Toelichting bij COM(2004)484 - Wijziging van de gemeenschappelijke invoerregeling voor rijst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Op 26 juni 2003 heeft de Raad de Commissie gemachtigd de WTO mee te delen dat de Europese Gemeenschap voornemens was om voor de GS-codes 1006 20 (gedopte rijst) en 1006 30 (witte rijst) concessies te wijzigen die zijn opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan de GATT-overeenkomst. Bijgevolg heeft de Europese Gemeenschap de WTO op 2 juli 2003 in kennis gesteld van haar voornemen om bepaalde concessies in EG-list CXL te wijzigen..

2. De Commissie heeft deze onderhandelingen gevoerd in overleg met het bij artikel 133 van het Verdrag ingestelde comité en aan de hand van de door de Raad vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren.

3. De Commissie heeft onderhandeld met de Verenigde Staten van Amerika, die een belang van voornaamste leverancier hebben voor producten van GS-code 1006 20 (gedopte rijst) en van belangrijke leverancier voor producten van GS-code 1006 30 (witte rijst), alsmede met Thailand, dat een belang van voornaamste leverancier heeft voor producten van GS code 1006 30 (witte rijst) en van belangrijke leverancier voor producten van GS-code 1006 20 (gedopte rijst) en met India en Pakistan, die elk een belang van belangrijke leverancier hebben voor producten van GS-code 1006 20 (gedopte rijst).

4. De Commissie is er ondanks haar inspanningen niet in geslaagd een aanvaardbare overeenkomst te sluiten met de Verenigde Staten en Thailand.

5. De Commissie heeft met India en Pakistan onderhandeld over een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling.

6. In dit voorstel wordt de Raad verzocht een nieuw invoerrecht vast te stellen voor gedopte en voor witte rijst. Zodra de Raad dit besluit heeft goedgekeurd, zal de Commissie de vereiste wijzigingen aan EG-lijst CXL melden bij de WTO.

7. Aangezien het Europees Parlement advies moet uitbrengen over wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad , dient de Commissie te voorzien in overgangsregelingen. Om te garanderen dat deze twee overeenkomsten met ingang van 1 september 2004 kunnen worden toegepast, wordt de Commissie bij de besluiten gemachtigd om gedurende een overgangsperiode, namelijk tot de inwerkingtreding van de wijziging en uiterlijk tot en met 30 juni 2005, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad af te wijken.

De Commissie zal zo spoedig mogelijk een voorstel voor de noodzakelijke wijziging van de verordening van de Raad indienen.