Toelichting bij COM(2006)114 - Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het Interinstitutioneel Akkoord van 7 november 2002[1] staat toe dat binnen het jaarlijkse maximum van 1 miljard EUR via het flexibiliteitsmechanisme middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar worden gesteld boven het maximum van de betrokken rubrieken van de financiële vooruitzichten. In Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad[2] is bepaald onder welke voorwaarden middelen uit het fonds beschikbaar kunnen worden gesteld.

Op grond van de aanvragen om bijstand uit het fonds door Bulgarije, Roemenië en Oostenrijk, die in de periode april-augustus 2005 werden getroffen door ernstige overstromingen, wordt de totale schade als volgt geraamd:

Rechtstreekse schade (in EUR)

Bulgarije: Overstromingen mei 222 279

Bulgarije: Overstromingen augustus 237 446

Roemenië: Overstromingen april/mei 489 529

Roemenië: Overstromingen juli/augustus 1 049 681

Oostenrijk: Overstromingen augustus 591 943

Totaal 2 590 880

In het licht van het onderzoek van deze verzoeken[3] en rekening houdend met het maximumbedrag dat uit het fonds mag worden uitgekeerd alsmede met de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten in de rubriek die aanvullende uitgaven vergt, stelt de Commissie voor een totaalbedrag van 106 357 627 miljoen EUR uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen in het kader van rubriek 3 van de financiële vooruitzichten.

De Commissie zal een gewijzigde begroting (GB) indienen om in de begroting 2006 specifieke vastleggings- en betalingskredieten, opgesplitst per begunstigd land, op te nemen, overeenkomstig punt 4 van het Interinstitutioneel Akkoord van 7 november 2002.