Toelichting bij COM(2003)278 - Gemeenschappelijk actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Inleiding

Naarmate de bevoegdheden van de Gemeenschap en haar financiële middelen voor de uitoefening daarvan werden uitgebreid, is de noodzaak om de Gemeenschapsbegroting te beschermen tegen fraude of andere onwettige activiteiten een steeds belangrijker politieke prioriteit geworden. Zo is met het Verdrag van Maastricht in het EG-Verdrag een specifieke bepaling ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap opgenomen, die vervolgens door het Verdrag van Amsterdam nog is aangescherpt. Het huidige artikel 280 van het EG-Verdrag bepaalt met name dat de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, die tot de gedeelde bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de Gemeenschap en de lidstaten behoort, op het gehele grondgebied van de Unie doeltreffend en gelijkwaardig behoort te zijn.

In de afgelopen vijftien jaar hebben de Gemeenschap en de lidstaten hun inspanningen ter bestrijding van fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad, aanzienlijk opgevoerd. Van haar kant heeft de Gemeenschap daaraan met name bijgedragen door de oprichting in 1988 binnen de Commissie van een Eenheid voor de coördinatie van de fraudebestrijding (UCLAF), die in 1999 werd omgevormd tot het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) i, alsmede door de vaststelling van een hele reeks wetgevende besluiten betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap. Deze besluiten beogen met name de communautaire en de nationale wettelijke bepalingen zowel op preventief als op repressief gebied te verbeteren, de controlemiddelen van de Commissie te versterken en de samenwerking tussen alle bevoegde autoriteiten op het gebied van fraudebestrijding te vergemakkelijken.

Daarnaast subsidieert de Gemeenschap tevens diverse activiteiten op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap. Zo verleent de Commissie reeds verscheidene jaren financiële steun voor het functioneren van verenigingen die in de verschillende lidstaten zijn opgericht met het oog op de bevordering van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, en werden talrijke studies, conferenties en opleidingen over dit onderwerp door de Gemeenschapsbegroting gefinancierd. Het is in ruime mate te danken aan het voorbereidende werk dat in het kader van deze gesubsidieerde activiteiten is verricht, dat de Commissie haar voorstel betreffende de instelling van het ambt van Europees openbaar aanklager voor de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap i heeft kunnen indienen.

1.

Doel van het ontwerpbesluit


Het proces tot hervorming van de Commissie dat thans aan de gang is, en met name de vaststelling van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen i, geven aanleiding tot de vaststelling van basisbesluiten voor een hele reeks subsidies die tot dusver gefinancierd werden zonder dat voor de toekenning ervan een specifiek basisbesluit bestond i. Onder de subsidies waarvoor voortaan een basisbesluit vereist is, zijn er ook een aantal die tot dusver door de Commissie werden toegekend in verband met de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap.
[...] voor meer bijzonderheden.

Dit voorstel heeft ten doel in een dergelijk basisbesluit te voorzien door het vaststellen van een communautair actieprogramma voor de verlening van subsidies op dit gebied door de Commissie. Uiteraard blijft ook in de toekomst gelden dat dergelijke subsidies dienen te worden toegekend met inachtneming van de primaire verantwoordelijkheid van de lidstaten terzake, zoals tot op heden steeds is gebeurd. De communautaire subsidies dienen niet in de plaats te komen van die van de lidstaten, maar behoren daarentegen een meerwaarde te bieden om te garanderen dat rekening wordt gehouden met de Europese dimensie van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap. Grootschalige economische en financiële misdrijven vereisen een communautaire aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de transnationale en pluridisciplinaire aspecten. Die aanpak moet in de eerste plaats gericht zijn op de samenhang tussen de gesubsidieerde activiteiten, teneinde een gelijkwaardige beschermingsgraad te bieden met inachtneming van de specifieke tradities van elke lidstaat.

2.

Rechtsgrondslag van het ontwerpbesluit


De Commissie stelt voor een besluit vast te stellen dat zijn grondslag vindt in artikel 280, lid 4, van het EG-Verdrag, dat de communautaire wetgever ertoe machtigt 'de nodige maatregelen (te nemen) op het gebied van de preventie en bestrijding van fraude waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad, om in de lidstaten een doeltreffende en gelijkwaardige bescherming te bieden'. Gelet op het beoogde doel en op de noodzaak de thans geleverde inspanningen inzake subsidiëring van activiteiten op dit gebied voort te zetten, kan dit ontwerpbesluit worden beschouwd als een maatregel die nodig is in de zin van artikel 280, lid 4, van het EG-Verdrag en zijn het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel in acht genomen.

3.

Belangrijkste kenmerken van het ontwerpbesluit


Het ontwerpbesluit beoogt de vaststelling van een actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap ("HERCULE"-programma i). Dit programma heeft enerzijds betrekking op subsidies voor specifieke acties, zoals bijvoorbeeld studies, conferenties of opleidingen, en anderzijds op exploitatiesubsidies die worden verleend aan organisaties die op dit gebied actief zijn, zoals verenigingen die zijn opgericht ter bevordering van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap.

De begunstigden van deze subsidies dienen te voldoen aan bepaalde voorwaarden die in dit ontwerpbesluit en in de bijlage daarbij zijn beschreven. Zij moeten met name gevestigd zijn in een van de lidstaten van de Unie of in andere Europese of naburige landen waarmee de Gemeenschap akkoorden heeft gesloten die de financiële belangen van de Gemeenschap kunnen raken. Deze werkingssfeer is verantwoord en noodzakelijk om tegemoet te komen aan de behoeften van een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, ook buiten de huidige lidstaten, aangezien de betrokkenheid van de Unie in deze andere landen, met name in het kader van de uitbreiding, bijzonder groot is. De keuze van de begunstigden geschiedt door middel van een oproep tot het indienen van voorstellen, overeenkomstig de prioriteiten die zijn vastgelegd in elk jaarlijks subsidieprogramma, waarin de algemene criteria van het bij dit ontwerpbesluit vastgestelde communautaire actieprogramma nader worden omschreven.

Voorgesteld wordt dat het communautaire actieprogramma de periode van januari 2004 tot december 2008 bestrijkt. De voor dit programma uitgetrokken bedragen zijn gebaseerd op de bedragen die in het kader van de begroting van de Europese Gemeenschappen voor 2003 ter beschikking zijn gesteld en die in totaal 3.375.000 euro vertegenwoordigen. Om rekening te houden met de uitbreiding, die normaliter moet leiden tot een verhoging van het aantal acties en organisaties die voor subsidiëring in aanmerking komen, wordt voorgesteld te voorzien in een gemiddeld jaarlijks bedrag van 4.297.000 euro, hetgeen neerkomt op een totale financiële enveloppe van 21.485.000 euro over vijf jaar.