Toelichting bij COM(2007)134-1 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst met de Verenigde Arabische Emiraten inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2007)134-1 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst met de Verenigde Arabische Emiraten inzake bepaalde aspecten ... |
---|---|
bron | COM(2007)134 |
datum | 23-03-2007 |
Motivering en doel van het voorstel
Ingevolge de arresten van het Hof van Justitie in de zogenoemde 'Open Skies'-zaken heeft de Raad de Commissie op 5 juni 2003 een mandaat verleend om onderhandelingen met derde landen te beginnen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande overeenkomsten door een communautaire overeenkomst[1] (het 'horizontale mandaat'). Deze overeenkomsten hebben ten doel alle communautaire luchtvaartmaatschappijen niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de Gemeenschap en derde landen te verlenen en bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht.
Algemene context
De internationale luchtvaartrelaties tussen lidstaten en derde landen worden traditiegetrouw vastgelegd in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen, in bijlagen bij deze overeenkomsten en in aanverwante bilaterale of multilaterale regelingen. Lidstaten overtreden het Gemeenschapsrecht wanneer zij traditionele clausules betreffende de aanwijzing van luchtvaartmaatschappijen opnemen in hun bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten. Dergelijke clausules verlenen een derde land het recht om de machtigingen en vergunningen van een luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken of op te schorten wanneer deze maatschappij door een lidstaat is aangewezen, hoewel ze niet in substantiële mate in handen is van en daadwerkelijk wordt gecontroleerd door deze lidstaat of onderdanen ervan. Dit wordt beschouwd als discriminatie van communautaire luchtvaartmaatschappijen die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd maar die in handen zijn van en gecontroleerd worden door onderdanen van andere lidstaten. Dit is in strijd met artikel 43 van het Verdrag, dat onderdanen van een lidstaat die hun recht op vrijheid van vestiging uitoefenen, garandeert dat ze in de ontvangende lidstaat dezelfde behandeling krijgen als de onderdanen van die lidstaat. Ook andere aspecten, zoals de belasting van vliegtuigbrandstof of de door luchtvaartmaatschappijen uit derde landen op intracommunautaire luchtroutes gehanteerde tarieven, moeten in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht worden gebracht door bestaande bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen te wijzigen of aan te vullen.
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
De bepalingen van de overeenkomst vervangen de bestaande bepalingen in de bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Verenigde Arabische Emiraten, of zijn een aanvulling daarop.
Samenhang met andere beleidsgebieden en doelen van de EU De overeenkomst zal een fundamentele doelstelling van het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap dienen door bestaande bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht.
Inhoudsopgave
Raadpleging van belanghebbende partijen
Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten
Zowel de lidstaten als de sector zijn tijdens de hele duur van de onderhandelingen geraadpleegd.
Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden
Met de opmerkingen die de lidstaten en de sector hebben gemaakt, is rekening gehouden.
Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het 'horizontale mandaat', heeft de Commissie met de Verenigde Arabische Emiraten onderhandeld over een overeenkomst ter vervanging van sommige bepalingen in de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Verenigde Arabische Emiraten. Artikel 2 van deze overeenkomst vervangt de traditionele aanwijzingsclausules door een communautaire aanwijzingsclausule, waardoor alle communautaire luchtvaartmaatschappijen gebruik kunnen maken van het vestigingsrecht. Artikel 3 van de overeenkomst heeft betrekking op veiligheid in het kader van de communautaire aanwijzing. Artikel 4 heeft betrekking op de belasting van vliegtuigbrandstof, een kwestie die geharmoniseerd is bij Richtlijn 2003/96/EG van de Raad tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit, en met name artikel 14, lid 2. Bij artikel 5 (Prijs) worden strijdigheden weggenomen tussen de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten en Verordening (EEG) nr. 2409/92 van de Raad inzake tarieven voor luchtdiensten, die luchtvaartmaatschappijen uit derde landen verbiedt een dominerende rol te spelen bij het vaststellen van de tarieven voor luchtvervoersdiensten die volledig binnen de Gemeenschap plaatsvinden. Artikel 6 heeft betrekking op het oplossen van potentiële conflichten met de EG-mededingingsregels.
Rechtsgrondslag
Artikelen 80, lid 2, en 300, lid 2, van het EG-Verdrag.
Subsidiariteitsbeginsel
Het voorstel is geheel gebaseerd op het door de Raad verleende 'horizontale mandaat', rekening houdend met de onder het Gemeenschapsrecht en bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten vallende aspecten.
Evenredigheidsbeginsel
Bij de overeenkomst worden bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten slechts in zoverre gewijzigd of aangevuld als nodig is om deze in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht.
Keuze van instrumenten
De overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Verenigde Arabische Emiraten is het meest efficiënte instrument om alle bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Verenigde Arabische Emiraten in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht.
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.
Vereenvoudiging
Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van de wetgeving.
De desbetreffende bepalingen van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en de Verenigde Arabische Emiraten worden vervangen of aangevuld door in één enkele communautaire overeenkomst ondergebrachte bepalingen.
Nadere uitleg van het voorstel, per hoofdstuk of per artikel
Overeenkomstig de standaardprocedure voor de ondertekening en sluiting van internationale overeenkomsten wordt de Raad verzocht de besluiten inzake de ondertekening en toepassing en inzake de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Arabische Emiraten inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten goed te keuren en de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen.
1. Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Arabische Emiraten inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,
Gezien het voorstel van de Commissie[2],
Overwegende hetgeen volgt:
De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen onderhandelingen te beginnen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen onderhandelingen te beginnen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Verenigde Arabische Emiraten onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.
Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de overeenkomst die op basis van de door de Commissie gevoerde onderhandelingen tot stand is gekomen, te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast,
BESLUIT:
Enig artikel
1. Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip wordt de voorzitter van de Raad gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) namens de Europese Gemeenschap de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Arabische Emiraten inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten te ondertekenen.
2. In afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst komen de partijen overeen deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. De voorzitter van de Raad verricht de in artikel 9, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.
3. De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter