Toelichting bij COM(2006)382 - Roaming op publieke mobiele netwerken binnen de EG en tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Motivering en doelstellingen van het voorstel



De mogelijkheid voor gebruikers van mobiele elektronische communicatiediensten om met hun mobiele telefoon in het buitenland gesprekken te initiëren en te ontvangen ('internationale roaming') is een belangrijk onderdeel van de geleverde dienst en draagt bij tot de maatschappelijke en economische welvaart in de gehele Gemeenschap. De hoge tarieven die mobiele gebruikers betalen voor het gebruik van deze dienst zijn echter door consumentenorganisaties, regelgevers en beleidsmakers in de gehele Gemeenschap aangemerkt als een blijvend probleem. Hoewel in de afgelopen jaren een reeks acties is opgezet om dit probleem met gebruikmaking van de bestaande wetgeving aan te pakken, zijn de beschikbare instrumenten ontoereikend gebleken om de tarieven te verlagen naar een niveau dat de onderliggende kosten voor de desbetreffende dienstverlening weerspiegelt.

De doelstelling van dit voorstel is dan ook om het bestaande regelgevingskader voor elektronische communicatie aan te passen en zo de vereiste rechtsgrondslag tot stand te brengen voor doeltreffende en tijdige actie om op een geharmoniseerde manier het niveau van de roamingtarieven in de Gemeenschap drastisch te verlagen. Dit moet bereikt worden door het beginsel ten uitvoer te leggen dat de tarieven die door de gebruikers van openbare mobiele netwerken worden betaald voor roamingdiensten wanneer zij reizen binnen de Gemeenschap, niet ongerechtvaardigd hoger mogen liggen dan de tarieven die hen worden aangerekend wanneer zij in hun eigen land telefoneren (de 'Europese-thuismarktaanpak').

Het mechanisme waarvoor gekozen is om deze doelstelling op een evenredige wijze te bereiken, is de invoering voor de exploitanten van terrestrische mobiele netwerken van maximumtarieven voor de levering van roamingdiensten voor gesprekken tussen de lidstaten op zowel retail- als wholesale-niveau.

Algemene context



Het probleem van de hoge roamingtarieven voor mobiele gebruikers die in Europa reizen, kwam voor het eerst aan het licht medio 1999 na het besluit van de Commissie om een sectorenquête te houden betreffende de nationale en internationale roamingdiensten. Het resultaat daarvan was dat de Commissie tegen bepaalde exploitanten van mobiele netwerken in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland inbreukprocedures heeft opgestart wegens niet-naleving van artikel 82 van het Verdrag.

Ook ten tijde van de vaststelling van het regelgevingspakket voor elektronische communicatie in 2002 werd internationale roaming aangemerkt als een probleem waarvoor eventueel regelgeving ex ante moest worden uitgewerkt. Meer bepaald werd de nationale wholesale-markt voor internationale roaming via openbare mobiele netwerken in de aanbeveling van de Commissie van 11 februari 2003 betreffende relevante producten– en dienstenmarkten in de elektronische–communicatiesector genoemd als een van de markten waarvoor dergelijke regelgeving aangewezen was.

De Europese Groep van regelgevende instanties (European Regulators' Group - ERG) heeft in mei 2005 opgemerkt dat de retail-tarieven zonder duidelijke rechtvaardiging zeer hoog lagen; dat dit een gevolg leek te zijn van zowel de hoge wholesale-tarieven die werden aangerekend door de buitenlandse gastheer-exploitanten als in vele gevallen van de hoge retail-winstmarges die door de eigen netwerkexploitant van de klant werden gehanteerd; dat verlagingen van de wholesale-tarieven vaak niet werden doorberekend in de retail-tarieven; en dat de gebruikers vaak niet voldoende werden ingelicht over de roamingtarieven.

In oktober 2005 heeft de Commissie de aandacht gevestigd op het probleem van de hoge internationale roamingtarieven en het gebrek aan prijstransparantie, meer bepaald door het opzetten van een consumenteninformatie-website waarop niet alleen werd bevestigd dat de aangerekende tarieven in vele gevallen onmiskenbaar overdreven hoog zijn, maar ook werd aangetoond dat er binnen de Gemeenschap niet te rechtvaardigen prijsverschillen bestaan voor gesprekken met dezelfde kenmerken.

In zijn resolutie van 1 december 2005 inzake Europese elektronische-communicatieregelgeving en -markten in 2004 heeft het Europees Parlement het initiatief van de Commissie voor meer transparantie in de sector van de internationale roaming toegejuicht en heeft het de Commissie verzocht nieuwe maatregelen te treffen om de hoge kosten van grensoverschrijdend mobiel telefoonverkeer terug te dringen.

In december 2005 heeft de Europese Groep van regelgevende instanties de Europese Commissie erop gewezen dat door de nationale regelgevende instanties (NRI's) getroffen maatregelen niet zullen volstaan om het probleem van de hoge tarieven op te lossen aangezien roaming een uitzonderlijk geval is waarbij het huidige regelgevingskader niet volstaat om een duidelijke benadeling van de consument op te lossen.

In maart 2006 heeft de Europese Raad in zijn conclusies gewezen op het belang voor het concurrentievermogen van een verlaging van de roamingkosten, dit in de context van de behoefte aan een gericht, doeltreffend en geïntegreerd beleid voor de sector van de informatie- en communicatietechnologie (ICT), zowel op Europees als op nationaal niveau, meer bepaald met het oog op het bereiken van de herziene doelstellingen van de Lissabon-strategie voor economische groei en productiviteit.

Hoewel sommige exploitanten in reactie op de EU-initiatieven plannen hebben aangekondigd om hun tarieven voor internationale roamingdiensten te verlagen, is er geen algemeen antwoord van de industrie dat ertoe strekt de doelstellingen van dit voorstel te bereiken op een andere manier dan via regulering. Er is met name geen garantie dat alle gebruikers van internationale roaming zullen kunnen genieten van de met dit voorstel beoogde tariefverlagingen.

Het is derhalve de bedoeling om met dit voorstel een geharmoniseerde rechtsgrondslag te leggen voor maatregelen die de voltooiing van de interne markt voor elektronische communicatie kunnen vergemakkelijken.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



De instrumenten waarover de Gemeenschap en de nationale mededingingswetgeving beschikken, maken het voor de bevoegde instanties mogelijk sancties op te leggen aan afzonderlijke ondernemingen waarvan het gedrag indruist tegen de mededingingsregels. De instrumenten van de mededingingswetgeving hebben echter uitsluitend betrekking op de activiteiten van individuele ondernemingen en bieden dus geen oplossing die de belangen van alle gebruikers van elektronische communicatie en alle marktdeelnemers binnen de Gemeenschap veilig stelt.

Het bestaande regelgevingskader voor elektronische communicatie bevat een mechanisme voor het opleggen via regelgeving van verplichtingen ex ante aan ondernemingen binnen de sector van de elektronische communicatie, meer bepaald op basis van een selectie van de relevante markten waarvoor regelgeving ex ante kan worden uitgewerkt, gepaard aan een proces van marktanalyse door de regelgevende instanties. Op die basis kunnen verplichtingen via regulering worden opgelegd aan bepaalde ondernemingen die op de desbetreffende markten over een aanmerkelijke marktmacht beschikken. De nationale wholesale-markt voor internationale roaming via openbare mobiele netwerken is aangemerkt als een dergelijke relevante markt. Anderzijds is geen enkele retail-markt voor de levering van roamingdiensten aangemerkt als een relevante markt, aangezien die diensten op retail-niveau niet afzonderlijk worden aangekocht, maar slechts één element vormen van een breder retail-pakket. Gezien de specifieke kenmerken van de markten voor internationale roaming en de grensoverschrijdende aard van deze diensten is het voor de regelgevers bijgevolg niet mogelijk gebleken om de hoge tarieven voor roaming met behulp van deze procedure aan te pakken.

Er kan worden opgemerkt dat het regelgevingskader van de Gemeenschap de lidstaten enige ruimte laat om de problemen op de internationale roamingmarkten aan te pakken via andere wetgevingsmaatregelen, zoals de wetgeving op de consumentenbescherming. Gezien de grensoverschrijdende aard van de internationale roamingdiensten, waarbij de wholesale-leveranciers gevestigd zijn in andere lidstaten dan die van de klanten die bedoelde diensten gebruiken, zou elke wetgevingsactie door afzonderlijke lidstaten echter ondoeltreffend zijn en, zonder de harmonisatie die door dit voorstel gewaarborgd wordt, onderling afwijkende resultaten opleveren in het geheel van de Gemeenschap.

Het bestaande regelgevingskader van de Gemeenschap (artikel 19 van Kaderrichtlijn 2002/21/EG) maakt het voor de Commissie mogelijk om aanbevelingen te doen betreffende de geharmoniseerde toepassing van de richtlijn. Een dergelijke aanbeveling is op dit gebied echter weinig doeltreffend, aangezien zij niet juridisch bindend is en de lidstaten waartoe deze aanbeveling gericht is vervolgens nog altijd slechts over de bestaande regelgevingsinstrumenten beschikken.

De retail– en wholesale-roamingmarkten hebben bepaalde unieke kenmerken die uitzonderlijke maatregelen, welke verder gaan dan de mechanismen die normaliter beschikbaar zijn krachtens het regelgevingskader van 2002, rechtvaardigen.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



Dit voorstel strookt met de vernieuwde Lissabon-strategie ter bevordering van groei en werkgelegenheid dankzij een groter concurrentievermogen en het daarmee verbonden i-2010-initiatief van de Commissie. Het belang van de verlaging van de internationale roamingtarieven binnen de Gemeenschap is uitdrukkelijk bevestigd op de Europese Raad van maart 2006.

2. Raadpleging van de betrokken partijen en effectenbeoordeling

- Raadpleging van de betrokken partijen

Methode, voornaamste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

De Commissie is begin 2006 begonnen met een raadpleging in twee fasen[1]. In de eerste fase werd gepeild naar de algemene feedback wat de basisbeginselen betreft. Vervolgens werd door de Commissiediensten een tweede raadplegingsronde gestart waarin het concretere concept van regulering als basis voor de discussie naar voren werd geschoven. In beide fasen samen werden 152 reacties ontvangen van diverse betrokken partijen, zoals netwerkexploitanten, NRI's, lidstaten en handels- en consumentenorganisaties.

Samenvatting van de reacties en manier waarop daarmee rekening is gehouden

Uit de raadpleging bleek dat er van de lidstaten, NRI's, consumentenorganisaties en zelfs sommige netwerkexploitanten brede steun kwam voor de algemene Commissiedoelstelling om de roamingtarieven te verminderen. Hoewel de meeste exploitanten zicht kantten tegen regulering en aanvoerden dat er voldoende concurrentie is op de markt en dat de tarieven dalen, stelden sommigen hetzij zelfregulering hetzij enige vorm van regulering voor.

Op basis van de ontvangen reacties heeft de Commissie haar oorspronkelijke concept van het 'thuistariefbeginsel', waarbij de tarieven voor internationale roaming werden gekoppeld aan de tarieven die door de roamende klanten worden betaald voor equivalente gesprekken op hun thuisnetwerk, aangepast om te komen tot het concept van een 'Europese-thuismarktaanpak', waarbij de roamingtarieven nauwer aansluiten bij de tarieven van gesprekken op het thuisnetwerk. Dit moet gebeuren door de toepassing van gemeenschappelijke voor de gehele Gemeenschap geldende tariefmaxima, waardoor een hoog niveau van bescherming van de consument kan worden gewaarborgd en tegelijk de vrije mededinging kan worden gevrijwaard.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid afgezien van de input van de betrokken partijen in het kader van de openbare raadpleging.

- Effectenbeoordeling

Bij de beoordeling van de effecten van dit voorstel werden de volgende opties onderzocht: geen beleidswijziging, zelfregulering, co-regulering, zachte regulering en gerichte regulering.

'Geen beleidswijziging' houdt in dat voor de oplossing van het probleem wordt gerekend op de markt en de technologische ontwikkelingen en dat de bestaande regelgevingsinstrumenten en instrumenten van het mededingingsrecht gewoon verder worden gebruikt. Er moet echter worden opgemerkt dat de nationale regelgevende instanties reeds hebben onderstreept dat de bestaande regelgevingsinstrumenten niet volstaan om dit probleem op te lossen.

Ook zelfregulering en co-regulering werden in overweging genomen, hoewel er tot dusverre geen initiatief van het geheel van de sector is gekomen om dergelijke maatregelen voor te stellen. Het risico dat voor bepaalde gebruikers extreem hoge tarieven blijven gelden, ook als het gemiddelde tariefniveau naar omlaag gaat, kan echter de algemene doelstelling van een dergelijke aanpak ondermijnen.

Ook de optie om het probleem aan te pakken via aanbevelingen of een andere vorm van zachte regulering is bestudeerd. Gezien echter de structurele aard van het probleem van de hoge gebruikerstarieven voor internationale roaming en het feit dat de bestaande bepalingen van het communautaire regelgevingskader voor elektronische communicatie niet blijken te volstaat om het probleem op te lossen, is het duidelijk dat initiatieven waarbij het wettelijke kader voor remediëringsactie ongewijzigd blijven, onmogelijk het gewenste resultaat kunnen bereiken.

Binnen de bredere optie van gerichte regulering, is er gekeken naar drie benaderingen: uitsluitend regulering op wholesale-niveau, uitsluitend regulering op retail-niveau en een combinatie van wholesale- en retail-regulering.

Uitsluitend regulering op wholesale-niveau zou een oplossing kunnen zijn voor het probleem van de hoge tarieven tussen de exploitanten, maar biedt – gezien het ontbreken van de relevante concurrentiedruk – niet de garantie dat de lagere wholesale-tarieven worden doorberekend aan de roamende consument. Er is hierbij dus geen waarborg dat de doelstelling van aanzienlijke verlaging van de retail-tarieven voor de Europese gebruikers wordt bereikt.

Er is ook gekeken naar de mogelijkheid van regulering uitsluitend op retail-niveau omdat dit het probleem op een directe wijze zou aanpakken. Aangezien het wholesale-niveau dan ongemoeid wordt gelaten, kan dit voor de kleinere exploitanten een overmatige druk op de prijzen meebrengen en dus leiden tot grootschalige stopzetting van de dienstverlening.

Tenslotte werden diverse varianten van een combinatie van wholesale- en retail-regulering onderzocht. De conclusie van de effectenbeoordeling was dat een dergelijke gecombineerde wholesale-/retail-aanpak, met daarbij de invoering van een gemeenschappelijke voor de gehele Gemeenschap geldende maximumtarieven op zowel wholesale- als retail-niveau de beste oplossing is.

1.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Het voorstel voorziet in de invoering, op basis van de Europese-thuismarktaanpak, van gemeenschappelijke, voor de gehele Gemeenschap geldende maximumgrenzen voor de tarieven die de exploitanten van mobiele netwerken mogen aanrekenen voor de wholesale-levering van roamingdiensten voor mobiele spraaktelefonie-oproepen vanuit een in de Gemeenschap bezocht netwerk en afgegeven op een openbaar telefoonnetwerk dat zich eveneens binnen de Gemeenschap bevindt.

Bij de vaststelling van de maximumtarieven wordt rekening gehouden met de verschillen in de onderliggende kosten tussen, enerzijds, de levering van internationale roamingdiensten met een bestemming binnen het bezochte land en, anderzijds, de levering van dergelijke diensten met een bestemming thuis of in een derde land binnen de Gemeenschap. Het voorstel voorziet daarom in een lagere wholesale-tariefgrens voor de eerste categorie gesprekken (gelegd op tweemaal het gemiddelde afgiftetarief in de Gemeenschap), die geldt voor exploitanten van mobiele netwerken waarvan is vastgesteld dat zij over een aanmerkelijke marktmacht beschikken, en een hogere tariefgrens voor de tweede categorie (gelegd op drie keer het gemiddelde afgiftetarief in de Gemeenschap), geldend voor diezelfde categorie exploitanten.

Om te voorkomen dat er wurgprijzen ('price squeeze') ontstaan voor de levering van mobiele roamingdiensten op retail-niveau, voorziet het voorstel ook in retail-tariefmaxima voor dezelfde categorieën roaminggesprekken, gelegd op 130% van de geldende wholesale-maximumtarieven.

In overeenstemming met de 'Europese-thuismarktaanpak' en teneinde te waarborgen dat de aan roamende klanten aangerekende tarieven voor de ontvangst van gesprekken terwijl zij in het buitenland reizen in de Gemeenschap meer de desbetreffende onderliggende kosten voor hun thuisaanbieder weerspiegelen, bevat het voorstel ook een bepaling die ertoe strekt deze tarieven onder een maximumgrens te houden.

De retail–tariefmaxima voor het maken van gereguleerde roaminggesprekken treden rechtens in werking zes maanden na de inwerkingtreding van de voorgestelde verordening.

Het voorstel bevordert de transparantie van de retail-tarieven door de invoering van een verplichting voor de aanbieders van mobiele telefonie om de roamende klant op verzoek en kosteloos gepersonaliseerde informatie over de retail–tarieven te verstrekken. Klanten mogen ervoor kiezen om die informatie via een SMS-bericht (Short Message Service) dan wel via een mobiel telefoongesprek te ontvangen. Bovendien worden de aanbieders van mobiele telefonie ertoe verplicht om bij het nemen van een abonnement, op gezette tijden en bij aanmerkelijke tariefwijzigingen, informatie te verstrekken over hun roaming-tarieven.

Het voorstel geeft de nationale regelgevende instanties ook de bevoegdheid en verantwoordelijkheid om de handhaving te waarborgen, dit in overeenstemming met hun huidige rol krachtens het communautaire regelgevingskader voor elektronische communicatie. Het geeft hen tevens de taak toe te zien op de ontwikkeling van de retail- en wholesale-tarieven voor de levering aan klanten die roamen binnen de Gemeenschap van spraaktelefonie- en gegevenscommunicatiediensten, inclusief SMS (Short Message Service) en MMS (Multimedia Message Service).

Om duidelijk te maken dat de in het voorstel vervatte maatregelen van specifieke aard zijn binnen het algemene regelgevingskader als vastgelegd bij Kaderrichtlijn 2002/21/EG en om te waarborgen dat de algemene bepalingen van dit regelgevingskader van toepassing blijven op de door het onderhavige voorstel gereguleerde roamingdiensten (onverlet de specifieke eisen daarvan), wijzigt het voorstel ten slotte de bepalingen van het bestaande regelgevingskader, meer bepaald van Richtlijn 2002/21/EG.

Rechtsgrondslag



Artikel 95 van het EG-Verdrag

Subsidiariteitsbeginsel



Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel niet valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap.

Gezien de specifieke grensoverschrijdende aard van de roamingdiensten waarop de voorgestelde maatregel betrekking heeft, waardoor de exploitanten die op wholesale-niveau roamingdiensten aanbieden gevestigd zijn in andere lidstaten dan de lidstaat van de thuisaanbieder van de klant, en gezien het feit dat de voorgestelde maatregel een wijziging vergt van het bestaande regelgevingskader van de Gemeenschap, kan actie van uitsluitend de lidstaten niet volstaan en is dergelijke actie ontoereikend om de doelstellingen van het voorstel te bereiken.

Actie van uitsluitend de lidstaten om het probleem waarop dit voorstel betrekking heeft aan te pakken, kan het probleem doen rijzen van de conformiteit met het bestaande communautaire regelgevingskader (als dit ongewijzigd blijft) en/of resulteren in onderling afwijkende resultaten, wat de voltooiing van de interne markt in het gedrang kan brengen.

Aangezien de levering van mobiele roamingdiensten binnen de Gemeenschap uit de aard der zaak effect heeft op alle lidstaten en raakt aan de belangen van partijen in verschillende lidstaten tegelijk, is een geharmoniseerde aanpak op Gemeenschapsniveau essentieel om een samenhangende toepassing te waarborgen en te garanderen dat de belangen van de gebruikers en ondernemingen in alle lidstaten worden gevrijwaard.

Aangezien de voorgestelde actie een wijziging vergt van het bestaande communautaire regelgevingskader voor elektronische communicatie, alsook de vaststelling van gemeenschappelijke tariefgrenzen voor gebruikers en exploitanten van mobiele netwerken op een niet-discriminerende basis in de gehele Gemeenschap, kunnen de doelstellingen van dit voorstel niet op een zekere, geharmoniseerde en tijdige wijze worden bereikt door de lidstaten en kunnen zij beter worden bereikt door de Gemeenschap als geheel.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel



De regelgevingsmaatregel waarvoor in het geval van dit voorstel gekozen is, houdt de kleinst mogelijke verstoring in van het commerciële optreden van de betrokken ondernemingen. Door de vaststelling van maximumtariefgrenzen op wholesale– en retail-niveau worden de concurrentievoorwaarden, rekening houdend met de doelstellingen van de verordening, zo weinig mogelijk verstoord, aangezien het de exploitanten vrij blijft staan om met elkaar te concurreren en hun aanbod te differentiëren binnen de vastgestelde grenzen. Van alle eventuele regelgevingsopties brengt de gekozen maatregel ook het kleinste risico mee van verstoring van verwante maar verschillende markten voor mobiele diensten op retail- of wholesale-niveau. Overeenkomstig de voorgestelde actie blijft de taak van monitoring en handhaving van de toepassing ook berusten bij de regelgevende instanties die in elke lidstaat bevoegd zijn voor elektronische communicatie, aangezien zij het dichtst staan bij de betrokken markten en exploitanten.

Gezien de eenvoud van het bij de voorgestelde verordening in te voeren mechanisme en het feit dat het, aangezien het via een verordening wordt ingevoerd, rechtstreeks binnen de Gemeenschap toepasselijk wordt, is de administratieve en financiële belasting voor de Gemeenschap, de nationale regeringen en de regelgevende instanties minimaal. De voorschriften in kwestie moeten niet in nationaal recht worden omgezet of ten uitvoer gelegd en het proces van toezicht op de toepassing valt onder de normale activiteiten van de nationale regelgevende instanties. Het voorstel zal zelfs de administratieve belasting van de nationale regelgevers verlichten aangezien voor hen de noodzaak wegvalt om op hun grondgebied op gezette tijden de nationale wholesale–markt voor internationale roaming via publieke mobiele netwerken te analyseren en te beoordelen.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Gezien de urgentie en hardnekkigheid van het vastgestelde probleem is een eenvoudige, doeltreffende en tijdige oplossing vereist voor de Europese consument, die op een geharmoniseerde wijze in de gehele Gemeenschap wordt toegepast zonder dat omzetting of uitgebreide tenuitvoerlegging op nationaal niveau vereist is. Een dergelijk nationaal tenuitvoerleggingsproces zou immers de impact van de maatregel in sommige lidstaten aanzienlijk vertragen, wat zou resulteren in een verstoring van de mededingingsvoorwaarden voor de aanbieders van mobiele telefonie in de verschillende lidstaten. Een verordening is daarom het enige instrument dat het mogelijk maakt de doelstelling te bereiken.

2.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

3.

Aanvullende informatie



Vereenvoudiging



Door de vervanging van de bestaande mechanismen van het huidige regelgevingskader, waarvan de toepassing op internationale roamingdiensten voor spraaktelefonie onzeker is, door een eenvoudig mechanisme dat voor alle betrokkenen transparant en voorspelbaar is, creëert het voorstel rechtszekerheid voor zowel mobiele gebruikers als marktspelers.

De voorgestelde maatregel maakt de verplichting overbodig voor de nationale regelgevende instanties om uitgebreide en ingewikkelde gegevensvergaring uit te voeren met het oog op de analyse van de nationale wholesale-markt voor internationale roaming op openbare mobiele netwerken en heft de noodzaak op voor de nationale regeringen en instanties om middelen te besteden aan de zoektocht naar alternatieve oplossingen en strategieën op nationaal niveau.

Aangezien hij voorziet in een eenvoudige en doorzichtige tariefgrens voor gereguleerde roaminggesprekken brengt de voorgestelde maatregel geen grote administratieve belasting mee voor de ondernemingen en andere betrokken partijen. Het zal bovendien niet langer noodzakelijk zijn om analyses te maken van de wholesale-markt voor internationale roaming, waardoor het proces van periodieke gegevensvergaring en raadpleging, vereist voor de beoordeling van de markt, wordt verlicht. De gegevens die nodig zijn voor de toepassing van het voorstel zijn beschikbaar bij de exploitanten en de inzameling ervan vergt dus geen extra werk.

- Herziening/intrekking

Het voorstel voorziet in een evaluatie van de verordening na twee jaar. Dit houdt in dat als de marktontwikkelingen op dat moment aantonen dat de verordening overbodig is geworden, de Commissie zal voorstellen ze overeenkomstig de beginselen van goed bestuur in te trekken.

Europese economische ruimte



De voorgestelde maatregel heeft betrekking op een EER-kwestie en moet daarom van toepassing zijn in het geheel van de Europese economische ruimte.

- Gedetailleerde toelichting van het voorstel

In artikel 1 worden het doel en de werkingssfeer van de verordening omschreven, namelijk invoering van de Europese-thuismarktaanpak voor de gebruikers van openbare mobiele telefoonnetwerken voor internationale roaming-spraaktelefoniediensten wanneer zij reizen binnen de Gemeenschap. De Europese-thuismarktaanpak heeft tot doel een hoog niveau van bescherming voor deze gebruikers tot stand te brengen door een maximumgrens vast te leggen voor de wholesale- en retail-tarieven die door de exploitanten van mobiele netwerken mogen worden aangerekend voor de levering van roamingdiensten binnen de Gemeenschap.

In artikel 2 worden de definities van de verordening gegeven. De nieuwe definities zijn: thuisaanbieder, thuisnetwerk', internationale roaming, gereguleerd roaminggesprek, roamende klant en bezocht netwerk.

Bij artikel 3 worden de maximumgrenzen vastgelegd voor de tarieven die de exploitanten van mobiele netwerken mogen aanrekenen voor de levering van gereguleerde roamingdiensten op wholesale-niveau. Het maximale wholesale-tarief voor gereguleerde roaminggesprekken, die door de roamende klant worden geïnitieerd met een bestemming in zijn/haar thuisland of in een derde land binnen de Gemeenschap, is drie keer het gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte, terwijl het maximale wholesale-tarief voor gereguleerde roaminggesprekken met een bestemming binnen het bezochte land twee keer het gemiddelde tarief voor mobiele gespreksafgifte bedraagt.

Bij artikel 4 wordt het retail-maximumtarief vastgelegd dat de thuisaanbieder aan zijn roamende klant kan aanrekenen voor het initiëren van gereguleerde roaminggesprekken. Dit bedraagt 130% van het geldende wholesale-tariefmaximum voor een dergelijk gesprek (exclusief BTW).

Krachtens artikel 5 treden de bij artikel 4 vastgestelde retail-tariefmaxima in werking na zes maanden.

Bij artikel 6 wordt het retail-maximumtarief vastgelegd dat de thuisaanbieder aan zijn roamende klant kan aanrekenen voor het ontvangen van gesprekken terwijl hij/zij reist binnen de Gemeenschap. Dit bedraagt 130% van het gemiddelde mobiele afgiftetarief als gepubliceerd overeenkomstig artikel 9 (exclusief BTW).

Artikel 7 voorziet in een grotere transparantie voor de roamingtarieven voor de consument, meer bepaald door de invoering van een verplichting voor de thuisaanbieder om zijn roamende klanten op verzoek en kosteloos informatie te verstrekken over deze tarieven via een SMS-bericht (Short Message Service) dan wel via een mobiel telefoongesprek. Bovendien worden de aanbieders van mobiele telefonie ertoe verplicht om bij het nemen van een abonnement, op gezette tijden en bij aanmerkelijke tariefwijzigingen, informatie te verstrekken over hun roaming-tarieven.

In artikel 8 worden de bevoegdheden en verplichtingen omschreven van de nationale regelgevende instanties om toe te zien op de toepassing en handhaving van de verordening op hun grondgebied.

Krachtens artikel 9 moeten de lidstaten regels vaststellen voor de sancties die zij kunnen opleggen bij inbreuken op de verordening.

In artikel 10 worden de voorschriften omschreven voor de vaststelling en bekendmaking van de gemiddelde mobiele afgiftetarieven die worden gebruikt voor de berekening van de maximumtarieven van artikel 3 en 6.

Artikel 11 bevat de wijziging die in de kaderrichtlijn moet worden aangebracht om een samenhangende toepassing van de richtlijnen die het regelgevingskader vormen en van de verordening zelf te waarborgen.

In artikel 12 wordt de termijn voor de herziening van de verordening vastgelegd.

Krachtens artikel 13 wordt de Commissie bijgestaan door een Comité voor communicatie, opgezet overeenkomstig de kaderrichtlijn.

Krachtens artikel 14 moeten de lidstaten de Commissie in kennis stellen van de gegevens betreffende hun nationale regelgevende instanties die belast zijn met de uitvoering van taken overeenkomstig de verordening.

Artikel 15 voorziet in maatregelen met het oog op de tenuitvoerlegging van de richtlijn, die moeten worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 13 bedoelde comitéprocedure.

Artikel 16 bepaalt dat de verordening in werking reedt op de dag volgende op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.