de elektriciteitsnetten om Griekenland op het UCTE-systeem (Unie voor de Coordinatie van het Transport van Elektriciteit) aan te sluiten.

EL.5. Verenigd Koninkrijk — continentaal Europa en Noord-Europa: vaststelling/uitbreiding van de mogelijkheden voor de onderlinge koppeling van de elektriciteitsnetten.

EL.6. Ierland — Noord-Ierland — Verenigd Koninkrijk: uitbreiding van de mogelijkheden voor de onderlinge kop-peling van de elektriciteitsnetten.

EL.7. Denemarken — Duitsland: uitbreiding van de mogelijkheden voor de onderlinge koppeling van de elektriciteits-netten.

2.

GASNETTEN


NG.1. Verenigd Koninkrijk — Nederland — Duitsland — Rusland: gasleidingen die de voornaamste gasbronnen in Europa met elkaar verbinden, om zo de interoperabiliteit van de netten te verbeteren en een continue gasvoor-ziening te verzekeren.

NG.2. Algerije — Spanje — Frankrijk: de aanleg van een nieuwe gasleiding van Algerije naar Spanje en Frankrijk en een toename van de mogelijkheden van de netten in Spanje en Frankrijk.

NG.3. Landen aan de Kaspische Zee — het Midden-Oosten — de Europese Unie: nieuwe gaspijpleidingen richting de Europese Unie, vanaf nieuwe bronnen, met inbegrip van de gasleidingen van Griekenland naar Turkije en van Italie naar Griekenland.

NG.4. LNG-terminals in Frankrijk, Spanje, Portugal en Italie: diversifiering van de bronnen en van de toegangspunten.

NG.5. Ondergrondse opslaginstallaties in Spanje, Portugal en Griekenland: uitbreiding van de capaciteit in Spanje en bouw van de eerste installaties in Portugal en Griekenland.

BIJLAGE II

TRANS-EUROPESE ENERGIENETWERKEN Prioritaire projecten van gemeenschappelijk belang

3.

ELEKTRICITEITSNETTEN


a) Ontwikkeling van de elektriciteitsnetten in de insulaire, geisoleerde, perifere en ultraperifere regio's met voorrang voor de diversificatie van energiebronnen en het gebruik van hernieuwbare energie en, in voorkomend geval, aansluiting van de elektriciteitsnetten van deze regio's.

b) Ontwikkeling van de elektriciteitsverbindingen tussen de lidstaten, die noodzakelijk zijn voor de werking van de interne markt of om de betrouwbaarheid en de veiligheid van de werking van de elektriciteitsnetten te verzekeren.

c) Ontwikkeling van de binnenlandse elektriciteitsverbindingen in de lidstaten, die nodig zijn voor de benutting van de verbindingen tussen de lidstaten, voor de werking van de interne markt of voor de aansluiting van installaties voor duurzame energie.

d) Ontwikkeling van de elektriciteitsverbindingen met derde landen, met name met de toetredingslanden, die bijdragen aan de interoperabiliteit, de betrouwbaarheid en de veiligheid van de werking van de elektriciteitsnetten of aan de elektriciteitsvoorziening van de Europese Gemeenschap.

m) Acties om de werking van de onderling gekoppelde elektriciteitsnetten te verbeteren in het kader van de interne markt, met name gericht op de inventarisatie van de knelpunten en ontbrekende schakels, het zoeken naar op-lossingen voor de congestieproblemen en de aanpassing van de methodes voor de capaciteitsberekening en de exploitatie van de elektriciteitsnetten.

4.

GASNETTEN


e) Introductie van aardgas in nieuwe regio's, met name de insulaire, geisoleerde, perifere en ultraperifere gebieden, en de ontwikkeling van de gasnetten in deze gebieden.

f) Ontwikkeling van de gasnetverbindingen die nodig zijn voor de werking van de interne markt of om de continuiteit van de energievoorziening te verzekeren, met inbegrip van de aansluiting van de afzonderlijke gasnetten.

g) Ontwikkeling van de aanlandingscapaciteit van vloeibaar aardgas (LNG) en van de opslagcapaciteit van aardgas, die nodig zijn om aan de vraag te voldoen en om de gasinstallaties af te stellen alsmede diversifiering van de bevoor-radingsbronnen en de aanvoerroutes.

h) Ontwikkeling van de gastransportcapaciteit (aanvoerleidingen), die nodig is om aan de vraag te voldoen alsmede diversifiering van de bevoorrading vanaf interne en externe bronnen en van de aanvoerroutes.

n) Acties om de werking van de onderling gekoppelde elektriciteitsnetten te verbeteren in het kader van de interne markt en, met name gericht op de inventarisatie van de knelpunten en ontbrekende schakels, het zoeken naar oplossingen voor de congestieproblemen en de aanpassing van de methodes voor de capaciteitsberekening en de exploitatie van de gasnetten.

BIJLAGE III

TRANS-EUROPESE ENERGIENETWERKEN Specificaties van projecten van gemeenschappelijk belang (1)

5.

ELEKTRICITEITSNETTEN


Project a)Ontwikkeling van de elektriciteitsnetten in de insulaire, geisoleerde, perifere en ultraperifere regio's met voorrang voor de diversificatie van energiebronnen en het gebruik van hernieuwbare energie en, in voorkomend geval, aansluiting van de elek-

triciteitsnetten van deze regio's

Specificaties: a02 IERLAND — VERENIGD KONINKRIJK (Wales)

Verbinding via een onderzeese kabel tussen de netten van Ierland en het Verenigd Koninkrijk (Wales). a04 GRIEKENLAND — ITALIE

Verbinding via een onderzeese kabel tussen de netten van Griekenland en Italie:

Verbinding Ipiros-Puglia (versterking van de bestaande verbinding).

6.

a09 GRIEKENLAND


Verbindingen tussen de eilanden onderling en tussen de eilanden en het vaste land: Aansluiting van de Zuidelijke Cycladeneilanden.

a10 ULTRAPERIFERE REGIO'S: FRANKRIJK, SPANJE, PORTUGAL Aansluitingen in ultraperifere regio's.

a11 ITALIE (Sardinie) — FRANKRIJK (Corsica) — ITALIE (vaste land)

Verbinding via een onderzeese kabel tussen de netten van Sardinie en Italie (vaste land). Versterking van de verbinding met Corsica.

Project b)

- Ontwikkeling van de elektriciteitsverbindingen tussen de lidstaten, die noodzakelijk zijn voor de werking van de interne markt of om de betrouwbaarheid en de veiligheid van de werking van de elektriciteitsnetten te verzekeren

Specificaties:

b04 FRANKRIJK — BELGIE — NEDERLAND — DUITSLAND Verbinding Moulaine (F)-Aubange (B).

b05 FRANKRIJK — DUITSLAND

Verbinding Vigy (F)-Marlenheim (F).

Verbinding Vigy (F)-Uchtelfangen (D).

b06 FRANKRIJK — ITALIE

Verbinding Grand ile-Piossasco. La Praz (F) fasenregelaar.

b07 FRANKRIJK — SPANJE

Verbinding Cazaril-Aragon of alternatieve route, en aansluiting op de verbinding Sallente-Sentmenat. Pragneres (F) fasenregelaar.

Verbinding met de oostkant van de Pyreneeen.

b10 SPANJE — PORTUGAL

Verbindingen tussen de twee landen door Noord-Portugal en Noordwest-Spanje. Nieuwe verbinding door gebieden in het Zuiden van Portugal en Zuidwest-Spanje: Verbinding Balboa-Alqueva-Sines.

b11 FINLAND — ZWEDEN

Verbindingen noordelijk deel van de Botnische Golf: nieuwe lijnen parallel aan de bestaande lijnen.

b12 OOSTENRIJK — ITALIE Lijn Lienz-Cordignano.

b13 IERLAND — VERENIGD KONINKRIJK (NOORD-IERLAND)

b14 OOSTENRIJK — DUITSLAND Lijn St. Peter-Isar.

b15 NEDERLAND — VERENIGD KONINKRIJK

Verbinding via een onderzeese kabel tussen Zuidoost-Engeland en Midden-Nederland (regio Rotterdam). b16 DENEMARKEN — DUITSLAND

Bovengrondse verbindingen tussen beide landen: Lijn Kasso-Flensburg.

Project c)Ontwikkeling van de binnenlandse elektriciteitsverbindingen in de lidstaten, die nodig zijn voor de benutting van de verbindingen tussen de lidstaten, voor de werking van de interne markt of voor de aansluiting van installaties voor duurzame energie

7.

Specificaties: c02 DENEMARKEN


Aansluitingen op de Noord-Zuidverbinding.

Aansluitingen op de Oost-Westverbinding:

Verbindingen via een onderzeese kabel tussen de westelijke (UCTE) en oostelijke (NORDEL) netten: Verbinding Fyn-Sjslland.

8.

c04 FRANKRIJK


Verbindingen in Noord-Frankrijk, in verband met de uitbreiding van de intracommunautaire handel in elektriciteit: Lijn Dunkerque-Lille.

Lijn Amiens-Lille.

Verbindingen in het noordoosten van Frankrijk: Lijn Sierrentz-Mulbach.

9.

c05 ITALIE


Aansluitingen op de Oost-Westverbinding:

Lijn Vado Ligure-Morigallo.

Lijn Turbigo-Rho.

Lijn Turbigo-Baggio.

Lijn Gorlago-San Fiorano.

Lijn Turbigo-Piedilago.

Pompstation Piedilago.

Lijn Chivasso-Magenta.

Lijn Colunga-Calenzano.

Aansluitingen op de Noord-Zuidverbinding.

Lijn Pietrafitta-Santa Barbara.

Lijn Santa Barbara-Tavarnuzze.

Lijn Matera-Santa Sofia.

Lijn Pian della Speranza/Noorden van Rome-Montalto/Suvereto. Lijn Pietrafitta-Villavalle.

Lijn Laino-Rizziconi.

10.

c07 PORTUGAL


Verbindingen die noodzakelijk zijn voor de koppelverbinding met Spanje: In Midden-Portugal: Lijn Pego-Rio Maior II.

In Noord-Portugal: Lijn Recarei-Pocinho-Aldeadavila.

11.

c08 GRIEKENLAND


Thessaloniki, Lamia en Patras onderstations en verbindingslijnen.

12.

c09 IERLAND


Verbindingen in het noordoosten van Ierland: Lijn Tynagh-Cashla.

Lijn Flagford-East Sligo.

13.

c10 SPANJE


Verbindingen in Noordoost- en West-Spanje, met name voor aansluiting op het netwerk voor de opwekking van windenergie:

Verbindingen in Noordoost-Spanje: In Baskenland, Aragon en Navarra.

Verbindingen in West-Spanje: in Galicie.

14.

c11 ZWEDEN


Verbindingen in Midden-Zweden. Verbindingen in Zuid-Zweden.

15.

c12 DUITSLAND


Verbindingen in Noord-Duitsland: Lijn Lubeck/Siems-Gorries.

Lijn Lubeck/Siems-Krummel.

16.

c13 VERENIGD KONINKRIJK


Verbindingen in Noord-Ierland, met betrekking tot de koppelverbindingen met Ierland:

Verbindingen in het noordwesten.

Verbindingen in Schotland en Engeland, met het oog op een groter gebruik van hernieuwbare bronnen voor het opwekken van elektriciteit.

Project d)Ontwikkeling van de elektriciteitsverbindingen met derde landen, met name met de toetredingslanden, die bijdragen aan de interoperabiliteit, de betrouwbaarheid en de veiligheid van de werking van de elektriciteitsnetten of aan de elektriciteitsvoor-

ziening van de Europese Gemeenschap

Specificaties: d02 DUITSLAND — POLEN

Lijn Neuenhagen (D)-Vierraden (D)-Krajnik (PL).

Verbinding via een onderzeese kabel tussen Noord-Duitsland (UCTE) en Zuid-Noorwegen (NORDEL): Verbinding Bruns-buttel-Zuid-Noorwegen.

d08 GRIEKENLAND — BALKANLANDEN

Verbindingen tussen Griekenland en Albanie, Bulgarije en FYROM: Lijn Philippi (GR)-Maritsa 3 (Bulgarije).

Lijn Amintaio (GR)-Bitola (FYROM).

Lijn Kardia (GR)-Elbasan (Albanie).

Aansluiting van Griekenland op het UCTE-netwerk:

Lijn Elbasan (Albanie)-Podgorica (Federale Republiek Joegoslavie). Mostar (Bosnie-Herzegovina) onderstation en verbindingslijnen. Ernestinovo (Kroatie) onderstation en verbindingslijnen.

d09 GRIEKENLAND — TURKIJE

Verbindingen tussen de twee landen door het noordoosten van Griekenland: Lijn Philippi-Hamidabad.

d10 VERENIGD KONINKRIJK — NOORWEGEN

Verbinding via een onderzeese kabel tussen Noordoost-/Oost-Engeland en Zuid-Noorwegen (NORDEL).

dll NEDERLAND — NOORWEGEN

Verbinding via een onderzeese kabel tussen Noordoost-Nederland (UCTE) en Zuid-Noorwegen (NORDEL): Lijn Eems-haven-Feda.

d13 SPANJE — MAROKKO

Verbinding via een onderzeese kabel tussen Zuid-Spanje en Marokko (versterking van de bestaande verbinding).

d14 BALTISCHE ELEKTRICITEITSRING: DUITSLAND — POLEN — RUSLAND — ESTLAND — LETLAND — LITOU-WEN — ZWEDEN — FINLAND — DENEMARKEN — WIT-RUSLAND

Verbindingen (via bovengrondse verbindingen of onderzeese kabels) tussen de netten van deze landen: Verbindingen Zuid-Finland-Rusland.

Verbinding Duitsland-Polen-Litouwen-Wit-Rusland-Rusland (Oost-Westhoogspanningslijn).

Verbinding Polen-Litouwen.

Verbinding Finland-Estland (via onderzeese kabel).

d15 ZWEDEN — NOORWEGEN

Lijnen Noord-Zweden-Noord-Noorwegen. Lijnen Midden-Zweden-Midden-Noorwegen. Regiolijn Borgvik (S)-Hoesle (NO)-Oslo.

d16 EU — WIT-RUSLAND — RUSLAND — OEKRAINE

Verbindingen en interface tussen het (uitgebreide) UCTE-net en de netten van derde landen in Oost-Europa: Verbindingen tussen de systemen UCTE en CENTREL.

Verbindingen tussen het systeem UCTE/CENTREL en de Balkanlanden.

Verbindingen en interface tussen het uitgebreide UCTE-systeem en Wit-Rusland, Rusland en Oekraine, en de verplaatsing van HVDC conversiestations die voorheen operationeel waren tussen Oostenrijk en Hongarije, Oostenrijk en de Tsje-chische Republiek en tussen Duitsland en de Tsjechische Republiek.

d18 MEDITERRANE ELEKTRICITEITSRING: FRANKRIJK — SPANJE — MAROKKO — ALGERIJE — TUNESIE — LIBIE — EGYPTE — LANDEN IN HET NABIJE OOSTEN — TURKIJE — GRIEKENLAND — ITALIE

Verbindingen in het gebied rond de Middellandse Zee met het oog op de interoperabiliteit van het uitgebreide UCTE-net met de netten in de betreffende landen.

Verbinding via een onderzeese kabel tussen Zuid-Spanje en Noordwest-Algerije.

d19 NOORWEGEN — ZWEDEN — FINLAND — RUSLAND Verbindingen in het gebied rond de Barentszee.

d20 ITALIE — SLOVENIE

Installatie van flexibele alternatieve transmissiesystemen.

Project m)Acties om de werking van de onderling gekoppelde elektriciteitsnetten te verbeteren in het kader van de interne markt, met name gericht op de inventarisatie van de knelpunten en ontbrekende schakels, het zoeken naar oplossingen voor de congestie-problemen en de aanpassing van de methodes voor de capaciteitsberekening en de exploitatie van de elektriciteitsnetten

17.

Specificaties: m1 KNELPUNTEN EN ONBREKENDE SCHAKELS VAN DE ELEKTRICITEITSNETTEN


Het aangeven van de knelpunten en de ontbrekende schakels, met name grensoverschrijdend, binnen elektriciteitsnetten. Het ontwikkelen van oplossingen voor elektriciteitsstroombeheer met het oog op de congestieproblemen binnen elek-triciteitsnetten.

18.

m2 PROGNOSE- EN OPERATIETECHNIEKEN ELEKTRICITEITSNET


De aanpassing van de prognose- en operatietechnieken voor elektriciteitsnetten die nodig zijn voor een goede werking van de interne markt en het gebruik van een hoog percentage hernieuwbare energiebronnen.

19.

GASNETTEN


Project e)Introductie van aardgas in nieuwe regio's, met name de insulaire, geisoleerde, perifere en ultraperifere gebieden, en de

ontwikkeling van de gasnetten in deze gebieden

Specificaties: e01 VERENIGD KONINKRIJK (Noord-Ierland) — IERLAND

Ontwikkeling van een gasnet van Belfast tot het noordwesten van Noord-Ierland en, in voorkomend geval, tot de westkust van Ierland.

20.

e06 GRIEKENLAND


Ontwikkeling van gasnetten in Griekenland, alsmede LNG-terminals en opslaginstallaties: Hogedrukleiding naar Thracie.

Hogedrukleiding naar Korinthe.

Hogedrukleiding naar Noordwest-Griekenland.

Compressiestation bij de hoofdpijpleiding.

Opslag in Zuid-Kavala (conversie van een offshore uitgeput gasveld).

LNG in Revithoussa (uitbreiding van de bestaande terminal).

Bouw van een tweede LNG-terminal.

e07 ULTRAPERIFERE REGIO'S: FRANKRIJK, SPANJE, PORTUGAL Introductie van aardgas in ultraperifere gebieden.

Project f)Ontwikkeling van de gasnetverbindingen die nodig zijn voor de werking van de interne markt of om de continuiteit van de energievoorziening te verzekeren, met inbegrip van de aansluiting van de afzonderlijke gasnetten

Specificaties: f01 IERLAND — VERENIGD KONINKRIJK

Extra onderling gekoppelde gasleiding tussen Ierland en Schotland. Noord-Zuidkoppelverbinding, alsmede de pijpleiding Dublin-Belfast.

f05 FRANKRIJK — SPANJE

Koppelverbinding via de westerse grens. Compressiestation pijpleiding Lumbier-Calahorra. Pijpleiding Perpignan-Barcelona.

f06 PORTUGAL — SPANJE

Uitbreiding van de transportcapaciteit van gasleidingen die Portugal voorzien via Zuid-Spanje en Galicia, en Asturias via Portugal.

f08 OOSTENRIJK — DUITSLAND

Pijpleiding Purchkirchen-Burghausen. Pijpleiding Andorf-Simbach.

f09 OOSTENRIJK — HONGARIJE Pijpleiding Wiener Neustadt-Sopron.

21.

f11 OOSTENRIJK


Verbinding tussen gasleidingen die lopen van Oostenrijk naar Duitsland en Italie: Pijpleiding Bad Leonfelden-Linz.

Aansluiting van geisoleerde gasnetten.

f12 GRIEKENLAND — ALBANIE Pijpleiding Noordwest-Griekenland-Elbasan.

Onderling gekoppelde pijpleiding, aanvankelijk voor de voorziening van Griekenland en andere Balkanlanden via Zuid-Italie.

f17 OOSTENRIJK — SLOVENIE — KROATIE Gastransportcorridor naar Zuidoost-Europa, door deze landen.

f18 VERENIGD KONINKRIJK — NEDERLAND — DUITSLAND

Onderling gekoppelde pijpleidingen, die de voornaamste bronnen van Noordwest-Europa met elkaar verbinden.

f19 DUITSLAND — POLEN

Verbinding tussen Noordoost-Duitsland (regio Berlijn) en Noordwest-Polen (regio Szczecin). Aftakking van Schmolln naar Lubmin (regio Greifswald).

f20 DENEMARKEN — VERENIGD KONINKRIJK Verbinding tussen de offshorefaciliteiten in de Noordzee.

Project g)Ontwikkeling van de aanlandingscapaateit van vloeibaar aardgas (LNG) en van de opslagcapaciteit van aardgas, die nodig zijn om aan de vraag te voldoen en om de gasinstallaties af te stellen alsmede diversifiering van de bevoorradingsbronnen en

de aanvoerroutes

22.

Specificaties: g01 IERLAND


De aanleg van ondergrondse gasopslaginstallaties.

23.

g03 FRANKRIJK


De bouw van LNG-installaties:

LNG in Le Verdon-sur-mer (nieuwe terminal) en pijpleiding naar de opslaginstallatie in Lussagnet. LNG in Fos-sur-mer (uitbreiding van de bestaande terminal).

24.

g07 FRANKRIJK


De aanleg van ondergrondse gasopslaginstallaties.

Opslag in Lussagnet (uitbreiding van de bestaande installatie). Opslag in Pecorade (conversie van een uitgeput olieveld).

25.

g08 SPANJE


De aanleg van ondergrondse gasopslaginstallaties.

Opslag bij de Noord-Zuidverbinding (nieuwe installaties) in: Cantabria, Aragon, Castilla y Leon, Castilla-La Mancha, Andalusie.

Opslag bij de Mediterrane verbinding (nieuwe installaties) in: Catalonie, C.A. Valenciana, Murcia.

26.

g09 PORTUGAL


De aanleg van ondergrondse gasopslaginstallaties: Opslag in Carrico (nieuwe installatie).

27.

g13 OOSTENRIJK


De aanleg van ondergrondse gasopslaginstallaties:

Opslag in Purchkirchen (uitbreiding bestaande installatie) en pijpleiding naar het Penta West systeem nabij Andorf. Opslag in Baumgarten (nieuwe installatie).

Opslag in Haidach (nieuwe installatie) en pijpleiding naar het Europees gasnet.

28.

g14 ITALIE


Bouw van LNG-installaties:

LNG-offshore in het noordelijke deel van de Adriatische Zee (nieuwe terminal). LNG aan de zuidkust van de Adriatische Zee (nieuwe terminal).

29.

g16 BELGIE


De bouw van LNG-installaties:

LNG in Zeebrugge/Dudzele (uitbreiding van de bestaande terminal).

30.

g17 ITALIE


Ontwikkeling van ondergrondse opslagfaciliteiten voor gas.

Project h)Ontwikkeling van de gastransportcapaciteit (aanvoerleidingen), die nodig is om aan de vraag te voldoen alsmede diversifiering van de bevoorrading vanaf interne en externe bronnen en van de aanvoerroutes

Specificaties:

h03 NOORDELIJK GASNET: NOORWEGEN — DENEMARKEN — DUITSLAND — ZWEDEN — FINLAND — RUS-LAND — BALKANLANDEN — POLEN

Totstandbrenging en ontwikkeling van verbindingen tussen de netten van deze landen met het oog op de vorming van een geintegreerd gasnet:

De Baltische koppellijn: Duitsland, Denemarken, Zweden.

De Midden-Noordse gasleiding: Noorwegen, Zweden, Finland.

Nybro-Dragor gasleiding en aansluiting van de pijpleiding op de opslag in Stenlille: Denemarken.

De Noord-Europese gasleiding: Rusland, de Oostzee, Duitsland.

Gasleiding van Rusland naar Duitsland, via Letland, Litouwen en Polen, en de aanleg van ondergrondse gasopslag-installaties in Letland.

h07 RUSLAND — WIT-RUSLAND — POLEN — EU

Uitbreiding van de transportcapaciteit vanaf Russische bronnen naar de Europese Unie via Wit-Rusland en Polen:

Deel in Duitsland:

Yagal Sud gasleiding (tussen de STEGAL-pijpleiding en de driehoek D, F, CH).

31.

SUDAL oostelijke gasleiding (tussen de MIDAL-pijpleiding nabij Heppenheim naar Burghausen verbinding met de PENTA-pijpleiding in Oostenrijk) h09 LIBIE- ITALIE


Gasnetwerk vanaf Libische bronnen naar Italie.

h10 LANDEN AAN DE KASPISCHE ZEE — EU

Gasnetwerk van bronnen in landen aan de Kaspische Zee naar de Europese Unie: Gasleiding Griekenland-Turkije.

h11 RUSLAND — OEKRAINE — MOLDAVIE — ROEMENIE — BULGARIJE — GRIEKENLAND — ANDERE BALKAN-LANDEN

Uitbreiding van de transportcapaciteit vanuit Russische velden naar Griekenland en andere Balkanlanden, via Oekrai'ne, Roemenie en Bulgarije:

Deel in Roemenie.

Deel in Bulgarije: Gasleiding St. Zagora-Ihtiman.

h13 DUITSLAND — TSJECHISCHE REPUBLIEK — OOSTENRIJK — ITALIE Verbinding pijpleidingen tussen Duitse, Tsjechische, Oostenrijkse en Italiaanse gasnetten.

h14 RUSLAND — OEKRAINE — SLOWAKIJE — HONGARIJE — SLOVENIE — ITALIE Gasleiding vanaf Russische bronnen naar Italie, via Oekraine, Slowakije, Hongarije en Slovenie.

h15 NEDERLAND — DUITSLAND — ZWITSERLAND — ITALIE

Uitbreiding van de transportcapaciteit van de TENP-leiding van Nederland naar Italie via Duitsland.

h16 BELGIE — FRANKRIJK — ZWITSERLAND — ITALIE

Uitbreiding van de transportcapaciteit van Noordwest-Europa via Frankrijk naar Italie: Gasleiding Taisnieres (F)-Oltingue (CH).

h17 DENEMARKEN — POLEN

Gasleiding van Denemarken naar Polen: Denemarken-Polen onderzeese pijpleiding.

h18 NOORWEGEN — RUSLAND — EU

Gasnetwerk van de bronnen in de Barentszee naar de Europese Unie, via Zweden en Finland.

32.

h19 IERLAND


Gasleiding vanaf het Corrib-veld (offshore).

Project n)Acties om de werking van de onderling gekoppelde elektriciteitsnetten te verbeteren in het kader van de interne markt en, met name gericht op de inventarisatie van de knelpunten en ontbrekende schakels, het zoeken naar oplossingen voor de congestieproblemen en de aanpassing van de methodes voor de capaciteitsberekening en de exploitatie van de gasnetten

33.

Specificaties: n1 KNELPUNTEN EN ONBREKENDE SCHAKELS VAN DE AARDGASNETTEN


Het aangeven van de knelpunten en de ontbrekende schakels, met name grensoverschrijdend, binnen de gasnetten. Het ontwikkelen van oplossingen voor aardgasstroombeheer met het oog op de congestieproblemen van elektriciteits-netten.

1

h20 ALGERIJE — ITALIE — FRANKRIJK

Gasleiding van Algerijnse bronnen naar Italie, via Sardinie. Aftakking naar Corsica.

Gasnetwerk van bronnen in landen aan de Kaspische Zee naar de Europese Unie.

34.

n2 PROGNOSE- EN OPERATIETECHNIEKEN AARDGASNET


Het aanpassen van de prognose- en operatietechnieken met betrekking tot aardgasnetten die nodig zijn voor de werking van de interne markt.”.