Toelichting bij COM(2006)343 - Machtiging tot sluiting van de overeenkomst voor het verlengen en wijzigen van de overeenkomst inzake onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten op het gebied van intelligente productiesystemen (IMS) tussen de EG en Australië, Canada, de EVA-landen Noorwegen en Zwitserland, Korea, Japan en de VS

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bij Besluit 1997/378/EG van 27.01.1997 heeft de Raad de Overeenkomst gesloten voor wetenschappelijke en technische samenwerking op het gebied van intelligente productiesystemen (IMS) tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, Japan, Australië, Canada en de EVA-landen Noorwegen en Zwitserland. De overeenkomst nam de vorm aan van een briefwisseling waarin de gemeenschappelijke overeenstemming over de beginselen van de samenwerking werd vastgelegd; details werden aangehecht in de vorm van een referentiekader voor IMS[1]. Bij Besluit 2001/421/EG van 28 mei 2001 heeft de Republiek Korea zich aangesloten bij de IMS-Overeenkomst. De IMS-Overeenkomst werd gesloten voor 10 jaar en verstreek in april 2005, en de Commissie had om een onderhandelingsmandaat verzocht voor het verlengen en wijzigen van de overeenkomst. Bij Besluit van de Raad van 29 november 2005 werd de Commissie gemachtigd om met Australië, Canada, de EVA-landen Noorwegen en Zwitserland, Korea, Japan en de Verenigde Staten van Amerika te onderhandelen over de verlenging en wijziging van de overeenkomst. De resultaten van deze onderhandelingen zijn volledig in overeenstemming met het onderhandelingsmandaat. Zij werden geïntegreerd in het aan het Raadsbesluit gehechte referentiekader voor een regeling voor internationale samenwerking op het gebied van geavanceerde productie.

Opmerkenswaardig is dat het bestuur en de activiteiten van IMS werden verbeterd zoals vastgesteld in het onderhandelingsmandaat. Met name

1. Werd publiek-privaat partnerschap ingesteld voor het bestuur van IMS. Dat de industrie leiding geeft in het IMS-bestuur is feitelijk niet langer vereist. Dit is een belangrijke wijziging die nodig was geworden aangezien de industrie alleen niet de kritieke massa en middelen kon mobiliseren voor de financiering van collaboratief onderzoek. Daarom zal de toekomstige deelname van relevante overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor onderzoeksbeleid ter ondersteuning van de productie-industrie, in partnerschap met vertegenwoordigers uit de private industrie, zeker bijdragen tot een meer coherente IMS-regeling met een grotere projectportefeuille.

2. De budgettaire principes voor IMS werden afgestemd op de eisen van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen. Anders zou de Commissie niet kunnen meewerken aan het interregionaal secretariaat van IMS dat gefinancierd wordt uit de bijdragen van alle ondertekenaars van de IMS-Overeenkomst.

3. Andere opmerkenswaardige aspecten van deze verlenging van de IMS-Overeenkomst hebben betrekking op de interne betrekkingen tussen de Raad en de Commissie, met name de vorm van de overeenkomst en de machtiging van de Commissie om het interregionaal secretariaat van IMS te beheren.

- De vorm van de oorspronkelijke IMS-Overeenkomst (briefwisseling) wordt behouden, aangezien hij geschikt is voor dit soort internationale samenwerking met gesloten beurzen. Met het oog op deze uitwisseling wordt het referentiekader met details over deze regeling voor internationale samenwerking op het gebied van geavanceerde productie aan de afzonderlijke brieven gehecht.

- Dit IMS-referentiekader bepaalt dat het voorzitterschap van het IMS-bestuur rouleert onder de ondertekenaars van de overeenkomst. De voorzitter is verantwoordelijk voor het opzetten en beheren van het interregionaal secretariaat van IMS dat ten dienste staat van alle IMS-deelnemers. De Gemeenschap kon echter, wegens het ontbreken van een rechtsgrondslag in Besluit 1997/378/EG van de Raad van 27.01.1997, het interregionaal secretariaat niet opzetten en diende bijgevolg het voorzitterschap te weigeren. Om deze taak in het kader van de IMS-Overeenkomst te vervullen, bepaalt het ontwerp-besluit van de Raad dat de Europese Gemeenschap onderdak kan bieden aan het interregionaal IMS-secretariaat in Europa.

4. De deelnemers evalueren de regeling om de 5 jaar om te bepalen of deze moet worden voortgezet, gewijzigd of beëindigd. Een deelnemer kan altijd het lidmaatschap opzeggen voorzover hij daar de andere deelnemers 12 maanden op voorhand van op de hoogte brengt.

5. Jaarlijkse bijdragen (ontvangsten) door alle andere ondertekenaars van de IMS-Overeenkomst vormen bestemmingsontvangsten in overeenstemming met art. 18, lid 1, onder d, van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.