Toelichting bij COM(2005)677 - Opzegging van de Overeenkomst met de Regering van Angola inzake de visserij voor de kust van Angola en houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 2792/1999

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van de Volksrepubliek Angola inzake de visserij voor de kust van Angola [1] is op 1 februari 1989 in Luanda ondertekend. De overeenkomst is krachtens haar artikel 15 op dezelfde dag in werking getreden[2].

Het laatste aan de Overeenkomst gehechte Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 3 augustus 2002 tot en met 2 augustus 2004 geldende vangstmogelijkheden en financiƫle tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst[3], is niet verlengd. Na twee formele onderhandelingsronden en talrijke contacten tussen de diensten van de Commissie en de autoriteiten van Angola zijn beide partijen niet tot overeenstemming gekomen over de belangrijkste beginselen van het nieuwe protocol. In het nieuwe, door Angola in oktober 2004 vastgestelde wettelijke kader is bepaald dat de onder de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Angola vallende visserijactiviteiten moeten voldoen aan de wet- en regelgeving inzake visserij van Angola. Volgens de nieuwe Angolese Wet op de biologische aquatische rijkdommen moeten alle visserijactiviteiten worden uitgevoerd in samenwerking met Angolese ondernemingen en dient de vis als van oorsprong uit Angola te worden beschouwd. Wat tonijn betreft, moeten de vangsten volgens de regels van de ICCAT als Angolese vangsten worden geregistreerd. Bovendien moeten alle vaartuigen van de EG worden uitgerust met een satellietvolgsysteem dat rechtstreeks is gekoppeld aan het Angolese centrum voor visserijcontrole (controle door de kuststaat in plaats van door de vlaggenstaat).

Onder deze omstandigheden heeft de Commissie Angola in juni meegedeeld dat de onderhandelingen zijn mislukt en dat zij het noodzakelijk acht de visserijovereenkomst formeel op te zeggen volgens de procedure van artikel 14.

De Gemeenschap dient Angola uiterlijk 31 oktober 2007 van de opzegging in kennis te stellen om ervoor te zorgen dat de opzegging per 1 februari 2008 in werking treedt.

Deze opzegging heeft gevolgen voor verscheidene vissersvaartuigen van de Gemeenschap die in het kader van de bilaterale overeenkomst tussen de EU en Angola actief zijn geweest. Ondertussen hebben deze vaartuigen vanaf augustus 2004 gebruik kunnen maken van een steunregeling op grond waarvan schepen gedurende zes maanden kunnen stilliggen. Deze regeling is met zes maanden verlengd nadat de Spaanse autoriteiten een omschakelingsplan hadden ingediend, dat door de Commissie is goedgekeurd. Om de uitvoering van dit omschakelingsplan te vergemakkelijken wordt nu voorgesteld dat reders die besluiten om onder Angolese vlag te gaan varen, niet meer verplicht zijn om de ontvangen bouw- en stilligpremies terug te betalen, en dat reders die besluiten om hun vaartuigen definitief uit de vaart te nemen, niet hoeven te bewijzen dat het vaartuig in het jaar voordat het uit het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen wordt geschrapt, continu actief is geweest.