Toelichting bij COM(2007)751 - Sluiting van een overeenkomst met Nieuw-Zeeland, met het oog op de wijziging van het WTO-tariefcontingent voor Nieuw-Zeelandse boter dat is opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan GATT 1994

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Tijdens haar overleg met Nieuw-Zeeland over het nieuwe systeem voor het beheer van de invoer heeft de Commissie te kennen gegeven dat zij zou proberen in EG-lijst CXL voor landbouwproducten het contingenttarief te verlagen en de specificaties inzake botervet te wijzigen en dat zij over deze wijzigingen zou onderhandelen overeenkomstig lid 6 van het Memorandum van Overeenstemming betreffende de interpretatie van artikel XXVIII van GATT 1994.

2. Op 14 mei 2007 heeft de Raad de Commissie gemachtigd de WTO in kennis te stellen van het voornemen van de Europese Gemeenschap om het WTO-tariefcontingent voor Nieuw-Zeelandse boter van de tariefposten 0405 10 11, 0405 10 19 en 0405 10 30 dat is opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan de GATT-overeenkomst, te wijzigen. Bijgevolg heeft de Europese Gemeenschap de WTO op 3 augustus 2007 in kennis gesteld van haar voornemen om het in EG-lijst CXL opgenomen WTO-tariefcontingent voor Nieuw-Zeelandse boter te wijzigen.

3. De Commissie heeft in overleg met het bij artikel 133 van het Verdrag ingestelde comité onderhandelingen gevoerd aan de hand van de door de Raad vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren.

4. De Commissie heeft onderhandeld over een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling met Nieuw-Zeeland.

De briefwisseling is door de Commissie geparafeerd op … november 2007.

5. In dit voorstel wordt de Raad verzocht de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland goed te keuren. Zodra de Raad dit besluit heeft goedgekeurd, zal de Commissie de in EG-lijst CXL aan te brengen wijzigingen melden bij de WTO.