Toelichting bij COM(2007)483 - Wijziging van Beschikking 2003/17/EG betreffende de gelijkwaardigheid van in derde landen verrichte veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en de gelijkwaardigheid van in derde landen voortgebracht zaaizaad

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

In de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van respectievelijk zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, bietenzaad en zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen is bepaald dat de Raad moet vaststellen of in derde landen verrichte veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad voldoen aan de voorwaarden van de communautaire wetgeving en of in die landen geoogst zaaizaad gelijkwaardig is aan in de Gemeenschap voortgebracht zaaizaad.

Krachtens Beschikking 2003/17/EG van de Raad, als gewijzigd, is die gelijkwaardigheid voor dertien landen vastgesteld. Beschikking 2003/17/EG verstrijkt op 31 december 2007.

Op grond van de door de diensten van de Commissie in het Permanent Comité voor zaaizaad verzamelde informatie, die uit communautaire vergelijkende tests en proeven is verkregen, bieden deze landen nog steeds dezelfde waarborgen.

Dit voorstel betreft de verlenging van de gelijkwaardigheid tot en met 31 december 2012 voor alle in Beschikking 2003/17/EG bedoelde derde landen