Toelichting bij COM(2002)449 - Afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2002)449 - Afsnijden van haaienvinnen aan boord van vaartuigen.
bron COM(2002)449 NLEN
datum 05-08-2002
Haaien en verwante soorten, zoals diverse soorten roggen, (vissen van de taxon Elasmobranchii of kraakbeenvissen) zijn wegens de kenmerken van hun levenscyclus zeer kwetsbaar voor exploitatie. Vele haaiensoorten worden vaak als bijvangst gevangen door communautaire vissersvaartuigen die op andere, qua waarde interessantere soorten vissen en zijn dan ook moeilijk te beheren via uitsluitend de traditionele middelen, gebaseerd op vangst- en visserijinspanningsbeperkingen.

Het vlees van haaien moet op een speciale manier worden behandeld om te kunnen worden bewaard; wegens zijn hoge ammoniakgehalte is het anders ongeschikt voor menselijke consumptie. Daarom brengt haaienvlees gewoonlijk weinig op, hoewel hierin verandering komt door de verbeterde visbehandelingsmethoden aan boord. Haaienvinnen daarentegen, zijn zeer in trek op bepaalde markten van het Verre Oosten, als hoofdbestanddeel van verdikkingsmiddelen voor voedingsmiddelen, in het bijzonder voor haaienvinnensoep. Vinnen kunnen gemakkelijk worden bewaard door drogen of diepvriezen en kunnen zeer hoge prijzen halen.

Daar er weinig regelingen zijn om de haaienvisserij te beperken, vooral omdat er weinig bekend is over de visserijpatronen en de biologie van de vissen, is de praktijk ontstaan de vinnen van een door een vissersvaartuig gevangen haai af te snijden en alleen deze vinnen aan boord te houden en de rest van de haai overboord te gooien (waarbij een deel van de vis soms opnieuw wordt gebruikt als aas om meer haaien te vangen). Als gevolg van deze praktijk, die bekend staat als 'het vinnen' van haaien, sterven grote aantallen haaien. De vinnen alleen nemen minder opslagruimte van een vaartuig in beslag dan de haaien in hun geheel; dit leidt tot een buitensporige sterfte van haaien, met rampzalige gevolgen voor de haaienpopulaties. Door de trage voortplanting van haaien herstellen de bestanden slechts moeizaam.

De thans beschikbare wetenschappelijke gegevens, die meestal gebaseerd zijn op het onderzoek van vangstgegevens, wijzen erop dat vele haaienbestanden ernstig bedreigd zijn  i. Totdat meer gegevens bekend zijn over de populatiedynamiek van de haaienbestanden en hun reactie op exploitatie, die het mogelijk zouden maken om aangepaste beheersplannen op te stellen, zullen alle maatregelen die de beoefening van niet-duurzame visserijpraktijken voorkomen of tot een minder intensieve exploitatie leiden een positief effect hebben op de visstand. Daarom dienen dringend regels te worden vastgesteld om de praktijk van 'het vinnen' van haaien streng te beperken of om te voorkomen dat deze praktijk uitbreiding neemt.

Er zijn methoden ontwikkeld om het bewaren van haaienvlees te verbeteren en om meer afzetmogelijkheden te vinden voor haaienvlees voor menselijke consumptie; er is ook vraag naar andere delen van haaien (lever, huid) en deze kunnen ook worden verkocht. Aangenomen wordt dat vissers zo een hogere economische opbrengst voor hun aanvoer zullen kunnen krijgen en dat, voor eenzelfde economisch resultaat, de visserijdruk kan worden verminderd door de vangst volledig te benutten.

Om al deze redenen is het dienstig het vinnen van haaien te verbieden. Om doeltreffend te zijn, zou dit verbod moeten gelden voor alle vormen van visserij in de communautaire wateren. In niet-communautaire wateren kan het verbod alleen worden toegepast ten aanzien van communautaire vaartuigen en het zal voor de bescherming van haaien dan ook niet 100 % effectief zijn. Het is echter een principe van de Gemeenschap dat ze zich op dezelfde wijze inzet voor de instandhouding van de visbestanden in alle wateren waar haar vaartuigen vissen. Deze proactieve houding zal het ook gemakkelijker maken om de invoering van de maatregel op internationaal niveau, vooral in de regionale visserijorganisaties, te verdedigen en zal de Gemeenschap op één lijn brengen met de andere landen die soortgelijke maatregelen hebben vastgesteld.

De meest doeltreffende en praktische manier om een verbod op het vinnen van haaien toe te passen en de bijvangst van haaien minder aantrekkelijk te maken, is het afsnijden van de vinnen aan boord en het aan boord houden, overladen of aanlanden van afgesneden haaienvinnen te verbieden. Gezien de praktische moeilijkheden wat betreft de controle en de soortidentificatie op basis van aan boord gehouden of aangelande afgesneden vinnen, zou dit verbod voor alle kraakbeenvissen moeten gelden. Dit verbod zou evenwel niet mogen slaan op het afsnijden van roggenvleugels, in het bijzonder omdat dit tot doel heeft het belangrijkste deel van het visvlees te benutten. Bovendien zijn roggenvleugels gemakkelijk te onderscheiden zijn van alle andere van kraakbeenvissen afgesneden vinnen.

In bepaalde visserijtakken zou er echter een praktische reden kunnen zijn om haaienvinnen aan boord af te snijden en vinnen en lichamen aan boord afzonderlijk te behandelen, zelfs indien het de bedoeling is het karkas aan boord te houden en te benutten. Het wordt dienstig geacht om in dergelijke gevallen een speciaal visdocument af te geven waarbij deze praktijk wordt toegestaan maar waarbij er tevens voor wordt gezorgd dat het bezit aan boord, het aanlanden of het overladen van vinnen slechts is toegestaan voorzover het overeenkomende gewicht van het karkas aan boord is, wordt aangeland of wordt overgeladen. Om de toepassing van de regeling te vergemakkelijken en misbruik te voorkomen is het dienstig één enkele, voor alle haaiensoorten geldende, restrictieve omrekeningsfactor vast te stellen.

Deze verordening is een maatregel voor de instandhouding van haaien, zoals door de Commissie is aangekondigd in haar recente Mededeling tot vaststelling van een actieplan van de Gemeenschap om milieubeschermingseisen in het gemeenschappelijk visserijbeleid te integreren (COM(2002)186 def.). De verordening maakt ook deel uit van de ontwikkeling en uitvoering, door de Gemeenschap, van een ruimer beheersplan voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van haaien, overeenkomstig de gedragscode van de FAO voor een verantwoorde visserij en het internationaal actieplan van de FAO voor haaien.