Toelichting bij COM(2006)650 - Uitvoering van het tiende Europees ontwikkelingsfonds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Europese Raad van 15 en 16 december 2005 heeft beslist dat de financiering van de geografisch bepaalde samenwerking met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) in de periode 2008–2013 blijft plaatsvinden via het intergouvernementele Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). De vertegenwoordigers van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, hebben bevestigd dat het voor dit doel uitgetrokken bedrag van 22,682 miljard euro ook bestemd is voor de samenwerking met de landen en gebieden overzee (LGO), waarop het vierde deel van het EG-Verdrag van toepassing is, alsmede de ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het EOF.

De ACS-EG-Raad van Ministers heeft op zijn vergadering van 2 juni 2006 in Port Moresby een besluit genomen over het meerjarig financieel kader voor 2008–2013 voor de samenwerking op grond van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, die op 23 juni 2000 in Cotonou is ondertekend en op 25 juni 2005 in Luxemburg is herzien. Het Intern Akkoord betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008–2013 en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de LGO is door de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 17 juli 2006 ondertekend. De Commissie werkt aan een voorstel om Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de LGO met de Europese Gemeenschap dienovereenkomstig te wijzigen.

Bij het op 17 juli 2006 ondertekende Intern Akkoord is het tiende EOF ingesteld, dat betrekking heeft op de geografisch bepaalde samenwerking met de ACS-staten en de LGO gedurende de periode 2008–2013. Bij het Intern Akkoord worden voorts de diverse financiële toewijzingen in het kader van het tiende EOF vastgesteld, alsmede de verdeelsleutel voor iedere lidstaat. Binnen de Commissie wordt een comité van vertegenwoordigers van de lidstaten ingesteld (het EOF-comité) en binnen de Europese Investeringsbank (EIB) een soortgelijk comité voor het beheer van de investeringsfaciliteit die uit het EOF wordt gefinancierd (het IF-comité). Voor beide comités worden de weging van de stemmen en de regels inzake de gekwalificeerde meerderheid vastgesteld.

Het Intern Akkoord voorziet voorts in de goedkeuring door de Raad, met eenparigheid van stemmen, van een uitvoeringsverordening voor het tiende EOF en de goedkeuring door de Raad, met een gekwalificeerde meerderheid, van een financieel reglement voor het tiende EOF. In beide gevallen geschiedt dit op basis van een voorstel van de Commissie en na raadpleging van de EIB. Voor het financieel reglement dient tevens de Rekenkamer te worden geraadpleegd.

Overeenkomstig het Intern Akkoord dient de uitvoeringsverordening passende wijzigingen en verbeteringen van de bestaande programmerings- en besluitvormingsprocedures (vergeleken met de bepalingen van het negende EOF) te bevatten, de communautaire en EOF-procedures (ook wat betreft medefinancieringsaspecten) zoveel mogelijk te harmoniseren en specifieke beheersprocedures voor de vredesfaciliteit te bevatten.

De Commissie werkt aan een voorstel voor het financieel reglement voor het tiende EOF, dat in de loop van de komende maanden bij de Raad zal worden ingediend. Het onderhavige voorstel voor een verordening inzake de uitvoering van het tiende EOF heeft betrekking op de procedures voor programmering en besluitvorming, die voor het negende EOF in het Intern Akkoord waren opgenomen. Door deze punten nu te regelen door middel van een afzonderlijke verordening die niet hoeft te worden geratificeerd, kan verdere vertraging van de start van het ratificatieproces voor het Intern Akkoord worden vermeden. Bovendien kan de Commissie nu een voorstel voor de uitvoeringsbepalingen indienen dat meer in overeenstemming is met de procedures die zijn voorgesteld voor de samenwerking die uit de Gemeenschapsbegroting wordt gefinancierd.

Dit voorstel weerspiegelt zoveel mogelijk het gemeenschappelijk standpunt dat op 23 oktober 2006 door de Raad is vastgesteld met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking. De belangrijkste veranderingen en verbeteringen ten opzichte van het negende EOF zijn de volgende:

- Het comité van beheer voor het EOF legt een sterkere nadruk op strategische vraagstukken en monitoring. De belangrijkste verandering op dit terrein is dat niet langer afzonderlijke financieringsvoorstellen voor advies aan het EOF-comité worden voorgelegd, maar jaarlijkse actieprogramma’s. In deze actieprogramma’s worden de doelstellingen, de gebieden waarop maatregelen worden genomen, de verwachte resultaten, de beheersprocedures en het totale bedrag van de geplande financiering bepaald, wordt een omschrijving gegeven van de te financieren maatregelen en een indicatie van bedragen en tijdschema’s. Deze benadering maakt een coherenter aanpak van de uitvoering mogelijk, omdat er een constante wisselwerking is tussen het initiële meerjarige strategiedocument en de vertaling daarvan in jaarlijkse responsstrategieën. Ook kan daardoor de uitvoering meer op programmatische wijze worden aangepakt, wat tot een soepeler en slanker implementatiecyclus leidt.

- Strategiedocumenten, steuntoewijzingen, indicatieve programma’s en alle wijzigingen daarvan naar aanleiding van periodieke of ad-hoc-evaluaties moeten van tevoren voor advies aan het EOF-comité worden voorgelegd, evenals alle bijzondere maatregelen die meer dan 10 miljoen euro kosten.

- De criteria voor steuntoewijzing, bijzondere maatregelen die minder dan 10 miljoen euro kosten en de diverse monitoring- en evaluatierapporten worden aan het EOF-comité voorgelegd ter informatie en ter bespreking. Bij de Raad worden jaarverslagen ingediend. Een prestatie-evaluatie wordt uitgevoerd op basis van een voorstel dat de Commissie in 2010 zal opstellen, en wordt eveneens aan de Raad voorgelegd. Besluiten tot gehele of gedeeltelijke vrijgave van na 31 december 2007 geannuleerde middelen van eerdere EOF’s worden op deze basis met eenparigheid van stemmen door de Raad vastgesteld.

- Er wordt een kader ingesteld voor medefinanciering, dat in het financieel reglement verder zal worden uitgewerkt.

- Er worden speciale beheersprocedures voor de vredesfaciliteit vastgesteld.

- Er komen meer mogelijkheden voor regionale samenwerking (inclusief die tussen ACS-landen en ultraperifere gebieden van de Gemeenschap). Daartoe worden gemeenschappelijke prioriteiten vastgesteld en specifieke middelen geïdentificeerd en wordt de coördinatie van de selectie van projecten van gemeenschappelijk belang verbeterd, onder meer door mobilisatie van technische bijstand en via comités voor toezicht op de programmering, waarbij de diverse belanghebbenden worden betrokken.

- Er wordt nadruk gelegd op het beginsel van coördinatie met de lidstaten en andere donoren en belanghebbenden en de beginselen van subsidiariteit en complementariteit van de thematische programma’s en de geografisch bepaalde samenwerking. Steun die uit de Gemeenschapsbegroting wordt gefinancierd (bijvoorbeeld steun aan de landen van het suikerprotocol en thematische programma’s) wordt waar van toepassing geïntegreerd in de geografische strategiedocumenten.

- Een geprogrammeerde benadering van intra-ACS-financiering wordt ingevoerd.