Toelichting bij COM(2004)477 - Tenuitvoerlegging van de stationeringsfase en de exploitatiefase van het Europees programma voor radionavigatie per satelliet

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1) GALILEO : een strategisch programma voor de Europese Unie


Het GALILEO-programma heeft tot doel de eerste specifiek voor civiele doeleinden ontworpen wereldinfrastructuur voor radionavigatie en positionering per satelliet te installeren. Het programma heeft een technologische, politieke èn economische dimensie. Bij de ontwikkeling van radionavigatie per satelliet met haar door alle ramingen bevestigde groeipotentieel gaat het om alle sectoren van de economie en alle geledingen van onze samenleving. De markten waarop deze technologie verhandeld wordt groeien jaarlijks met 25% en verwacht mag worden dat er in 2020 zo'n drie miljard ontvangers in bedrijf zullen zijn. Alleen al met GALILEO zouden er uiteindelijk ca. 100.000 arbeidsplaatsen worden gecreëerd.


Door de Europese investeringen in GALILEO en de commerciële exploitatie hiervan wordt tevens in belangrijke mate bijgedragen aan de tenuitvoerlegging van het Europese ruimtebeleid en -programma als beschreven in het Witboek over het toekomstige Europese ruimtevaartbeleid[1] en geregeld in het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa[2].


Radionavigatie per satelliet past volmaakt binnen het kader van het vervoersbeleid, zoals dit wordt opgevoerd in het desbetreffende Witboek[3] van de Commissie, met name wat betreft bevrachting, infrastructuurtarifering en verkeersveiligheid. Het is nu al zo dat deze technologie haar intrede in het dagelijkse leven van de Europese burger heeft gemaakt; denk maar automobielelektronica, mobiele telefoons, elektronisch bankieren en civiele beveiligingssystemen; hierdoor wordt aan het GALILEO-programma een extra ' burgerlijke ' dimensie meegegeven. Ook zij hier gewezen op de Europese dimensie en de communautaire meerwaarde van GALILEO, daar geen enkele lidstaat de wens te kennen heeft gegeven zich alleen aan een dergelijk project te wagen.


Het Europees Parlement heeft dit programma voortdurend gesteund. In de resolutie die het op 29 januari 2004 heeft aangenomen, benadrukte het Parlement het grote belang dat gehecht wordt aan GALILEO voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven, het vervoer, de technologie en het milieubeleid van de Europese Unie, alsmede voor de verwezenlijking van het te Lissabon vastgestelde strategische doel, nl. de Unie tot de meest concurrentiekrachtige en dynamische economie ter wereld te maken.


Zijnerzijds stelde de Raad in juli 1999 dat de invoering van een systeem voor radionavigatie per satelliet voor civiel gebruik het ons mogelijk zal maken een hogere mate van onafhankelijkheid te bereiken in een van de meest belangrijke sleuteltechnologieën en dat het Europese bedrijfsleven met de perfectionering van een satellietnavigatiesysteem voor civiele doeleinden mogelijkheden in handen krijgt om zijn kennis en capaciteiten te vergroten en op grote schaal profijt te trekken van de kansen die deze op de toekomst gerichte technologie te bieden heeft. Sindsdien hebben de Raad en de Europese Raad herhaaldelijk gewezen op de strategische betekenis van dit programma en hebben zij de Commissie gevraagd alle nodige maatregelen te nemen om dit ten uitvoer te leggen.


Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft eveneens zijn steun aan het programma betuigd. In de conclusies van diens verslag van [ ] juni 2004 over de stand van uitvoering van het GALILEO-programma heeft het opnieuw gewezen op het grote strategische belang van het GALILEO-project voor de Europese Unie en de toekomst van haar ruimtevaartsector.


GALILEO is een van de grote infrastructuurprojecten die worden genoemd in de Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 10 februari 2004[4] met als titel ' Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst - Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013'. Het komt ook aan de orde als prioritair project in het door de Commissie voorgestelde en door de Europese Raad onderschreven groei-initiatief.


2) De financiering van de verschillende fasen van het programma.


1.

Het programma omvat onderstaande vier opeenvolgende fasen:



- een definitiefase, die van 1999 tot 2001 heeft geduurd, tijdens welke de architectuur van het systeem[5] het ontworpen en de aan te bieden diensten zijn vastgesteld;


- een ontwikkelings- en valideringsfase, van 2002 tot 2005, welke de ontwikkeling omvat van de satellieten en de aardcomponenten van het systeem, alsook de validering na het in omloop brengen;


- een stationeringsfase, die de twee jaren 2006 et 2007 bestrijkt, met de bouw en de lancering van de satellieten, alsmede de volledige installatie van de aardcomponenten van de infrastructuur;


- een commerciële exploitatiefase, die in 2008 een aanvang zal nemen en het beheer van het systeem, alsmede het onderhoud en de voortdurende perfectionering ervan omvat.


De definitiefase en de ontwikkelingsfase vormen het aan onderzoek gewijde gedeelte van het programma. Voor de uitvoering van de ontwikkelingsfase van het programma, is, bij een verordening van de Raad van 21 mei 2002[6] een gemeenschappelijke onderneming met de naam ' GALILEO ' opgericht. Verder is het zo dat het GALILEO-programma van meet af aan in aanzienlijke mate uit de communautaire begroting is gefinancierd. De definitiefase is voornamelijk door het vijfde KP voor onderzoek en ontwikkeling bekostigd. De financiële participatie van de Gemeenschap is groter geworden met de ontwikkelingsfase en de valideringsfase, waarvoor 550 miljoen euro wordt uitgetrokken, die uit de begroting voor de Trans-Europese netwerken afkomstig is. Hierbij komt dan nog eenzelfde investering van de lidstaten van het Europees Ruimteagentschap, welke voor het merendeel ook lidstaten van de Europese Unie zijn. Het zesde KP voor O&O draagt in deze fase eveneens bij, en wel ten belope van 100 miljoen euro.


Om de continuïteit van het programma te verzekeren, moet de Commissie zorgen voor de financiering van de stationeringsfase en de exploitatiefase, waarvoor met name in een communautaire bijdrage wordt voorzien.


De kosten van de stationeringsfase worden op2,1 miljard euro geraamd. Dit bedrag zou voor een groot deel door de particuliere sector moeten worden opgebracht. En de Raad heeft er dan ook, sinds 2001, herhaalde malen op gewezen dat de privé-sector in belangrijke mate tot de financiering van het project moet bijdragen[7]. Meer in het bijzonder is de Raad, in zijn tijdens de vergadering van 25 en 26 maart 2002 goedgekeurde conclusies, met betrekking tot de financiering van de stationeringsfase overeengekomen te zullen ijveren voor een verdeelsleutel waarbij maximaal een derde uit de communautaire begroting komt en minimaal twee derde door de particuliere sector wordt verschaft. Aldus zou minstens 1,4 miljard euro uit de privé-sfeer moeten komen en zou de rest, een 700 miljoen euro, door de overheidssector worden gefinancierd. Dientengevolge zou de communautaire bijdrage tot de financiering van de stationeringsfase in het kader van de nieuwe financiële vooruitzichten, rekening houdend met de reeds in het kader van de huidige financiële vooruitzichten geplande financieringen, [500] miljoen euro belopen.


De financiering van de exploitatiefase, welke in 2008 van start gaat, zal geheel door de particuliere sector worden gedragen. Niettemin zal het, rekening houdend met de bijzondere aard van de markt voor radionavigatie per satelliet en de hiermee verband houdende diensten, alsook met de garantie dat deze ter beschikking van de openbare sector worden gesteld, noodzakelijk zijn gedurende de eerste jaren van de exploitatiefase in een uitzonderlijke extra financiering door de overheid te voorzien. In zijn bij de vergadering van 25 en 26 maart 2002 goedgekeurde conclusies en tijdens de vergadering van 8 en 9 maart 2004 heeft de Raad trouwens uitdrukkelijk voorzien in de inschakeling van communautaire fondsen voor de financiering van de exploitatiefase. Het precieze bedrag van de communautaire bijdrage zal pas bekend zijn na afloop van de onderhandelingen over de concessieovereenkomst[8], welke in 2005 zullen worden voortgezet. Maar toch is het, in het licht van de resultaten van de in 2001 verrichte studie van PricewaterhouseCoopers, waarbij in het bijzonder de kosten/batenverhouding voor het project aan de orde komt, redelijk in het kader van de nieuwe financiële vooruitzichten een bedrag van zo'n [500] miljoen euro te begroten.


3) De institutionele opzet van de stationeringsfase en de exploitatiefase.


Institutioneel gezien zijn de stationeringsfase en de exploitatiefase geheel anders van opzet dan de ontwikkelingsfase. Gedurende deze beide fasen worden de bouw en vervolgens het beheer van het systeem toevertrouwd aan een particuliere concessiehouder, die onder controle staat van de toezichtautoriteit, een communautair agentschap dat als concessieverlenende instantie optreedt. Men heeft hier voor een concessie gekozen omdat dit de meest geschikte oplossing bleek om het welslagen van het programma in het kader van een openbaar/particulier partnerschap te verzekeren.


De toezichtautoriteit wordt ingesteld bij Verordening van de Raad nr. ___ /2004 van ___ 2004 inzake de beheersstructuren van het Europees programma voor radionavigatie per satelliet. Zij zal gedurende de eerste helft van 2005 worden geïnstalleerd. Zij heeft tot taak toe te zien op het beheer van de openbare belangen in verband met het Europese programma voor radionavigatie per satelliet en functioneert als concessieverlenende instantie ten overstaan van de toekomstige concessiehouder. Onder haar taakomschrijving valt ook het beheer van de aan het Europese programma voor radionavigatie per satelliet toewezen middelen, alsmede het toezicht op het financieel beheer van deze programma's om te bereiken dat de overheidsmiddelen op een optimale wijze worden aangewend. Bovendien is de toezichtautoriteit belast met de uitvoering van begrotingstaken die haar door de Commissie krachtens artikel 54, lid 2, onder b), van het op de begroting van de Europese Gemeenschappen van toepassing zijnde Financieel Reglement worden toegewezen. De instelling van de toezichtautoriteit en het feit dat deze instantie belast is met het beheer van de aan het Europese programma voor radionavigatie per satelliet toegewezen middelen, komen neer op een vorm van externalisering die in de richting gaat van het beleid van vereenvoudiging van de beheersmethoden dat de Commissie zich tot doel heeft gesteld.


Er zij op gewezen dat de raad van bestuur, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en de Commissie, over uitgebreide bevoegdheden beschikt om de begroting vast te stellen, op de uitvoering hiervan toe te zien, het werkprogramma en passende financiële maatregelen goed te keuren en om transparante besluitvormingsprocedures in te voeren, ten einde de toezichtautoriteit in de gelegenheid te stellen haar taken naar behoren uit voeren. Voorts zijn de activiteiten van de toezichtautoriteit aan de controle van de Rekenkamer onderworpen.


De particuliere concessiehouder wordt aangewezen na afloop van een door de gemeenschappelijke onderneming GALILEO georganiseerde aanbestedingsprocedure. Het concessiecontract zal in 2005 worden ondertekend. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van Verordening nr. ___/2004, is de toezichtautoriteit eigenares van systeem en blijft de eigendom ervan volledig openbaar: alleen de bouw en het beheer van het systeem zullen gedurende een beperkte tijdspanne aan de concessiehouder worden toevertrouwd.


4) Hoe de overheidsfinanciering van de stationeringsfase en de exploitatiefase in haar werk gaat.


Uit het bovenstaande komt naar voren dat er op de communautaire begroting een bedrag van [1 miljard] euro moet worden uitgetrokken voor de financiering van de stationeringsfase en de exploitatiefasevan GALILEO in het tijdvak van 2007 tot 2013. Deze som wordt uitbetaald aan de toezichtautoriteit, welke hiervan overeenkomstig de voornoemde bepalingen van Verordening nr.___/2004 gebruik zal maken. Dit bedrag zou niet mogen worden opgevoerd op een der onderdelen van de begroting voor onderzoek of de Trans-Europese vervoersnetten, maar zou afkomstig moeten zijn uit een speciaal voor de stationeringsfase en de exploitatiefasevan GALILEO gecreëerde begrotingslijn, en dit om de volgende redenen:


- Het programma is thans tot volle wasdom gekomen en is van een omvang die zich ver uitstrekt buiten de beleidssectoren waarbinnen de Commissie zich beweegt, vooral wat betreft onderzoek en innovatie, vervoer, telecommunicatie, enz. Tevens vormt het een van de voornaamste resultaten van het toekomstige Europese ruimtevaartprogramma, als vermeld in het Witboek over het Europese ruimtevaartbeleid.


- De onder het programma vallende acties zijn van een dergelijke omvang dat transparantie, een strikt begrotingsbeleid en een nauwgezet toezicht op de uitvoering van het programma geboden zijn.


- Het is belangrijk dat de institutionele opzet en de begrotingsregeling duidelijk, coherent en ondubbelzinnig zijn voor de concessiehouder van het systeem, aan wie de Gemeenschap harerzijds vergelijkbare eisen op het stuk van transparantie en degelijkheid stelt.


Met nadruk moet worden gesteld dat de financiering van het GALILEO-programma uit de communautaire begroting in de tijd beperkt zal zijn, en dat de door de exploitatie van het systeem gegenereerde commerciële opbrengsten uiteindelijk het financiële evenwicht ervan zouden moeten verzekeren. Deze inkomsten zouden zelfs voldoende moeten zijn om in de perfectionering en vernieuwing van het systeem te kunnen voorzien. Wat dit betreft, omvat het financieringsplan voor de stationeringsfase en de exploitatiefase, naast de middelen uit decommunautaire begroting, nog drie door de naar het concessiehouderschap dingende consortia beschreven voordelen.


In de eerste plaats profiteert de concessiehouder van de diverse diensten die door het GALILEO-systeem worden gegenereerd.


In de tweede plaats zal de concessiehouder in het kader van de concessieovereenkomst door de toezichtautoriteit in het genot worden gesteld van de vergunningen voor en de intellectuele-eigendomsrechten over de verschillende onderdelen van het systeem.


In de derde plaats heeft de Europese Investeringsbank zich in gunstige zin uitgesproken over de toekenning van leningen. Wat dit betreft, hoeft het geen betoog meer hoe belangrijk het is te kunnen beschikken over langlopende leningen met een zodanige respijttermijn dat de aflossing pas een aanvang neemt wanneer het systeem commercieel levensvatbaar wordt.


Wat voorts de van overheidswege te verstrekken middelen betreft, moet worden vermeld dat verscheidene derde landen, waaronder met name China, Israël en India, voornemens zijn in het kader van samenwerkingsovereenkomsten een financiële bijdrage te leveren.


5) Conclusies.


GALILEO is thans een volwassen programma, dat al lang niet meer als een gewoon onderzoekproject kan worden beschouwd. Dit programma dient nu een op een specifiek juridisch instrument te worden gestoeld, dat meer aan zijn behoeften voldoet en zo goed mogelijk beantwoordt aan de noodzaak van een goed financieel beheer. Derhalve is een communautaire verordening nodig om te bewerkstelligen dat de verschillende fasen van het programma volgens de hierboven beschreven modaliteiten kunnen worden geïmplementeerd.