Toelichting bij COM(2007)406 - Opening van autonome tijdelijke gemeenschappelijke tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde landbouwproducten uit Zwitserland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten [1] is rechtstreeks van toepassing in de uitgebreide Europese Unie. De handelsstromen overeenkomstig de preferenties in het kader van de vorige bilaterale regelingen tussen Zwitserland en respectievelijk Bulgarije en Roemeniƫ moeten echter worden gehandhaafd. De in de bijlagen 1 en 2 van de genoemde overeenkomst vastgestelde bilaterale handelsconcessies moeten derhalve worden aangepast. In afwachting van de afronding van de bilaterale procedures voor wijziging van de overeenkomst, is er behoefte aan autonome overgangsmaatregelen om ervoor te zorgen dat het met het contingent samenhangende voordeel beschikbaar blijft.

Het proces-verbaal van overeenkomst dat op 2 mei 2007 door de vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en Zwitserland is geparafeerd, voorziet met name in concessies door de Gemeenschap voor aardbeien, snijbiet en kardoen, waarvoor contingentbeheersprocedures moeten worden goedgekeurd overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek[2].

Daarom wordt voorgesteld dat de Raad onverwijld de bijgaande autonome overgangsmaatregelen goedkeurt om nieuwe communautaire tariefcontingenten voor de invoer van aardbeien, snijbiet en kardoen van oorsprong uit Zwitserland te openen.