Toelichting bij COM(2002)356 - Controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Gemeenschap is sinds 1981 verdragsluitende partij bij het verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren. Zij moet de bij dit verdrag vastgestelde maatregelen inzake de instandhouding en het beheer van de visserijhulpbronnen in gemeenschapsrecht omzetten.

De door de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR) vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen omvatten vele regels inzake de controle op de visserijactiviteit. Tot dusver zijn de meeste van deze maatregelen in gemeenschapsrecht omgezet via Verordening (EG) nr. 66/98 van de Raad van 18 december 1997 houdende bepaalde instandhoudings- en controlemaatregelen voor de visserij in de Antarctische wateren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2113/96 (PB L 6 van 10.1.1998, blz.

1).

De regeling inzake de controle op de visserijactiviteit in het verdragsgebied is in gemeenschapsrecht omgezet via Verordening (EEG) nr. 3943/90 van de Raad van 19 december 1990 betreffende de toepassing van de waarnemings- en inspectieregeling die is ingesteld op grond van artikel XXIV van het verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 379 van 31.12.1990, blz. 45).

De communautaire regelgeving inzake de controle in het verdragsgebied is tenslotte vervolledigd bij Verordening (EG) nr. 1721/1999 van de Raad van 29 juli 1999 houdende vaststelling van controlemaatregelen ten aanzien van vaartuigen die de vlag voeren van landen die geen partij zijn bij het verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 203 van 3.8.1999, blz. 14).

Deze drie teksten moeten worden bijgewerkt om ze aan te passen aan de wijzigingen die zijn aangebracht in de overeenkomstige maatregelen van de CCAMLR, die de laatste vier jaren (zittingen XVII - 1998 tot en met XX - 2001) bijzonder belangrijk zijn geworden. De vangstbeperkingen en -verboden voor de in het verdrag bedoelde soorten zijn reeds sedert 1998 in gemeenschapsrecht omgezet in het kader van de jaarlijkse vaststelling van de TAC's en quota, terwijl deze beperkingen voordien waren opgenomen in de voornoemde Verordening 66/98. Wat de andere maatregelen betreft die bij deze verordening worden vastgesteld zijn, in het kader van de CCAMLR, aanzienlijke wijzigingen aangebracht in de maatregelen betreffende de toegang tot de visserijactiviteit in het gebied en in de verschillende regelingen inzake vangstaangiften en visserij-inspanning, zowel met betrekking tot de te volgen procedures als met betrekking tot de soorten ten aanzien waarvan deze regelingen, naar gelang van de visserijzone, worden toegepast. Zo zijn met name bijzondere regels vastgesteld voor de visserij op krabben en pijlinktvissen.

Wat de controleregeling betreft, heeft de CCAMLR wijzigingen aangebracht om, met name, de inspectieactiviteiten los te koppelen van de wetenschappelijke waarneming die gericht is op het verzamelen van gegevens. Dat vereist een volledige herziening van Verordening (EEG) nr. 3943/1999. Bij deze herziening wordt ook rekening gehouden met het feit dat de basisverantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van de inspectieregeling berust bij de lidstaten en dat de verantwoordelijkheid van de Commissie erin bestaat 'de controleurs te controleren', waartoe zij zich ten aanzien van de Raad en het Europese Parlement heeft verbonden in haar mededeling aan de Raad en aan het Europees Parlement betreffende de deelneming van de Gemeenschap aan regionale visserijorganisaties (RVO), COM(1999) 613 def. van 8 december 1999.

Wat ten slotte de controle betreft op vaartuigen die niet de vlag van een verdragsluitende partij voeren, is bij Verordening (EG) nr. 1721/1999 een CCAMLR-maatregel van 1998 omgezet, die in 1999 sterk is gewijzigd en dus ook moet worden bijgewerkt.

De Commissie wil daarom alle bepalingen betreffende de controle op de visserijactiviteiten door vaartuigen uit de Gemeenschap in het verdragsgebied bundelen in één tekst. Het hierna volgende voorstel omvat de volgende zeven hoofdstukken:

-algemene bepalingen;

-regeling inzake de toegang tot de visserij in het verdragsgebied;

-mededeling van gegevens betreffende de vangsten en de visserij-inspanning;

-maatregelen betreffende de controle en de inspectie op zee van vaartuigen die de vlag van een verdragsluitende partij voeren;

-maatregelen betreffende de inspectie in de haven van vaartuigen die de vlag van een verdragsluitende partij voeren;

-controlemaatregelen die gelden voor vaartuigen die de vlag van niet-verdragsluitende partijen voeren;

-slotbepalingen.

Het onderhavige voorstel zal samen met een ontwerp-verordening betreffende technische maatregelen voor de uitoefening van de visserij in het verdragsgebied, met inbegrip van voorschriften inzake vistuigen en de regeling voor de wetenschappelijke waarneming aan boord, worden ingediend.

Voor beide voorstellen wordt een beroep gedaan op de zogenoemde 'comitologieprocedures' die zijn ingesteld bij Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999. De bij artikel 4 van dat besluit ingestelde beheersprocedure is bedoeld om de voor de tenuitvoerlegging van bepaalde delen van de regeling noodzakelijke maatregelen vast te stellen.

De Commissie stelt de Raad derhalve voor de bijgevoegde verordening goed te keuren.