Toelichting bij COM(2003)419 - Sluiting van de visserijovereenkomst met Mozambique

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2003)419 - Sluiting van de visserijovereenkomst met Mozambique.
bron COM(2003)419 NLEN
datum 14-07-2003
In oktober 1988 hebben de EG en Mozambique een visserijovereenkomst gesloten waarbij communautaire reders vangstmogelijkheden werden geboden voor de visserij op garnaal in ondiep en in diep water en voor de tonijnvisserij in ruil voor een financiële compensatie. Deze overeenkomst is in de praktijk geleidelijk beperkt tot de tonijnvisserij en is in 1993 opgezegd door Mozambique, die de overeenkomst niet langer gunstig voor de ontwikkeling van de eigen visserijsector achtte.

In mei 1996 heeft de Raad van ministers de Commissie opgedragen om met Mozambique over een nieuwe bilaterale overeenkomst te onderhandelen.

Vanaf 1999 zijn met Mozambique verkennende gesprekken gevoerd en de tekst van de nieuwe overeenkomst is op 21 oktober 2002 ondertekend. De overeenkomst treedt voor een periode van drie jaar in werking zodra beide partijen de respectieve goedkeuringsprocedures hebben afgewikkeld en elkaar daarvan in kennis hebben gesteld. De overeenkomst wordt automatisch verlengd tenzij een van beide partijen de overeenkomst uitdrukkelijk opzegt. Een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en van de financiële compensatie en een technische bijlage, die een integrerend deel van deze Overeenkomst vormen, treden op 1 januari 2004 in werking voor een eerste periode van drie jaar.

Doordat de vissersvaartuigen van de EG weer toegang krijgen tot de wateren van Mozambique kunnen de visserijactiviteiten uit het verleden worden hervat, en de nieuwe overeenkomst sluit aan bij de overige overeenkomsten voor de tonijnvangst die in de regio al zijn gesloten.

Bij het protocol worden, wat de vangstmogelijkheden voor de garnaalvisserij betreft, maximaal 10 vaartuigen gemachtigd om een quotum van 1000 ton garnalen op volle zee op te vissen, alsmede een bijvangst van 535 ton. De Commissie moet toezicht houden op de vangsten van de garnalenvissers om overschrijdingen van het totale quotum te voorkomen. Bovendien zijn in het protocol voor de tonijnvissers vangstmogelijkheden vastgelegd voor 35 vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en voor 14 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een referentietonnage van 8000 ton tonijn en verwante soorten.

De totale financiële compensatie is vastgesteld op 4 090 000 euro per jaar, waarvan 3 490 000 euro voor de garnaalvisserij op volle zee (met inbegrip van de bijvangst) en 600 000 euro voor de vangst van tonijn en verwante soorten.

De financiële compensatie zal volledig worden besteed aan maatregelen die zijn gericht op institutionele ontwikkeling, toezicht op zee, onderzoek, opleiding, kwaliteitscontrole en deelname van Mozambique aan de vergaderingen van de Gemengde Commissie en andere internationale bijeenkomsten. Dit moet een aanzienlijke bijdrage leveren aan een snellere ontwikkeling van de beheerscapaciteiten voor alle Mozambikaanse visserijgronden.

De bemanning van vaartuigen voor de garnalenvisserij die in het kader van de overeenkomst vissen, moeten voor ten minste de helft uit onderdanen van Mozambique bestaan. De vaartuigen worden onderworpen aan gezondheidsinspecties volgens de wetgeving van Mozambique. De vangsten van deze vaartuigen moeten normaliter in een Mozambikaanse haven in aanwezigheid van de Mozambikaanse autoriteiten worden overgeladen, maar een vaartuig mag de visserijzone desgewenst ook met de vangsten aan boord verlaten, mits het eerst in een van de havens door de Mozambikaanse autoriteiten is geïnspecteerd. In beide gevallen moet voor de vangsten een internationaal transitcertificaat worden afgegeven. Bij geen van beide procedures kan de communautaire oorsprong van de vangsten worden gewijzigd.

Gelet op het bovenstaande kan de nieuwe overeenkomst worden beschouwd als evenwichtig, met een goede prijs/kwaliteitverhouding en van strategisch belang voor de tonijnvisserij van de EG in de Indische Oceaan. Bovendien is de overeenkomst bevorderlijk voor een verantwoorde en duurzame exploitatie van de visbestanden in het wederzijds belang van de Gemeenschap en Mozambique.

Op deze gronden stelt de Commissie voor dat de Raad bij verordening de sluiting van de nieuwe visserijovereenkomst tussen de EG en Mozambique goedkeurt.