Toelichting bij COM(2005)148 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 27/2005 wat de vangstmogelijkheden in de wateren van Groenland, de Faeröer en IJsland en de visserij op kabeljauw in de Noordzee betreft, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2270/2004 wat de vangstmogelijkheden voor diepzeehaaien en grenadiervis betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bij Verordening (EG) nr. 27/2005 zijn voor 2005 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en de bij de visserij in acht te nemen voorschriften vastgesteld.

1. Op 14 februari 2005 hebben de autoriteiten van Groenland de Commissie meegedeeld dat de Gemeenschap in 2005 toegang heeft tot 1000 ton sneeuwkrab in de wateren van Groenland. De nodige maatregelen dienen te worden getroffen om de nieuwe vangstmogelijkheden in Gemeenschapsbepalingen om te zetten.

2. Op 15 februari 2005 is het jaarlijks visserijoverleg over de wederzijdse vangstmogelijkheden voor 2005 tussen de Gemeenschap en IJsland afgerond. Om de resultaten van dit overleg in communautaire wetgeving om te zetten, moeten de nodige maatregelen worden genomen.

3. De afwijking van het aantal dagen van aanwezigheid in het gebied en buitengaatsheid als vermeld in tabel I van bijlage IVa bij Verordening (EG) nr. 27/2005 voor vaartuigen met vistuig met een paneel met vierkante mazen van 120 mm was uitsluitend bedoeld voor het Kattegat en het Skagerrak. Door de verfijning van de vistuigcategorieën is het toegestane aantal dagen voor het Kattegat en het Skagerrak van 22 dagen in 2004 verlaagd tot 12 dagen voor vistuig met een paneel met vierkante mazen en tot 9 dagen voor vistuig zonder een dergelijk paneel, wat een aanzienlijke vermindering van de visserij-inspanning betekent. In de Noordzee zou een aantal van 12 dagen echter betekenen dat de visserij-inspanning ten opzichte van de in 2004 toegestane 10 dagen wordt verhoogd, wat niet valt te rechtvaardigen door de invoering van het paneel met vierkante mazen en strijdig zou zijn met het bepaalde in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 423/2004 van de Raad van 26 februari 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden[1]. Het aantal toegestane dagen voor vaartuigen die in de Noordzee vissen met vistuig voorzien van een paneel met vierkante mazen van 120 mm moet derhalve worden teruggebracht tot 9 dagen.

4. Bijlage IVc bevat een technische fout die tot gevolg heeft dat vaartuigen die uit hoofde van bijlage IVc vissen, vervolgens geen dagen kunnen gebruiken uit hoofde van bijlage IVa, zelfs niet indien er voor beide gebieden nog dagen over zijn. Deze fout moet worden gecorrigeerd.

Bij Verordening (EG) nr. 2270/2004 van de Raad zijn voor 2005 en 2006 de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen vastgesteld.

1. Bij de visserij op de zwarte haarstaartvis rond de Azoren worden als bijvangst diepzeehaaien gevangen. Om onnodige teruggooi te voorkomen is het derhalve dienstig om voor deze soorten bijvangstquota vast te stellen. Volgens schattingen bedraagt de totale vangst aan zwarte haarstaartvis in de wateren rond de Azoren 700 ton met een bijvangst aan diepzeehaaien van ongeveer 120 ton. Gerichte visserij op diepzeehaaien is niet toegestaan.

2. De aan de lidstaten toegewezen vangstmogelijkheden voor grenadiervis in ICES-sector Vb en ICES-deelgebieden VI en VII waren onjuist en moeten worden gecorrigeerd.

De Raad wordt verzocht dit voorstel zo spoedig mogelijk goed te keuren opdat de vissers hun activititen voor dit visseizoen kunnen plannen.