Toelichting bij COM(2006)142-2 - Betrekkingen tussen de EG en Groenland en Denemarken - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2006)142-2 - Betrekkingen tussen de EG en Groenland en Denemarken. |
---|---|
bron | COM(2006)142 ![]() ![]() |
datum | 04-04-2006 |
Motivering en doel van het voorstel
Op 24 februari 2003 stelde de Raad zijn conclusies vast over de mededeling van de Commissie over de evaluatie halverwege van het vierde visserijprotocol met Groenland[8]. Op grond van die conclusies konden de onderhandelingen over de evaluatie halverwege van de visserijovereenkomst worden gevoerd met een duidelijker perspectief op de toekomst van de betrekkingen tussen de EU en Groenland op de lange termijn. Wat de langetermijnbetrekkingen tussen de EU en Groenland betreft, zegt de Raad het volgende:
- hij was het erover eens dat de toekomstige betrekkingen tussen de EU en Groenland moesten worden verruimd en verstevigd, met inachtneming van het belang van de visserij en de structurele ontwikkelingsproblemen in Groenland;
- hij heeft zich ertoe verbonden de toekomstige betrekkingen van de EU met Groenland na 2006 te baseren op een alomvattend partnerschap voor duurzame ontwikkeling, waarvan een specifieke visserijovereenkomst deel zal uitmaken. De onderhandelingen hierover zullen verlopen volgens de algemene regels en beginselen voor dergelijke overeenkomsten. De Raad was van oordeel dat binnen het volgende financiële kader van de Europese Unie, mede gelet op de behoeften van alle landen en gebieden overzee, het huidige niveau als oriëntatiepunt voor de toekomstige financiële verbintenissen moet dienen, met inachtneming van andere omstandigheden en een redelijk evenwicht in de wederzijdse belangen – met name de ontwikkelingsbehoeften van Groenland en de behoeften van de EG aan onafgebroken toegang tot de visbestanden die in de Groenlandse wateren op duurzame basis beschikbaar zijn – alsmede de financiële bijdragen van andere partijen. Hiermee zou geen afbreuk worden gedaan aan de volgende financiële vooruitzichten van de EU;
Dit voorstel legt, samen met een gemeenschappelijke verklaring van de Europese Gemeenschap, de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken, de basis voor de toekomstige betrekkingen van de EU met Groenland in de periode 2007–2013.
Algemene context
Met de toetreding van Denemarken ging Groenland in 1973 deel uitmaken van de Gemeenschap. De binnenlandse status van Groenland werd gewijzigd bij de Wet inzake zelfbestuur van Groenland, die op 1 mei 1979 in werking trad. Bij een raadplegend referendum dat in februari 1982 in Groenland werd gehouden, stemde 52% van de kiezers voor uittreding uit de Gemeenschap. Bijgevolg stelde Denemarken voor de Verdragen te wijzigen. Het Uittredingsverdrag van 13 maart 1984, hierna het “Groenlandverdrag” [9] genoemd, trad op 1 februari 1985 in werking en verleende Groenland de status die van toepassing is op de met de Gemeenschap geassocieerde landen en gebieden overzee (LGO).
In het Groenlandverdrag wordt ook de nadruk gelegd op samenwerkings- en ontwikkelingsaspecten. Volgens de preambule van het Verdrag was het de bedoeling “een regeling tot stand te brengen waarbij nauwe en duurzame betrekkingen tussen de Gemeenschappen en Groenland worden gehandhaafd en hun wederzijdse belangen, en met name de ontwikkelingsbehoeften van Groenland, in aanmerking worden genomen”. Voorts wordt in de preambule gesteld dat, terwijl de LGO-status als het passende kader voor de betrekkingen met Groenland wordt beschouwd, “specifieke aanvullende bepalingen voor Groenland noodzakelijk zijn”.
In een aan het Groenlandverdrag gehecht protocol betreffende de bijzondere regeling van toepassing op Groenland is bepaald dat Groenland voor zijn visserijproducten onbeperkte toegang zonder douanerechten heeft tot de communautaire markt, op voorwaarde dat de Gemeenschap bij een visserijovereenkomst bevredigende mogelijkheden voor toegang tot de Groenlandse wateren krijgt.
De visserijovereenkomst is aanvankelijk gesloten voor tien jaar en kan telkens stilzwijgend met een nieuwe periode van zes jaar worden verlengd. Zij komt slechts ten einde als één van de partijen haar ten minste negen maanden vóór het verstrijken van een periode door middel van een kennisgeving opzegt. Er wordt uitvoering aan gegeven door middel van opeenvolgende protocollen. Naar aanleiding van de conclusies van de Raad van februari 2003, waarbij werd besloten de bestaande visserijovereenkomst uiterlijk op 1 januari 2007 te vervangen, hebben de partijen in onderlinge overeenstemming onderhandelingen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij geopend.
Groenland blijft een geval apart: het is voor de Unie een verafgelegen gebied, een enorm eiland met een klein aantal inwoners die leven in uitzonderlijke klimaatsomstandigheden. De Groenlandse samenleving wordt gekenmerkt door een bijzondere sociologische, economische en culturele mix als gevolg van haar geschiedenis en koloniale verleden.
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
Besluit van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de LGO met de Europese Economische Gemeenschap (“LGO-besluit”) [10]. In dit besluit worden de algemene betrekkingen tussen de twintig landen en gebieden overzee[11] en de Europese Gemeenschap gedefinieerd, met voor Groenland de belangrijke uitzondering dat voor dat gebied de bijzondere visserijbepalingen gelden.
Inhoudsopgave
Raadpleging van belanghebbenden
Voor de periode van 1 mei 2005 tot en met 31 maart 2006 is door het secretariaat-generaal een taskforce opgezet om het toekomstige kader van de betrekkingen tussen Groenland en de EU voor te bereiden. Deze taskforce was belast met het reactiveren van de in 2001 opgezette interdepartementale werkgroep. De opdracht was het opstellen van voorstellen voor een nieuwe kaderovereenkomst met Groenland en het toekomstige beheer van de betrekkingen met Groenland.
De taskforce heeft vier interdepartementale vergaderingen gehouden, namelijk op 10 juni 2005, 13 september 2005, 24 november 2005 en 30 januari 2006, om ideeën uit te wisselen over het ontwerp voor de Kajak-overeenkomst en het doel waarnaar de Commissie moet streven in het kader van de toekomstige samenwerking met Groenland.
De taskforce heeft ook met de Groenlandse autoriteiten een aantal informele technische bijeenkomsten gehouden en formele besprekingen gevoerd met leden van de Groenlandse regering op 7 december 2005 in Brussel en op 18 januari 2006 in Nuuk (Groenland).
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Er was geen externe expertise nodig.
Effectbeoordeling
In de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de EU en Groenland zal een duidelijk overzicht wordt gegeven van de betalingen die overeenstemmen met reële vangstmogelijkheden, zoals daarop is aangedrongen door de Rekenkamer en het Europees Parlement. Ook zullen de budgettaire regels voor ontwikkelingssamenwerking worden nageleefd. Hierdoor zal de financiële betekenis van de visserijovereenkomst ten opzichten van het huidige niveau afnemen.
De doelstellingen van het partnerschap tussen de Gemeenschap en Groenland zijn als volgt:
- het partnerschap moet voorzien in een kader voor dialoog;
- gemeenschappelijke doelen moeten worden bereikt door middel van overleg over vraagstukken van gemeenschappelijk belang, zodat de samenwerkingsinspanningen maximaal effect hebben en in overeenstemming zijn met de prioriteiten van beide partners;
- er moet een basis worden gelegd voor samenwerking op economisch en financieel gebied en op het gebied van wetenschap, onderwijs en cultuur, op basis van de beginselen van gezamenlijke verantwoordelijkheid en wederzijdse ondersteuning;
- het partnerschap moet bijdragen aan de ontwikkeling van Groenland.
De EU heeft er blijvend belang bij Groenland te behandelen als een bevoorrecht buurland en bij te dragen tot het welzijn en de economische ontwikkeling van Groenland. Groenland heeft namelijk nauwe banden met een van de lidstaten en zal een rol blijven spelen in het visserijbeleid van de EU (zowel wat verantwoordelijkheden als wat mogelijkheden betreft). Het gaat daarbij niet alleen om de commerciële visvangst, maar ook om het bevorderen van het duurzaam beheer van de visbestanden en het beschermen van het milieu.
Groenland is voor de EU ook uit geostrategisch gezichtspunt van belang. De EU en Groenland hebben beide belang bij samenwerking en ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van klimaatverandering, nu onlangs is bevestigd dat het smelten van het poolijs dramatische vormen aanneemt. De ontwikkeling van alternatieve energiebronnen of energiedragers zoals waterstof is voor zowel de EU als Groenland van groot belang.
Samenvatting van de voorgestelde maatregel
Dit voorstel moet de juridische basis verschaffen om de voorwaarden te kunnen vaststellen waaronder de Gemeenschap een alomvattend partnerschap met Groenland kan aangaan.
Rechtsgrondslag
Artikel 187 van het EG-verdrag.
De Commissie heeft reeds rekening gehouden met het verzoek van de Raad van 24 februari 2003 om concrete voorstellen in te dienen voor verruiming en versteviging van de toekomstige betrekkingen tussen de EU en Groenland. De Commissie heeft deze situatie in aanmerking genomen bij het opstellen van haar voorstellen voor rubriek 4 van de volgende financiële vooruitzichten. De Commissie meent dat een steunbedrag van ten hoogste 25 miljoen euro per jaar voor de samenwerking in andere sectoren dan de visserij binnen de grenzen valt van het voorstel voor de financiële vooruitzichten (2007–2013). Het scenario waarover de lidstaten het in december 2005 eens zijn geworden, wacht momenteel op de definitieve consensus over het interinstitutioneel akkoord inzake de financiële vooruitzichten voor 2007–2013.
Internationale visserijovereenkomsten moeten bij de financiële vooruitzichten voor de komende periode onder een geconsolideerd instrument voor governance op visserijgebied vallen. Binnen dit instrument worden middelen gereserveerd om aan de verbintenissen van de Unie te kunnen voldoen zodra de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij van kracht is.
Het voorstel bevat een herzieningsclausule.