Toelichting bij COM(2006)363 - Sluiting van de visserijovereenkomst met Kaapverdië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië hebben op 16 december 2005 een partnerschapsovereenkomst inzake visserij ondertekend die de vissers uit de Gemeenschap de mogelijkheid biedt in de Kaapverdische visserijzone te vissen. De partnerschapsovereenkomst, vergezeld van een protocol en een bijlage, heeft vanaf de inwerkingtreding een looptijd van zes jaar en kan worden verlengd. De op 24 juli 1990 in werking getreden Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië inzake de visserij voor de kust van Kaapverdië wordt vanaf de dag van inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst ingetrokken en door haar vervangen.

Het protocol en de bijlage met de technische en financiële voorwaarden voor de visserijactiviteiten van de schepen uit de Europese Gemeenschap zijn gesloten voor een periode van vijf jaar vanaf 1 september 2006. Zij zijn van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst. Zij kunnen in geen geval vóór 1 september 2006 worden toegepast.

Bij het bepalen van haar onderhandelingspositie heeft de Commissie zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een evaluatie vooraf en achteraf door onafhankelijke deskundigen.

Het hoofddoel van de nieuwe partnerschapsovereenkomst is het versterken van de samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië met het oog op een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Kaapverdische visserijzone, in het belang van de twee partijen. De twee partijen verbinden zich tot het aangaan van een politieke dialoog over visserijaangelegenheden van wederzijds belang. In de partnerschapsovereenkomst maken de huidige prioriteiten van het Kaapverdische visserijbeleid het mogelijk dat de beide partijen in onderlinge overeenstemming de te realiseren doelstellingen en de desbetreffende jaarlijkse en meerjarige programmering vaststellen met het oog op een duurzaam en verantwoord beheer van de sector.

In de overeenkomst staat ook dat de partijen de economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en aanverwante sectoren stimuleren.

De financiële tegenprestatie is vastgesteld op 385 000 euro per jaar. Hiervan wordt 80% gebruikt om het visserijbeleid in Kaapverdië jaarlijks financieel te ondersteunen met het oog op een duurzame en verantwoorde visserij. Bij de overeenkomst worden de volgende vangstmogelijkheden vastgesteld: 1) voor de tonijnvisserij met de zegen: 25 vaartuigen; 2) voor de tonijnvisserij met de hengel: 11 vaartuigen; 3) voor de tonijnvisserij met de drijvende beug: 48 vaartuigen. In het protocol wordt een referentiehoeveelheid van 5 000 ton tonijnachtigen vastgesteld. Het protocol voorziet eveneens in een mechanisme waarbij de Gemeenschap en de reders extra betalen indien deze referentiehoeveelheid wordt overschreden.

De door de reders verschuldigde visrechten zijn voor elke categorie visserij vastgesteld en kunnen Kaapverdië jaarlijks ongeveer 243 450 euro extra opleveren.

In het licht hiervan stelt de Commissie aan de Raad voor de sluiting van deze partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië bij verordening goed te keuren.