Toelichting bij COM(2004)386 - Verzoek van Burkina Faso te mogen toetreden tot het Protocol betreffende ACS-suiker

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Een gemeenschappelijke verklaring bij Protocol nr. 3 betreffende ACS-suiker van bijlage V bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst over mogelijke verzoeken tot deelneming aan de bepalingen van dat Protocol luidt als volgt:

"Elk verzoek van een ACS-Staat die partij is bij de Overeenkomst, maar in Protocol nr. 3 niet uitdrukkelijk is vermeld, en die aan de bepalingen van dat Protocol wil deelnemen, wordt onderzocht. ".

2. Burkina Faso heeft bij schrijven van 8 november 2000 verzocht aan dat Protocol te mogen deelnemen. Bij eerdere gelegenheden (Zambia en Papoea-Nieuw-Guinea) heeft de Gemeenschap de voorwaarden voor een dergelijke deelneming bepaald. Deze zijn dat aan een nieuwe ondertekenaar van het Protocol een nulquotum wordt toegewezen, dat een technisch onderzoek moet uitwijzen of het verzoekende land in staat is om op permanente basis aan de bij het Protocol opgelegde verplichting te voldoen, en dat de nieuwe ondertekenaar in aanmerking komt voor een toekomstige hertoewijzing op grond van artikel 7 van het Protocol.

3. Het technische onderzoek is in 2003 uitgevoerd door de Commissie. Het leidde tot de conclusie dat Burkina Faso geen permanente netto-exporteur van suiker is. Vast is komen te staan dat het verbruik groter is dan de productie en dat hoeveelheden die worden uitgevoerd in het kader van het alles-behalve-wapensinitiatief, worden vervangen door ingevoerde hoeveelheden en voorts dat een fundamentele verandering van deze situatie op korte of middellange termijn niet waarschijnlijk is.

4. Aanbeveling

De Commissie beveelt de Raad aan het bijgaande besluit vast te stellen.

Dat besluit dient te worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.