Toelichting bij COM(2000)566 - Richtlijn 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1 ACHTERGROND

1.1. Kader

1.2. Markteigenschappen

1.3. Bestaande wettelijke regeling

1.4. De noodzaak van vervanging

1.5. De richtlijn Meetinstrumenten

2. HET VOORSTEL

3. SAMENHANG MET COMMUNAUTAIRE BEGINSELEN

Evenredigheid



Subsidiariteit



4. SAMENHANG MET HET COMMUNAUTAIR BELEID

4.1. Industriebeleid

5. ANALYSE VAN DE GEVOLGEN

5.1. Het effect op de consumenten

5.2. Het effect op de fabrikant

5.3. Openbare nutsbedrijven

5.4. Andere sectoren dan die van de nutsbedrijven

6. VERWIJZING NAAR HET WERKPROGRAMMA

7. BELANG VOOR DE EER

8. EXTERN OVERLEG

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake meetinstrumenten

HOOFDSTUK I - WERKINGSSFEER EN VOORWERP

HOOFDSTUK II - WETTELIJKE METROLOGISCHE CONTROLE

HOOFDSTUK III - OVEREENSTEMMINGSBEOORDELING

HOOFDSTUK IV - VERMOEDEN VAN OVEREENSTEMMING

HOOFDSTUK V - COMITÉS

HOOFDSTUK VI - MARKERINGEN

HOOFDSTUK VII - ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

BIJLAGE I - Fundamentele voorschriften

BIJLAGE II - Beproevingsprogramma's

BIJLAGE III - Criteria waaraan de door de lidstaten aangemelde instanties voor het verrichten van de taken in verband met de conformiteitsbeoordelingsmodules moeten voldoen

BIJLAGE IV - Technische documentatie

BIJLAGE A - Op interne fabricagecontrole plus productcontrole door een aangemelde instantie gebaseerde verklaring van overeenstemming

BIJLAGE A1 - Op interne fabricagecontrole plus productcontrole door een aangemelde instantie gebaseerde verklaring van overeenstemming

BIJLAGE B - Typeonderzoek

BIJLAGE C - Op interne fabricagecontrole gebaseerde verklaring van overeenstemming met het type

BIJLAGE C1 - Op interne fabricagecontrole plus productcontrole door een aangemelde instantie gebaseerde verklaring van overeenstemming met het type

BIJLAGE D - Op productiekwaliteitsborging gebaseerde verklaring van overeenstemming met het type

BIJLAGE D1 - Op productiekwaliteitsborging gebaseerde verklaring van overeenstemming

BIJLAGE E - Op kwaliteitsborging van de eindproductcontrole en beproeving gebaseerde verklaring van overeenstemming met het type

BIJLAGE E1 - Op kwaliteitsborging van de eindproductcontrole en beproeving gebaseerde verklaring van overeenstemming

BIJLAGE F - Op productkeuring gebaseerde verklaring van overeenstemming met het type

BIJLAGE F1 - Op productkeuring gebaseerde verklaring van overeenstemming

BIJLAGE G - Op eenheidskeuring gebaseerde verklaring van overeenstemming

BIJLAGE H - Op volledige kwaliteitsborging gebaseerde verklaring van overeenstemming

BIJLAGE H1 - Op volledige kwaliteitsborging plus ontwerp-onderzoek gebaseerde verklaring van overeenstemming

Bijlage MI-001 - Watermeters

Bijlage MI-002 - Gasmeters

Bijlage MI-003 - Wattuurmeters en meettransformators

Bijlage MI-004 - Warmteverbruiksmeters

BijLage MI-005 - Meetsystemen voor de continue en dynamische meting van hoeveelheden andere vloeistoffen dan water

Bijlage MI-006 - Automatische weeginstrumenten 108

HOOFDSTUK I - Eisen die gelden voor een of meer automatische weeginstrumenten 109

HOOFDSTUK II - Automatische vangwegers 110

HOOFDSTUK III - Automatische gravimetrische vulinstrumenten 113

HOOFDSTUK IV - Discontinue totalisators 115

HOOFDSTUK V - Continue totalisators 116

HOOFDSTUK VI - Automatische spoorwegweegbruggen 118

Bijlage MI-007 - Taximeters 118

BijLage MI-008 - Stoffelijke maten 123

Hoofdstuk I - Lengtemeters 123

Hoofdstuk II - Inhoudsmaten 125

Bijlage MI-009 Dimensionale meetinstrumenten 127

HOOFDSTUK I - Voor alle dimensionale meetinstrumenten gemeenschappelijke eisen 127

hoofdstuk II - Lengtemeters 128

hoofdstuk III - Oppervlaktemeetinstrumenten 130

HOOFDSTUK IV - Multidimensionale meetinstrumenten 130

Bijlage MI-010 - Ademanalysatoren 131

Bijlage MI-011 - Uitlaatgasanalysatoren 134

FINANCIEEL MEMORANDUM 139

BEOORDELING VAN HET EFFECT OP HET BEDRIJFSLEVEN HET EFFECT VAN HET VOORSTEL OP HET BEDRIJFSLEVEN met speciale aandacht voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) 144


TOELICHTING

1.

Achtergrond



1.1. Kader

Wetgeving inzake het slaan van munten en die inzake meten en meetinstrumenten behoren tot de oudste ter wereld, waarin tot uiting komt dat de nauwkeurigheid van meetresultaten het dagelijkse leven van de burgers in vele opzichten rechtstreeks of onrechtstreeks beïnvloedt. Alle ontwikkelde landen hebben derhalve metrologische instituten die zijn belast met de taak een verband te leggen tussen meetresultaten en internationale metrologische standaards, die zijn neergelegd bij het Bureau International des Poids et Mesures  i.

Indien meetresultaten worden verkregen met behulp van een meetinstrument waarbij een minimumniveau van meetnauwkeurigheid voorgeschreven is vanwege het algemeen belang, wordt dit gerealiseerd door het voorschrijven van wettelijke eisen aan het meetinstrument die een minimumnauwkeurigheid garanderen onder normaliter te verwachten bedrijfs omstandigheden. Alle lidstaten beschikken reeds lang voordat de Gemeenschap in 1957 tot stand werd gebracht over dergelijke wetgeving.

De nationale wetgeving inzake de prestaties van meetinstrumenten is verenigbaar met de beginselen van artikel 30 van het EG-Verdrag aangezien het uitgangspunt het algemeen belang is. Wanneer dergelijke nationale wetgeving onverenigbaar met elkaar zijn en tot handelsbelemmeringen leiden moet een internationale markt voor meetinstrumenten tot stand worden gebracht door de nationale wetgevingen te harmoniseren.

Met deze harmonisatiewet is in 1971 een aanvang gemaakt. Het bestaande Gemeenschapsrecht op dit gebied is echter in vele opzichten ontoereikend en dit voorstel vervangt de bestaande wetgeving voorzover dit noodzakelijk is.

1.2. Markteigenschappen

De reden waarom juridische metrologie bestaat is de bescherming van afzonderlijke partijen (voornamelijk) bij handelstransacties, en om ervoor te zorgen dat de handelsmarkten functioneren. Dit doel wordt bereikt door wettelijke voorschriften voor de nauwkeurigheid van het instrument en andere prestatie-eigenschappen.

Handelsmarkten zijn zeer uiteenlopend. Wettelijke metrologische voorschriften hebben derhalve betrekking op meetinstrumenten die variëren van meters van nutsbedrijven, weegschalen in winkels, bandweegmachines, vulinstallaties voor voorverpakte producten, blaaspijpjes, tot vele anderen.

De marktsector waarop metrologische voorschriften derhalve betrekking hebben is buitengewoon divers en de fabrikanten en verbruikers in deze sector lopen even sterk uiteen als de meetinstrumenten zelf.

De meettechnologie die bij het ontwerp van meetinstrumenten wordt toegepast heeft zich de laatste tientallen jaren grote veranderingen ondergaan, met name de verandering van (elektro-) mechanica tot elektronica en zeer geavanceerde digitale micro-elektronica. Tegelijkertijd met deze technologische veranderingen heeft zich een verandering in specificatie voorgedaan waarbij fabrikanten steeds meer producenten van belangrijke onderdelen en samenstellen van onderdelen van meetinstrumenten werden of de assemblage van meetinstrumenten voor hun rekening nemen.

De technologische veranderingen en de specialisatie hebben ook geleid tot een grotere concentratie in deze sector. Universele meetinstrumenten en belangrijke onderdelen worden steeds vaker door grote vaak multinationale bedrijven gemaakt terwijl het MKB actief is op kleinere markten voor zeer speciale toepassingen.

Ondanks deze veranderingen op de markt is de basis voor de fabricage nog steeds zeer divers.

1.3. Bestaande wettelijke regeling

De wetgeving inzake meetinstrumenten is opgebouwd uit de kaderrichtlijn 71/316/EEG plus 23 bijzondere richtlijnen (16 basisrichtlijnen plus 7 wijzigingsrichtlijnen). Van deze richtlijnen worden er 17 (11 basisrichtlijnen en 6 wijzigingsrichtlijnen) ingetrokken en vervangen door het voorstel voor een richtlijn, hierna de richtlijn Meetinstrumenten te noemen.

In een later stadium kunnen er meer richtlijnen worden ingetrokken en onder het toepassingsgebied van de richtlijn Meetinstrumenten worden gebracht.

1.4. De noodzaak van vervanging

Het grootste gedeelde van het Gemeenschapsrecht moet worden vervangen als een direct gevolg van de oude aanpak en het facultatieve karakter.

De bijzondere richtlijnen zijn productrichtlijnen, waarin uitvoerige technische specificaties zijn opgenomen die gezien de huidige situatie van snel veranderende meettechnologieën te beperkend zijn. Het permanent bijwerken van de specificaties is onuitvoerbaar gebleken, hetgeen verklaart waarom de technische inhoud van een aantal richtlijnen grotendeels verouderd is en waarom er geen richtlijnen bestaan voor de nieuwere soort meetinstrumenten die onder de huidige wettelijke controlevoorschriften vallen.

De overeenstemmingsbeoordelingsprocedures in het Gemeenschapsrecht zijn over het algemeen ook te beperkend en geen van de hedendaagse moderne procedures worden aan de fabrikant aangeboden. Er bestaat met name geen mogelijkheid van een goedgekeurd en gecontroleerd kwaliteitssysteem als een alternatief voor controle van het eindproduct door derden.

Tenslotte heeft het facultatieve karakter van de richtlijnen geleid tot parallelle nationale wetgevingen voor alle instrumenten die niet in voldoende mate onder het Gemeenschapsrecht vallen. Hierbij moet vooral worden gedacht aan de elektronische instrumenten die tegenwoordig de meerderheid van alle instrumenten vormen.

1.5. De richtlijn Meetinstrumenten

De voorgestelde richtlijn Meetinstrumenten beoogt vele van de hierboven beschreven tekortkomingen recht te zetten.

Het voorstel is een richtlijn in het kader van de nieuwe aanpak gericht op de totstandbrenging van een interne markt voor meetinstrumenten die onder wettelijk vastgestelde metrologische controle vallen waarbij

-essentiële eisen voor het product en de overeenstemmingsgbeoordeling worden vastgesteld terwijl de reeds bestaande hoge graad van consumentenbescherming blijft bestaan, en

-een systeem van wederzijdse erkenning wordt opgezet tussen de lidstaten van de resultaten van de overeenstemmingsbeoordeling.

De essentiële eisen krijgen gestalte als prestatie-eisen in plaats van ontwerp-specificaties. Als zodanig zijn zij grotendeels ongevoelig voor de ontwikkeling van de technologie waardoor de noodzaak voor verdere aanpassing aan de technische vooruitgang aanzienlijk wordt beperkt.

De overeenstemmingsbeoordelingsprocedures zijn moderne procedures overgenomen uit de globale aanpak voor beproeving en certificatie. Zij versterken de rol en de verantwoordelijkheid van de fabrikant bij de overeenstemmingsbeoordeling en hebben aangepaste kwaliteitsgarantiebeginselen.

De richtlijn Meetinstrumenten heeft ook een totaal karakter hetgeen inhoudt dat na de inwerkingtreding geen parallelle nationale stelsels van wettelijke controle van meetinstrumenten in de lidstaten mogen bestaan.

De richtlijn Meetinstrumenten heeft als rechtsgrondslag artikel 95 van het EG-Verdrag en wordt vastgesteld door het Parlement en de Raad na overleg met het Economisch en Sociaal Comité.

2. HET VOORSTEL

2.1. Er kunnen vele soorten meetinstrumenten worden gebruikt voor een verscheidenheid aan meettaken. Het is niet nodig dat het meetinstrument voor al deze taken wettelijk moet worden gecontroleerd om redenen van het openbaar belang.

Aan de wetgeving van de lidstaten inzake meetinstrumenten ligt derhalve het beginsel ten grondslag dat de meettaak waarvoor het meetinstrument is bedoeld bepaalt of een meetinstrument al dan niet onder wettelijke metrologische voorschriften valt. Dit is ook het uitgangspunt in dit voorstel.

2.2. Het besluit om het gebruik van wettelijk gecontroleerde meetinstrumenten voor bepaalde meettaken voor te schrijven zijn besluiten ten aanzien van het beschermingsniveau dat een lidstaat wenst vast te stellen voor zijn burgers. Een aantal lidstaten hebben wellicht goede redenen om het gebruik van wettelijk gecontroleerde instrumenten voor bepaalde meettaken te gebruiken terwijl andere deze niet hebben en vice versa. De meettaken waarvoor het gebruik van wettelijk gecontroleerde meetinstrumenten noodzakelijk is zijn derhalve ongeharmoniseerd gebleven in dit voorstel en kunnen derhalve van lidstaat tot lidstaat verschillen.

Wanneer er voor bepaalde soorten meetinstrumenten twee gemeenschappelijke markten door deze benadering ontstaan, een voor wettelijk gecontroleerde instrumenten en een voor niet-gecontroleerde instrumenten, is het aan de fabrikant om te besluiten meetinstrumenten te ontwerpen en te vervaardigen voor de ene of de ander markt.

2.3. Indien een lidstaat besluit het gebruik van een wettelijk gecontroleerd meetinstrument voor een bepaalde meettaak voor te schrijven, zijn de bepalingen van deze richtlijn ten aanzien van wettelijk gecontroleerde meetinstrumenten zonder enige beperking van toepassing. Anderzijds kan de lidstaat besluiten om het gebruik van een wettelijk gecontroleerd meetinstrument voor de desbetreffende meettaak niet voor te schrijven in welk geval er geen wettelijke metrologische voorschriften van toepassing zijn die een technische handelsbelemmering zouden kunnen vormen.

2.4. De bepalingen van de richtlijn ten aanzien van de wettelijke metrologische controle zijn beperkt tot het vrije verkeer van meetinstrumenten. De bepalingen zijn derhalve van toepassing op het recht om gebruikt te worden voor de desbetreffende meettaken (het in gebruik nemen), en alle fasen die eindigen met het in gebruik nemen, d.w.z. het in de handel brengen.

De richtlijn bevat geen bepalingen gericht op de harmonisatie van de nationale controle en hercontrolesystemen inzake meetinstrumenten gedurende de levensduur  i. Net als de besluiten inzake het voorschrijven van het gebruik van wettelijk gecontroleerde meetinstrumenten (zie punt 2) zijn deze controle en hercontrolesystemen alleen van invloed op het beschermingsniveau dat de lidstaten hun burgers wensen te bieden, en niet op de interne markt voor meetinstrumenten.

2.5. Niet alle meetinstrumenten die in de lidstaten wettelijk moeten worden gecontroleerd vallen onder deze richtlijn. Alleen die meetinstrumenten die van belang zijn voor de hele Gemeenschap vallen onder deze richtlijn.

Meetinstrumenten die een wettelijke metrologische controle moeten ondergaan in een of meer lidstaten en die niet onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, vallen onder de bepaling van artikel 28-30 van het Verdrag aangaande evenredigheid en wederzijdse erkenning.

2.6. In de richtlijn worden de beginselen van de nieuwe aanpak van standaardisatie en technische harmonisatie toegepast. De metrologische voorschriften waaraan wettelijk gecontroleerde meetinstrumenten moeten voldoen zijn derhalve beperkt tot essentiële punten zonder vooruit te lopen op technische oplossingen of het belemmeren van de technologische vooruitgang door te specifiek te zijn. De voorschriften hebben derhalve de vorm van prestatie-eisen.

7. De overeenstemming van een meetinstrument met de metrologische voorschriften moet derhalve eerst en vooral duidelijk zijn door de aanwezigheid van de EG-overeenstemmingsmarkering. Met de bepalingen ten aanzien van de EG-markering van overeenstemming worden de beginselen van Besluit 93/465/EEG van 22 juli 1993 toegepast.

Zoals reeds in het voorafgaande werd opgemerkt hangt het van de meettaak af waarvoor het meetinstrument wordt gebruikt of een meetinstrument al dan niet wettelijk gecontroleerd moet worden. Een meetinstrument dat wordt gebruikt voor een meettaak waarvoor geen wettelijk gecontroleerd instrument voorgeschreven is hoeft derhalve niet te worden gecertificeerd zodat er krachtens deze richtlijn geen EG-merkteken op wordt aangebracht. Ook al is een meetinstrument niet gecertificeerd krachtens deze richtlijn kan een meetinstrument echter toch voorzien zijn van een EG-merkteken omdat een of meerdere andere richtlijnen die een EG-merkteken voorschrijven erop van toepassing zijn. Om het voor de controleurs en controlefunctionarissen duidelijk te maken dat een meetinstrument voorzien is van een EG-markering krachtens deze richtlijn of een andere, vereist de wettelijk gecontroleerde status van een meetinstrument dat er behalve het EG-merkteken ook het aanvullende metrologische merkteken als bedoeld in artikel 5 van deze richtlijn op is aangebracht.

2.8. De richtlijn past ook de beginselen van de globale aanpak voor beproeving en certificatie toe. De basisovereenstemmingsbeoordelingsprocedure die voor elk soort meetinstrument wordt voorgesteld versterkt derhalve de rol van de fabrikant zoveel als aanvaardbaar. Een en ander vindt plaats door de rol van een certificatie-instantie zo gering mogelijk te houden en door een procedure voor te staan die gebaseerd is op het gebruik van een kwaliteitssysteem waarbij een certificatie-instantie wel optreedt bij de productie of eindproductcontrole.

De certificatie-instanties worden aangewezen door de lidstaten en bij de andere lidstaten en de Commissie aangemeld. In verband met de aanwijzing door de lidstaten moeten een aantal minimumvoorwaarden worden toegepast waaraan de certificatie-instanties moeten voldoen.

De overeenstemmingsbeoordelingsprocedures die van toepassing zijn op elk soort meetinstrument zijn in overeenstemming met Besluit 93/465/EEG betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmings beoordelings procedures.

2.9. Eventuele technische oplossingen die voldoen aan de metrologische voorschriften moeten opgenomen zijn in een gestructureerd aantal geharmoniseerde Europese normen en internationale documenten met een normatief karakter, waarvan de opstelling wordt toevertrouwd door de Commissie aan de bevoegde Europese en internationale instellingen. Wanneer deze worden toegepast door de fabrikanten leidt dit tot het vermoeden van overeenstemming met de voorschriften. Het vrijwillige karakter van deze documenten zal het gebruik van technische oplossingen die er niet in beschreven zijn niet belemmeren voor welke reden dan ook (creativiteit van de fabrikant, vooruitgang van de techniek enz.).

2.10. Een aantal voorschriften waaraan de meetinstrumenten moeten voldoen zijn afhankelijk van de ontwikkeling van de technologie. De verklaring ligt hierin dat de eisen van deze richtlijn geen veiligheidseisen zijn maar metrologische voorschriften. Het meest prominente voorbeeld van een voorschrift dat afhankelijk is van de ontwikkeling van de technologie is de meetnauwkeurigheid die een soort meetinstrument als minimum moet hebben. De lijst van overeenstemmings beoordelingsprocedures die als adequaat worden beschouwd voor de verschillende soorten meetinstrumenten zijn eveneens afhankelijk van de ontwikkeling van de technologie.

In verband met de aanpassing aan de technische vooruitgang wordt deze taak in de richtlijn aan de Commissie gedelegeerd op voorwaarde dat de Commissie advies inwint bij het raadgevend comité meetinstrumenten.

2.11. De bepalingen voor het toezicht op de markt bevat een vrijwaringsclausule, waarin op de gebruikte wijze gevallen van systematische niet-naleving van alle of een gedeelte van een bepaald model meetinstrument wordt behandeld. De bepalingen omvatten eveneens voorschriften voor die gevallen waarbij de vrijwaringsclausule niet van toepassing is d.w.z. indien de niet-naleving niet systematisch is maar incidenteel.

2.12. De bijzondere richtlijnen aangaande de onder de nieuwe richtlijn vallende meetinstrumenten worden herroepen.

Er zijn overgangsregelingen opgenomen om de fabrikanten in staat te stellen hun marktrechten volledig te exploiteren die zij reeds hadden krachtens de nationale voorschriften vóór de inwerkingtreding van de geharmoniseerde voorschriften gedurende de resterende geldigheidsduur na de vankrachtwording van de geharmoniseerde voorschriften.

3. SAMENHANG MET COMMUNAUTAIRE BEGINSELEN

De wettelijke controle van de meetinstrumenten heeft betrekking op twee verschillende bevoegdheidsgebieden: enerzijds eerlijke handel, consumentenbescherming, volksgezondheid en dergelijke en aan de andere kant het vrije verkeer van meetinstrumenten (d.w.z. de interne markt). Beide gebieden overlopen elkaar.

Evenredigheid



De doelstellingen van eerlijke handel, consumentenbescherming enz. liggen ten grondslag aan de noodzaak voor wettelijke en metrologische controle. Om op deze behoefte in te spelen

-schrijven de lidstaten voor bepaalde meettaken wettelijk gecontroleerde meetinstrumenten gebruikt moeten worden;

-verlangen zij dat die meetinstrumenten alleen in de handel mogen worden gebracht en gebruikt indien zij voldoen aan toereikende prestatie-eisen;

-hebben zij bepaald dat meetinstrumenten gedurende de gebruiksperiode periodiek gecontroleerd moeten worden.

Dergelijke nationale wetgeving is onverenigbaar met de bepalingen van artikel 30 van het Verdrag.

Verschillen tussen de nationale wetgevingen voor wat betreft het onder het tweede streepje genoemde leiden tot handelsbelemmeringen en staan het vrije verkeer van producten dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Commissie valt in de weg. Om aan de doelstelling van het vrije verkeer tegemoet te komen moeten essentiële eisen en overeenstemmings beoordelingsvoorschriften worden vastgesteld.

Aangezien de handelsbelemmeringen die moeten worden weggenomen nationale wetten zijn in overeenstemming met artikel 30 van het Verdrag is een rechtsmiddel noodzakelijk. Van de verschillende rechtsmiddelen die de Commissie ter beschikking staan is een richtlijn de beste. Een verordening kan niet de mate van flexibiliteit bieden die de lidstaten nodig hebben om de geharmoniseerde eisen ten uitvoer te leggen, met name die aangaande de overeenstemmings beoordeling. Een verordening zou ook niet aansluiten bij de behoeften van het industriebeleid van de Commissie.

Het voorstel bevat derhalve een richtlijn gericht op harmonisatie die een hoge mate van consumentenbescherming biedt hetgeen wordt voorgeschreven in artikel 95, lid 3 van het Verdrag.

Subsidiariteit



De aspecten van de consumentenbescherming bij het hierboven genoemde eerste en derde streepje vallen onder de bevoegdheid van de lidstaten. Overeenkomstig het beginsel van de subsidiariteit worden in de richtlijn Meetinstrumenten alleen essentiële eisen vastgelegd alsmede overeenstemmingsbeoordelingsprocedures die overeenkomen met het tweede streepje en de consumentenbescherming van het eerste en derde streepje overlaten aan de lidstaten. (zie eveneens hoofdstuk 2, de punten 2 en 4).

4. SAMENHANG MET HET COMMUNAUTAIR BELEID

4.1. Industriebeleid

De richtlijn Meetinstrumenten zorgt voor een interne markt voor wettelijk gecontroleerde meetinstrumenten. Als zodanig is het een element in de voltooiing van de interne markt voor industrieproducten, die zelf deel uitmaakt van het industriebeleid van de Gemeenschap.

Het doel van het industriebeleid is een industriële omgeving in Europa tot stand te brengen die de concurrentie bevordert. Een en ander moet worden gerealiseerd door een aantal specifieke maatregelen en programma's die elk specifieke elementen van de concurrentie behandelen. Het tot stand brengen van een interne markt voor industrieproducten is een dergelijke maatregel.

De concurrentieaspecten zijn productkwaliteit, rendement van de fabricage/productiviteit, productinnovatie en snelle aanpassing aan structurele wijzigingen in de industriële omgeving.

Er zijn technische voorschriften voor meetinstrumenten nodig om te zorgen voor gelijke kansen op de markt (eerlijke handel en consumentenbescherming). Wanneer de noodzaak hiervan wordt ingezien is de enige weg naar een interne markt via de harmonisering van technische voorschriften.

De totstandbrenging van de interne markt hoewel noodzakelijk is niet voldoende. Er moet voor worden gezorgd dat de voordelen van de interne markt niet worden tenietgedaan door negatieve effecten op de concurrentie als gevolg van (geharmoniseerde) technische voorschriften. Met ander woorden de totstandbrenging van de interne markt kan niet plaatsvinden ten kosten van andere concurrentieaspecten. Voor zover mogelijk moeten geharmoniseerde technische voorschriften derhalve bijdragen tot de verschillende aspecten van de concurrentie, of mogen tenminste de fabrikanten niet hinderen bij hun streven naar concurrentie.

De bepalingen van de richtlijn Meetinstrumenten houden rekening met deze beginselen. Er wordt gezorgd voor de kwaliteit van de meetinstrumenten door de essentiële eisen die zodanig zijn dat een hoge mate van bescherming wordt geboden als voorgeschreven in artikel 95, lid 3 van het Verdrag. Tegelijkertijd zijn de productinnovatie en aanpassing aan de veranderingen van de industriële omgeving niet beperkt door de eisen aangezien het hier gaat om prestatie-eisen die los staan van technische oplossingen en geen belemmering vormen voor de technologische vooruitgang. Het fabricagerendement of de productiviteit komen niet rechtstreeks in het geding maar de overeenstemmingsbeoordeling door de fabrikant uitgaande van een kwaliteitsgarantie maakt het mogelijk dat producten sneller op de markt komen dan het geval zou zijn bij een overeenstemmingsbeoordeling door derden.

5. ANALYSE VAN DE GEVOLGEN

De wettelijke controle van meetinstrumenten is gericht op de bescherming van de partijen die te maken hebben met de resultaten van meetinstrumenten, voornamelijk in geval van handelstransacties (eerlijke handel). Het gevolg van de wettelijke controle gaat in feite verder dan alleen maar consumentenbescherming: bijzonder wettelijke metrologische controle is de werking van de markt onmogelijk.

De waarde van de producten die per gewicht, volume of lengte worden behandeld is enorm. Ramingen liggen in de orde van grootte van 10 % van het BNP. Zorgen voor eerlijke handel op de markt als de markt een dergelijke omvang heeft is een economisch en sociale noodzaak.

De wettelijke controle bestaat echter al. De voorgestelde richtlijn Meetinstrumenten vervangt de huidige wetgeving om de hierboven uiteengezette redenen, terwijl de hoge mate van de bestaande bescherming wordt behouden. Er komen geen extra lasten voor de fabrikanten. De vraag is dan wat het effect van de veranderingen in de wetgeving is op de consument en de fabrikanten.

5.1. Het effect op de consumenten

De consument zal niets merken van de gevolgen van nieuwe wetgeving aangezien dezelfde hoge graad van consumentenbescherming wordt geboden die reeds bestaat.

5.2. Het effect op de fabrikant

Voor de fabrikanten betekent de richtlijn een fundamentele verbetering van hun werkomgeving:

-de essentiële eisen alsmede de wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordelingsresultaten maken meerdere overeenstemmings beoordelingen overbodig;

-de essentiële eisen zijn toegespitst op de prestaties zodat de innovatie niet wordt belemmerd;

-de overeenstemmingsbeoordelingsprocedure versterken de rol en de verantwoordelijkheid van de fabrikant en erkennen de kwaliteitsgarantie van de fabrikant; bovendien hebben de fabrikanten de keus uit een aantal overeenstemmingsbeoordelingsprocedures.

De gevolgen van deze verbetering op de werkomgeving zijn echter niet merkbaar. Desalniettemin werden gegevens over toekomstige trends verzameld met behulp van vragenlijsten die nar de bij het overleg betrokken organisaties werden gestuurd (zie de lijst bij de notitie over het effect op het bedrijfsleven).

5.3. Openbare nutsbedrijven

De nutsbedrijven zijn goed vertegenwoordigd zowel door fabrikanten als afnemers. Er bestaan groepen voor elektriciteits-, gas-, water- en warmtemeters. Onder de fabrikanten is een klein aantal multinationals of de dochterondernemingen daarvan die 50 % van het marktaanbod voor hun rekening nemen. De rest van de markt wordt voorzien door enige tientallen KMO's  i

Zowel de fabrikanten als de gebruikers van gas- en watermeters hebben opgemerkt dat de liberalisering van de markt en de grotere concurrentie een grotere vraag naar instrumenten teweeg heeft gebracht.

De huishoudelijke instrumenten op de markt - waar het grootste aantal gecontroleerde instrumenten onder valt - wordt gedomineerd in deze sectoren door mechanische en elektromechanische technologie. Een vervangende technologie moet zorgen voor eenzelfde betrouwbaarheid gedurende een lange levensduur met een economisch voordeel ten opzichte van de bestaande technologieën. Bij bepaalde instrumenten, bijvoorbeeld elektriciteitsmeters, wijzen de Britse fabrikanten op een vraag naar meer geavanceerde meters met een grotere flexibiliteit voor de gebruiker om van elektriciteitsleverancier te veranderen gedurende een periode van vierentwintig uur. Verwacht wordt dat dergelijke veranderingen op de markt de noodzaak van innovatieve oplossingen zal blijven stimuleren.

5.4. Andere sectoren dan die van de nutsbedrijven

Andere instrumentsectoren zijn op Europees niveau door diverse groepen vertegenwoordigd; de meeste leden daarvan behoren tot het klein- en middenbedrijf. De groep van fabrikanten van weeginstrumenten, CECIP, heeft verklaard dat zij verwachten dat de uitvoering van de richtlijn de concurrentie zal vergroten waarbij factoren als kwaliteit, eigenschappen en prijs een rol spelen. De reorganisatie van de sector zal worden vergemakkelijkt door een betere toegang tot de markt, hetgeen zal leiden tot een grotere concentratie van bedrijven en een vermindering van de werkgelegenheid. Dit verlies aan werkgelegenheid kan in een aantal lidstaten worden gecompenseerd door nieuwe vestigingen of distributeurs. Andere instrumentsectoren konden niets zeggen over het vermoedelijke effect.

6. VERWIJZING NAAR HET WERKPROGRAMMA

De indiening van dit voorstel bij de Raad en het Europees Parlement is opgenomen in het werkprogramma van de Commissie voor 1998 onder nummer 96/254.

7. BELANG VOOR DE EER

Dit voorstel is van belang voor de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. De deskundigen van de partijen bij de EER-overeenkomst hebben aan alle vergaderingen van de werkgroep van deskundigen deelgenomen. Het besluit van het EER Gemengd Comité om de richtlijn in de EER-overeenkomst op te nemen zal worden genomen na de vereiste raadpleging van het Secretariaat van de Europese Vrijhandelsassociatie.

8. EXTERN OVERLEG

De diensten van de Commissie hebben de verschillende versies van dit voorstel uitvoerig in een aantal vergaderingen, waarvoor alle betrokken partijen waren uitgenodigd, besproken. De vergaderingen waren plenair met alle betrokken partijen, of vergaderingen van deskundigen in kleiner verband.

De partijen zijn de lidstaten, de EER-lidstaten, de federaties van fabrikanten van meetinstrumenten, van gebruikers van meetinstrumenten, van consumentenbelangen en de normalisatie-instituten.