Toelichting bij COM(2003)237 - Herstelmaatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2003)237 - Herstelmaatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden.
bron COM(2003)237 NLEN
datum 06-05-2003
Dit voorstel voor de vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden vloeit voort uit de eerdere voorstellen ten aanzien van bepaalde bestanden van kabeljauw en heek uit december 2001 en 2002 (COM(2001) 724 def. en COM (2002) 773 def.). Met het voorstel wordt bovendien gehoor gegeven aan het verzoek van de Visserijraad van december 2002 aan de Commissie om een voorstel voor een definitief herstelplan ter vervanging van de tijdelijke maatregelen van Bijlage XVII van de TAC's- en quotaverordening (Verordening (EG) nr. 2341/2002).

Voor het herstel van de heekbestanden wordt nu een apart voorstel ingediend.

Het algemene doel van het voorstel is het waarborgen van het herstel van de kabeljauwbestanden tot het door wetenschappers aanbevolen voorzorgsniveau binnen een tijdsbestek van vijf à tien jaar.

Het voorstel omvat vier hoofdstukken:

In hoofdstuk I wordt vastgesteld welke kabeljauwbestanden onder dit voorstel vallen en, per bestand, op welk niveau ieder bestand overeenkomstig de voorzorgsaanpak minimaal moet worden gebracht. Dit hoofdstuk is sinds het laatste voorstel grotendeels ongewijzigd gebleven. De Commissie blijft bij haar voorstel om ook de kabeljauwbestanden in de Ierse Zee en het oostelijk deel van het Kanaal bij dit herstelplan te betrekken, ook wat de visserij-inspanningsbeperkingen betreft. Ondanks de bestaande specifieke technische maatregelen om de paaigronden voor kabeljauw in de Ierse Zee te beschermen, is de situatie van dit bestand nog steeds erg zorgwekkend en zijn strengere maatregelen dan ook noodzakelijk.

In hoofdstuk II is bepaald hoe groot de bestanden minimaal moeten zijn; onder deze grenzen lopen de bestanden volgens wetenschappers groot gevaar volledig in te storten.

Verder staan in dit hoofdstuk richtsnoeren om de hoogte van de totaal toegestane vangsten (TAC's) te bepalen op basis van ramingen van de huidige omvang van de bestanden door wetenschappers. Indien de raming van de omvang van een bestand lager is dan het aanbevolen niveau maar hoger of slechts weinig lager dan het minimumniveau, wordt de TAC zo vastgesteld dat het bestand in het volgende jaar naar verwachting met 30% zal toenemen. Indien dit bestand volgens de raming echter aanzienlijk kleiner is dan het minimumniveau, worden strengere maatregelen voorgesteld.

Het hoofdstuk bevat bovendien nadere bepalingen inzake het beginsel dat de grootste jaarlijkse verhoging of verlaging, van welke TAC dan ook, na het eerste jaar van het herstelplan nooit meer dan 15% mag bedragen.

Als uitzondering op deze regels voor de vaststelling van de TAC's geldt echter wel dat de door wetenschappers voor de voorzorgsaanpak aanbevolen visserijsterftecijfers -- d.w.z. de maximale visserijsterftecijfers die een duurzame exploitatie mogelijk maken -- nooit mogen worden overschreden. De Commissie acht overschrijding van deze cijfers onverenigbaar met de voorzorgsaanpak.

Hoofdstuk III bevat de voorstellen van de Commissie voor het beheer van een regeling ter beperking van de visserij-inspanning -- d.w.z. het vaststellen van de maximale duur van de visserijactiviteiten van vaartuigen overeenkomstig de vastgestelde TAC's. Deze voorstellen zijn aanzienlijk eenvoudiger dan de vorige. De regeling biedt de lidstaten en vissers flexibiliteit bij het beheer van de visserij-inspanning en bij de verdeling daarvan per visserijvaartuig, en garandeert bovendien een doeltreffende en proportionele vermindering van de visserij-inspanning in iedere lidstaat met afdoende bewaking en controles.

In het kort werkt de regeling als volgt:

* om te beginnen wordt de totale visserij-inspanning berekend van alle vaartuigen die in het verleden op kabeljauw hebben gevist;

* vervolgens wordt bepaald in welke mate deze visserij-inspanning moet worden verminderd om te voldoen aan de vastgestelde TAC;

* deze vermindering wordt verdeeld over de lidstaten naar verhouding van hun aandeel in de totale door alle lidstaten in de referentieperiode aangelande hoeveelheden kabeljauw.

Het is aan de lidstaten om deze inspanningsbeperkingen, uitgedrukt in kilowattdagen, te verdelen over hun visserijvaartuigen, zij het steeds binnen de geografische gebieden waar de betrokken kabeljauwbestanden zich bevinden; de beperkingen mogen dus niet over verschillende gebieden worden gespreid. De beperkingen zijn echter wel overdraagbaar en mogen op elk moment van het jaar worden toegepast.

De regeling heeft nog meer specifieke kenmerken -- zoals een exacte definitie van een 'buitengaats doorgebrachte dag' en uitzonderingen op de regels voor het tellen van dagen in uitzonderlijke omstandigheden --, die voortvloeien uit het overleg dat heeft plaatsgevonden in verband met de tenuitvoerlegging van de tijdelijke herstelmaatregelen voor kabeljauw in december 2002.

Hoofdstuk IV voorziet in maatregelen ter verbetering van de bewaking, inspecties en controles ten aanzien van vaartuigen die onder de regeling voor inspanningsbeperking vallen. Deze maatregelen betreffen onder andere de voorafgaande kennisgeving, de verplichte aanlanding in aangewezen havens en voorschriften inzake opslag en vervoer.

Dit hoofdstuk bevat nauwelijks wijzigingen ten opzichte van de eerdere voorstellen, maar de voorschriften inzake het gebruik van satellietvolgsystemen zijn wel geschrapt, aangezien deze aan de orde zullen komen in een nieuwe verordening over dit onderwerp in het kader van de hervorming van het GVB.

Deze verordening bevat geen technische instandhoudingsmaatregelen. Verscheidene technische maatregelen ter ondersteuning van het herstel van de kabeljauwbestanden zijn al uitgevoerd in het kader van Verordening (EG) nr. 850/1998 van de Raad. Momenteel wordt nader onderzoek gedaan naar technische instandhoudingsmaatregelen voor het herstel van de kabeljauwbestanden en wellicht zullen deze later ten uitvoer worden gelegd.

De bij deze verordening ten uitvoer gelegde maatregelen voor het herstel van de kabeljauwbestanden hebben ook rechtstreeks gevolgen voor degenen die vissen op soorten die samen worden gevangen met de soorten ten aanzien waarvan inspanningsbeperkingen worden voorgesteld. Ondanks het feit dat dit niet uitdrukkelijk in de verordening wordt vermeld, hebben de maatregelen namelijk ook gevolgen voor de TAC's voor andere soorten en bestanden die samen met kabeljauw worden gevangen.

Dit voorstel vervangt de bepalingen van het gewijzigde voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde bestanden van kabeljauw en heek (COM(2002)773 def.).