Toelichting bij COM(2007)122 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 van de Raad van 13 december 2006 is in het Financieel Reglement de bepaling opgenomen dat informatie over de begunstigden van begrotingsmiddelen van de Gemeenschap moet worden bekendgemaakt, waarbij is bepaald dat de benodigde nadere regelingen moeten worden vastgesteld in het kader van de relevante sectorale verordeningen. Om uitvoering aan deze laatste verplichting te geven, moet Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid worden gewijzigd. Voorts moet een aantal hangende problemen met betrekking tot een doeltreffende toepassing van die verordening worden aangepakt.

Daarom heeft het bijgaande voorstel tot doel de volgende kwesties te regelen:

1. Bekendmaking van informatie over de begunstigden van ELGF- en ELFPO-financiering

In dit verband wordt voorgesteld de volgende beginselen te hanteren:

- wat de ELGF-uitgaven betreft, worden de ontvangen bedragen uitgesplitst tussen de rechtstreekse betalingen en de overige financiering;

- wat de ELFPO-uitgaven betreft, wordt alleen het totale bedrag aan overheidsfinanciering per begunstigde bekendgemaakt;

- de betrokken gegevens worden per begrotingsjaar achteraf bekendgemaakt;

- de bekendmaking betreft de ELFPO-uitgaven vanaf 1 januari 2007 en de ELGF-uitgaven vanaf 16 oktober 2007;

- de gegevens zullen op nationaal niveau door de lidstaten worden bekendgemaakt.

De nadere regeling dient te worden opgenomen in door de Commissie vast te stellen uitvoeringsbepalingen.

In bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie van 15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)[1] is bepaald dat vanaf 2008 door de beheersautoriteiten van de lidstaten ten minste jaarlijks, elektronisch of anderszins, moeten worden bekendgemaakt: een lijst van de begunstigden die steun ontvangen in het kader van het programma voor plattelandsontwikkeling, de namen van de betrokken concrete acties en de voor die acties toegekende bedragen aan overheidssteun. Op grond van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1995/2006 geldt nu echter een eerdere begindatum voor de bekendmaking van die gegevens, aangezien deze verordening de bekendmaking achteraf voorschrijft van degenen die in de periode vanaf 1 januari 2007 begunstigde van het genoemde Fonds zijn.

2. Verlaging en schorsing van de maandelijkse en de tussentijdse betalingen aan de lidstaten

Het huidige mechanisme van de artikelen 17 en 27 is niet adequaat genoeg voor het aanpakken van een situatie waarin essentiële onderdelen van een nationaal controlesysteem over een lange periode niet bestaan of niet doeltreffend zijn zonder dat in de onmiddellijke toekomst een oplossing beschikbaar zal zijn. Daarom wordt voorgesteld een nieuw mechanisme in te voeren dat het de Commissie mogelijk zou maken, maar niet ertoe zou verplichten, betalingen te verlagen of te schorsen. Dit mechanisme zou slechts in werking kunnen worden gesteld indien aan alle hierna genoemde voorwaarden is voldaan:

- de Commissie heeft voor dezelfde maatregel reeds twee financiële correcties om dezelfde reden opgelegd;

- een of meer essentiële onderdelen van het betrokken controlesysteem bestaan niet of zijn niet doeltreffend als gevolg van de ernstige of aanhoudende aard van de geconstateerde tekortkomingen;

- de Commissie is van mening dat de lidstaat haar aanbeveling om de situatie te verhelpen niet heeft uitgevoerd en dat hij de betrokken tekortkomingen niet in de onmiddellijke toekomst kan of zal verhelpen.

Voordat wordt verlaagd of geschorst, zou aan de lidstaat een 'waarschuwingsbrief' worden toegezonden. De beschikking zou gedurende een door de Commissie te bepalen periode gelden voor de betalingen die na die beschikking worden gedaan, zonder dat de procedure elke maand hoeft te worden herhaald.

3. Wijziging van artikel 31, lid 5, van de verordening (uitzonderingen op de zogenoemde 24-maandenregel)

Op grond van Verordening (EEG) nr. 4045/89 moeten de lidstaten bepaalde GLB-uitgaven aan nacontroles onderwerpen. Een letterlijke interpretatie van de bij artikel 31, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 vastgestelde 24-maandenregel maakt het de Commissie onmogelijk de lidstaten financiële correcties op te leggen in het geval dat deze hun verplichtingen in het kader van de eerstgenoemde verordening niet nakomen, doordat daarvoor na de door de lidstaat verrichte controles te weinig tijd overblijft. Daarom wordt voorgesteld artikel 31, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 zo te wijzigen dat de Commissie over een redelijke termijn kan beschikken om te onderzoeken of de lidstaten aan hun controleverplichtingen in het kader van Verordening (EEG) nr. 4045/89 hebben voldaan, en om zo nodig financiële correcties op te leggen.

4. Uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie op grond van artikel 42

Voorgesteld wordt dit artikel aan te passen om het de Commissie mogelijk te maken uitvoeringsbepalingen vast te stellen voor alle in Verordening (EG) nr. 1290/2005 opgenomen voorschriften. Nu in die verordening een nieuw artikel over doorzichtigheid wordt opgenomen, verdient het bovendien aanbeveling in het artikel over de uitvoeringsbevoegdheden rechtstreeks naar die doorzichtigheidsbepalingen te verwijzen om de Commissie te machtigen nadere regels voor de toepassing ervan vast te stellen.

5. Technische aanpassingen

Ten slotte wordt voorgesteld enkele kleinere technische problemen op te lossen die zijn geconstateerd en die hoofdzakelijk betrekking hebben op de samenhang tussen het financiële beheer van het ELFPO en het financiële beheer van de Structuurfondsen en op de financiering van de interventiemaatregelen in het geval dat geen bedrag per eenheid wordt vastgesteld.

Algemene context



De maandelijkse en de tussentijdse betalingen kunnen reeds op grond van de bestaande regelgeving worden verlaagd. In het licht van de specifieke situatie waarop het bijgaande voorstel betrekking heeft, is er echter aanleiding om voor een betere regeling te zorgen. Wat doorzichtigheid betreft, vereisen nieuwe ontwikkelingen in de regelgeving een aanpassing van de verordening.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



De artikelen 17, 27 en 42 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad;artikel 105, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad;artikel 30, lid 3, en artikel 53 ter van Verordening (EG) nr. 1605/2002 van de Raad.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Niet relevant omdat het voorstel in wezen betrekking heeft op de verhoudingen tussen de lidstaten en de Commissie.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Om een bestaande verordening van de Raad te wijzigen, moet een verordening van de Raad worden vastgesteld.

De andere mogelijkheden die worden genoemd, zijn niet geschikt voor dat doel omdat zij niet dezelfde rechtsgevolgen hebben.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregelen



- Invoering van regelgeving op het gebied van doorzichtigheid,

- een nieuw mechanisme om in een specifieke situatie de maandelijkse en tussentijdse betalingen van GLB-gelden aan de lidstaten te verlagen,

- een betere toepasbaarheid van financiële correcties wat de controles na de betaling betreft,

- technische aanpassingen.

Rechtsgrondslag



Artikel 37, lid 2, derde alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De wijziging met betrekking tot verlagingen maakt een procedure mogelijk die grotendeels overeenstemt met de bestaande procedures. Wat doorzichtigheid betreft, is het voorstel tamelijk eenvoudig gehouden en sluit het aan bij het akkoord tussen de lidstaten over dit onderwerp. Voor het overige zouden de wijzigingen een betere uitvoering van Verordening (EG) nr. 1290/2005 mogelijk maken.

Van een administratieve last voor de regionale en plaatselijke overheden, de marktdeelnemers en de burgers is geen sprake. De administratieve last voor de lidstaten en de Gemeenschap zal minimaal zijn en de financiële last zal niet groter zijn dan van tevoren. Doorzichtigheid vergt een extra inspanning van de lidstaten en de Gemeenschap.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: een verordening van de Raad is nodig omdat de wijzigingen een verordening van de Raad betreffen.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

4.

Aanvullende informatie



Intrekking van bestaande wetgeving



Neen.

Op te merken valt evenwel dat de Commissie een soortgelijke wijziging van artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 als een van de wijzigingen die in artikel 1, punt 8, van het bijgaande voorstel zijn opgenomen, heeft voorgesteld in haar voorstel voor een verordening van de Raad houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet, en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005[2], welk laatste voorstel dus in dit opzicht door dit nieuwe voorstel wordt vervangen.