Toelichting bij COM(2003)406 - Interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. De uitdagingen waarmee Europa momenteel wordt geconfronteerd, zoals de uitbreiding, duurzame economische groei, sociale ontwikkeling, het garanderen van de veiligheid en het verkleinen van de afstand tussen de Europese Unie en haar burgers, vereisen gezamenlijke beleidsreacties op Europees niveau, waarbij sterker het accent wordt gelegd op beleidsmaatregelen die optimaal aan de behoeften en verwachtingen van burgers en ondernemingen beantwoorden. Zij vereisen ook dat de overheden de krachten bundelen wat de tenuitvoerlegging van gemeenschappelijke beleidsmaatregelen betreft. In feite zijn de lidstaten en de Europese Commissie gezamenlijk verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van een breed scala aan wetgevingsbesluiten en daarvoor moeten nieuwe vormen van samenwerking worden ontwikkeld. Netwerkvorming over de grenzen heen door gebruikmaking van informatietechnologieën (IT's) is een instrument van cruciaal belang geworden om overheidsdiensten dichter bij elkaar te brengen en hun gezamenlijk streven naar een modern, uitgebreid en veilig Europa te ondersteunen.

2. In het kader van het eEurope-initiatief, dat als onderdeel van de strategie van Lissabon is opgezet en de strategie van de Europese Unie op het gebied van e-overheid ondersteunt, zijn overheden over heel Europa actief bezig met het verbeteren van de wijze van samenwerking met hun burgers en ondernemingen, waarbij zij gebruik maken van IT's om diensten te leveren die veiliger, sneller, beter, gemakkelijker te gebruiken en toegankelijker zijn. Het is belangrijk dat bij de nationale inspanningen de nodige aandacht wordt geschonken aan de prioriteiten van de Europese Unie, aangezien anders het gevaar zou bestaan dat door de ontwikkeling van e-overheidsdiensten ongewild belemmeringen worden opgeworpen voor de verdere ontwikkeling van de interne markt en de bijbehorende vrijheden van verkeer. Dit zou gebeuren indien bijvoorbeeld burgers en ondernemingen die zich langs elektronische weg willen wenden tot overheidsdiensten in andere lidstaten dan hun eigen lidstaat, dit niet zouden kunnen doen. Voor de Europese Unie zou dit betekenen dat zij nalaat de mobiliteit over de nationale grenzen heen te bevorderen als middel om zowel een concurrerend en flexibel potentieel aan arbeidskrachten te creëren als het bewustzijn van het Europese burgerschap en de Europese identiteit te doen groeien.

3. De tweede fase van het programma gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten i (hierna IDA II), die op 31 december 2004 afloopt, heeft bijgedragen tot de gestage vooruitgang in de samenwerking tussen de Europese Commissie en de overheidsdiensten van de lidstaten, alsmede tussen de communautaire instellingen onderling. Met betrekking tot de uitbreiding zij eraan herinnerd dat de Commissie er in haar jaarlijkse beleidsstrategie voor 2003 op heeft gewezen dat IDA bijdraagt tot de toepassing van de communautaire wetgeving, programma's en toezichtprocedures en de open coördinatiemethode in de nieuwe lidstaten. Het programma voorziet in feite in een forum voor de uitwisseling van ideeën en ervaringen en heeft geleid tot de oprichting van een breed scala aan operationele Trans-Europese netwerken, die de ontwikkeling van pan-Europese e-overheidsdiensten hebben ondersteund, met name tussen nationale overheidsdiensten en tussen die diensten, de Europese Commissie en de overige instellingen van de Europese Unie. Deze netwerken worden nu opengesteld voor deelneming door de toetredende landen en de kandidaat-lidstaten, waardoor de tenuitvoerlegging van het 'acquis communautaire' door die landen wordt vergemakkelijkt.

4. Het IDA II-programma is effectief en doeltreffend geweest in het verlenen van steun voor de uitvoering van communautaire beleidsmaatregelen op traditionele beleidsterreinen zoals landbouw, visserij, werkgelegenheid en statistiek, maar ook op nieuwe beleidsgebieden, zoals binnenlandse zaken en justitie, veiligheid van nieuwe voedingsmiddelen, biologische landbouw, besmettelijke ziekten, milieu- en maritieme veiligheid, civiele bescherming en humanitaire hulp. Het beheer van de interne markt is er ook flink op vooruitgegaan, vooral doordat het programma heeft bijgedragen aan de bevordering van de mobiliteit van de Europese burgers en ondernemingen over de grenzen heen. Afgezien van de vooruitgang die werd geboekt bij de ondersteuning van specifieke sectoren zoals chemicaliën, farmaceutica en medische hulpmiddelen, wordt momenteel een gecoördineerd pakket diensten ter ondersteuning van burgers en ondernemingen ingevoerd. Dit omvat de levering van informatiediensten (met name via het portaal van de EU-administratie, ook bekend als 'public-services.eu.int' en momenteel in zijn proeffase, en specifieke portaalsites zoals PLOTEUS over leermogelijkheden) en het verlenen van bijstand in gevallen van verkeerde toepassing van communautaire wetgeving door de lidstaten (via het SOLVIT-netwerk). Er wordt ook aandacht besteed aan de nodige synergieën en integratie met andere relevante initiatieven van de Europese Commissie (zoals Dialoog met de burgers, Dialoog met het bedrijfsleven, de Wegwijzerdienst, en de Euro Info Centra).

5. Ten slotte heeft IDA II diverse overheidssectoren generieke diensten en gemeenschappelijke hulpmiddelen verstrekt, waaronder richtsnoeren, een communicatieplatform dat bekend is onder de naam TESTA en wordt gekenmerkt door een hoog niveau van beveiliging en beschikbaarheid, en diverse aanvullende softwarehulpmiddelen die tot doel hebben interoperabiliteit tot stand te brengen tussen administratieve back-officesystemen en -processen, alsmede tussen back- en front-officesystemen. Voor diverse sectorale beleidsvormen heeft de 'IDA-aanpak' ertoe bijgedragen dat sneller resultaten werden geboekt (met als beste voorbeeld het beleidsterrein binnenlandse zaken en justitie), waarbij een hogere kwaliteit werd geboden en aan de behoeften van de ondernemingen werd voldaan, terwijl profijt werd getrokken van de beschikbaarheid van deze diensten en hulpmiddelen en waarde werd toegevoegd ten opzichte van wat met een afzonderlijke en ongeharmoniseerde tenuitvoerlegging zou kunnen worden bereikt. Last but not least heeft het programma ook bijgedragen tot de bevordering van de dialoog tussen overheidsdiensten over strategische kwesties zoals vrije software en de elektronische aanbesteding van overheidsopdrachten, en tot het opzetten van aanverwante samenwerkingsacties.

6. In het actieplan eEurope 2005, dat in juni 2002 in Sevilla door de Europese Raad werd goedgekeurd, met name het hoofdstuk over e-overheid, wordt het belang onderstreept van het programma inzake de uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten (IDA) voor de stimulering van de totstandbrenging van pan-Europese e-overheidsdiensten ter ondersteuning van grensoverschrijdende activiteiten waardoor een kader voor initiatieven betreffende e-overheid op nationaal, regionaal en lokaal niveau zou worden aangevuld en tot stand gebracht. In deze context stelt de Commissie nu een vervolgprogramma voor onder de naam IDABC (Interoperable Delivery of pan-European eGovernment Services to Administrations, Businesses and Citizens, interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers), waardoor voor continuïteit zal worden gezorgd, daar veel van de projecten van gemeenschappelijk belang en horizontale maatregelen van IDA II die kort geleden zijn gestart, verder zullen moeten evolueren van de huidige voorbereidings- en haalbaarheidsfase naar de volle ontwikkeling van de desbetreffende netwerken. Maar, en dat is veel belangrijker, het voorstel voor het vervolgprogramma, dat als e-overheidsprogramma te beschouwen is, vloeit voort uit de overweging dat e-overheid momenteel een middel bij uitstek is voor de tenuitvoerlegging en de verwezenlijking van hogere beleidsdoelstellingen. In deze context mag het gebruik van Trans-Europese telematicanetwerken niet als het einde worden beschouwd, maar als middel om interoperabele informatieve en interactieve e-overheidsdiensten op pan-Europees niveau tot stand te brengen, waarbij wordt voortgebouwd op de voordelen die voortvloeien uit de samenwerking tussen overheidsdiensten over heel Europa en die voordelen tot burgers en ondernemingen worden uitgebreid.

7. Tijdens de looptijd van het nieuwe programma (2005-2009) zal de uitgebreide Europese Unie gestaag vorderingen moeten maken op weg naar de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon. Dit en de andere prioriteiten van de Europese Unie zullen het draagvlak vormen voor grote uitdagingen, met name het vergroten van de mobiliteit over de grenzen heen, hetgeen een intensere samenwerking tussen overheidsdiensten zal vereisen en de uitwisseling van gegevens en diensten over de grenzen heen zal versterken. Nog belangrijker op het ogenblik dat de Conventie een ontwerp van constitutioneel verdrag voor de Europese Unie heeft opgesteld, is dat IDABC een bijzonder geschikt programma zou zijn om bij te dragen tot de verdere opbouw van de Europese Unie via de invoering van pan-Europese e-overheidsdiensten die burgers en ondernemingen in staat stellen om op directere wijze aan deze opbouw deel te nemen.

8. Het nieuwe programma zal, evenals het IDA II-programma, tot steun dienen voor de tenuitvoerlegging van communautaire wetgevingsbesluiten en bijdragen tot de verbetering van de interinstitutionele samenwerking, waarbij de kerntaak zal bestaan in de levering van diensten van overheidsdienst tot overheidsdienst. Dit niet alleen omdat voor een aantal beleidsvormen de tenuitvoerlegging van wetsbesluiten alleen de samenwerking tussen overheidsdiensten betreft, maar ook omdat er zonder samenwerking op administratief niveau geen mogelijkheid zou zijn om pan-Europese diensten voor burgers en ondernemingen te ontwikkelen. Naast andere overwegingen maakt deze aanpak het mogelijk dat het programma een zeer duidelijk omschreven opdracht heeft en volledig complementair is met de overige communautaire programma's op het gebied van e-overheid.

9. Verwacht wordt dat het nieuwe programma, door gebruik te maken van de unieke combinatie van inzicht en expertise die in het kader van IDA II werden verkregen uit verschillende departementen van lidstaten, communautaire instellingen en Europese agentschappen, zal zorgen voor een versterking van de rol die het programma speelt bij de ontwikkeling van beleidsmaatregelen, met name in aangelegenheden betreffende interoperabiliteit en e-overheid, en verder zal voorzien in begeleiding en infrastructuurdiensten ter ondersteuning van de ontwikkeling van pan-Europese e-overheidsdiensten.

10. Het nieuwe programma zal twee delen omvatten, namelijk projecten van gemeenschappelijk belang ter ondersteuning van sectorale beleidsmaatregelen, en horizontale maatregelen ter ondersteuning van interoperabiliteit, hoofdzakelijk infrastructuurdiensten. Overeenkomstig de conclusies van de tussentijdse beoordeling van IDA zullen de procedures in het voorgestelde nieuwe programma echter aanzienlijk worden gestroomlijnd ten opzichte van IDA II: slechts één besluit, gelijkenissen wat betreft de operationele uitvoering van projecten van gemeenschappelijk belang en horizontale maatregelen, vereenvoudiging van de implicaties van een dubbele comitologie, en voorziening in een sterkere decentralisatie van de verantwoordelijkheid naar de sectorale beleidsgebieden, zodat het beheerscomité van het programma zich meer op beleids- en strategische kwesties kan concentreren.

11. Het hoofddoel van de infrastructuurdiensten is de interoperabiliteit tussen systemen, informatie en processen op pan-Europees niveau te vergemakkelijken, aangezien dit zowel uit technisch als uit economisch oogpunt een fundamentele vereiste is. De interoperabiliteit van informatiesystemen, het gemeenschappelijk gebruik en het hergebruik van informatie, en de onderlinge verbinding van administratieve processen zijn van essentieel belang voor het verlenen van naadloos op elkaar afgestemde, interactieve en gebruikersgerichte e-overheidsdiensten van hoge kwaliteit.

12. De interoperabiliteit van systemen, content en processen tussen verschillende overheidsniveaus, van lokaal tot Europees, zijn ook van fundamenteel belang voor de totstandbrenging van diensten van echt pan-Europese aard en voor de vermindering van het gevaar van fragmentatie op het gebied van de ontwikkelingen van e-overheid.

13. Teneinde een dialoog tot stand te brengen met andere belanghebbenden die regionale en lokale autoriteiten alsmede consumenten- en bedrijfsorganisaties vertegenwoordigen, zou de komende maanden bij besluit van de Commissie een adviesraad kunnen worden opgericht.

14. Met het oog op de versterking van de selectie van de in het kader van het programma te financieren projecten van gemeenschappelijk belang en horizontale maatregelen zal voor elk ervan een omvattend algemeen uitvoeringsplan worden verlangd. Om zekerheid te geven omtrent de levensvatbaarheid, moet het plan concrete plannen bevatten voor het garanderen van de financiële en operationele duurzaamheid van het project tijdens de fase na de uitvoering. Met betrekking tot horizontale maatregelen staat in het programma dat de Commissie in samenwerking met het beheerscomité binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van het programma een mechanisme definieert waardoor de financiële duurzaamheid van horizontale maatregelen betreffende infrastructuurdiensten wordt gegarandeerd, bv. door openbare-particuliere samenwerking of door de overdracht van sommige diensten naar een agentschap.

15. Er zal worden gekozen voor een werkprogramma dat de volledige duur van het programma bestrijkt, teneinde een snellere en vlottere uitvoering van de projecten van gemeenschappelijk belang, waarvan de duur normaliter niet meer dan vier jaar mag bedragen, mogelijk te maken. Voorgesteld wordt de financiële middelen voor projecten van gemeenschappelijk belang en horizontale maatregelen virtueel toe te wijzen voor hun gehele looptijd en vrij te maken bij het bereiken van ijkpunten die vooraf zijn vastgesteld, hoofdzakelijk in de algemene uitvoeringsplannen.

16. Aangezien is geconstateerd dat er in sectoren die werkzaam zijn op gebieden die niet onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen, belangstelling bestaat voor infrastructuurdiensten die momenteel door het IDA II-programma worden aangeboden, bv. het communicatieplatform TESTA, staat het nieuwe programma het gebruik toe van infrastructuurdiensten in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.

17. De behoefte aan pan-Europese e-overheidsdiensten en interoperabiliteit in het algemeen, en meer specifiek met betrekking tot de onderliggende telematicanetwerken, houdt niet op aan de grenzen van de Europese Unie. Daarom wordt rekening gehouden met de mogelijkheid om het toepassingsgebied van het programma uit te breiden tot derde landen en internationale organisaties of instellingen, waardoor de levering van e-overheidsdiensten een internationale dimensie zou krijgen.