Toelichting bij COM(2006)636 - Verbod op de uitvoer voor en de veilige opslag van metallisch kwik - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2006)636 - Verbod op de uitvoer voor en de veilige opslag van metallisch kwik. |
---|---|
bron | COM(2006)636 |
datum | 26-10-2006 |
1.1 Doelstellingen
Het voorstel is er overeenkomstig de acties 5 en 9 in de strategie van de Gemeenschap voor kwik op gericht de uitvoer van metallisch kwik uit de Gemeenschap te verbieden en ervoor te zorgen dat dit kwik niet opnieuw op de markt komt en veilig wordt opgeslagen. De fundamentele doelstelling is dat de toevoeging van nieuwe hoeveelheden kwik aan het 'mondiale depot' van reeds uitgestoten kwik wordt beperkt.
Algemene context
Op 28 januari 2005 heeft de Commissie de mededeling aan de Raad en het Europees Parlement over een strategie van de Gemeenschap voor kwik vastgesteld[1]. In deze strategie komen alle aspecten van de levenscyclus van kwik aan de orde. Er worden 20 acties voorgesteld en twee daarvan worden met dit voorstel uitgevoerd.
In actie 5 wordt gesteld: " Als proactieve bijdrage tot een voorgestelde op wereldwijde schaal georganiseerde aanpak om geleidelijk een eind te maken aan de primaire productie van kwik en te voorkomen dat overschotten opnieuw op de markt worden gebracht, …, is de Commissie van plan een voorstel in te dienen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 304/2003 teneinde de uitvoer van kwik uit de Gemeenschap in de periode tot 2011 geleidelijk stop te zetten. "
In actie 9: ' De Commissie zal maatregelen nemen om te werken aan de opslag van kwik uit de chloor/alkali-industrie volgens een tijdschema dat in overeenstemming is met de beoogde geleidelijke stopzetting van de uitvoer van kwik in de periode tot 2011. In eerste instantie zal de Commissie nagaan wat de mogelijkheden zijn om tot afspraken met de industrie te komen. '
Op 24 juni 2005 heeft de Raad zijn conclusies over de strategie voor kwik vastgesteld. De Raad toonde zich verheugd over de mededeling van de Commissie en onderstreepte ' het belang van het voorstel om de uitvoer van kwik uit de Gemeenschap geleidelijk stop te zetten '. Tevens verzocht hij de Commissie " zo spoedig mogelijk actie te ondernemen … en de nodige voorstellen in te dienen ' voor ' het geleidelijke staken van de uitvoer van kwik uit de Gemeenschap en maatregelen om het veilige opslaan of verwijderen van kwik afkomstig uit onder meer de chlooralkali-industrie te bevorderen, volgens een tijdspad dat beantwoordt aan het voorgenomen geleidelijke staken van de uitvoer van kwik ".
Op 14 maart 2006 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen waarin de strategie met instemming wordt begroet en " de betekenis van een proactief voorstel van de Commissie om de uitvoer van metaalkwik … uit de Unie geleidelijk te beëindigen ' wordt beklemtoond en de Commissie wordt verzocht ' met voorstellen voor wettelijk bindende maatregelen te komen teneinde te garanderen dat alle kwik die uit de chlooralkali-industrie komt … op veilige plekken wordt opgeslagen ".
Er dient te worden benadrukt dat dit voorstel, dat niet bedoeld is om andere acties dan actie 5 en 9 uit de strategie uit te voeren, desalniettemin in een bredere context kadert. Om de algehele doelstelling te verwezenlijken dat de blootstelling aan kwik op mondiale schaal wordt teruggedrongen, zijn aanvullende maatregelen op internationaal niveau nodig. Een eerste mondiaal kader voor acties op het gebied van kwik is het in 2003 vastgestelde programma voor kwik van het UNEP[2]. In zijn besluit van 2005 over het beheer van chemische stoffen in heeft de Raad van beheer overheden, de particuliere sector en internationale organisaties verzocht onmiddellijke maatregelen te nemen om het risico voor de gezondheid van de mens en het milieu dat kwik in producten en productieprocessen op mondiale schaal oplevert, te beperken, bijvoorbeeld door te overwegen de primaire productie van kwik en het in de handel brengen van kwikoverschotten aan banden te leggen[3]. Het voorstel sluit naadloos aan bij dit verzoek.
De Commissie zal haar activiteiten op internationaal gebied verder uitbreiden door op 26 en 27 oktober 2006, ruim vóór de Raad van beheer van het UNEP van 2007, in Brussel een mondiale conferentie over vraag en aanbod van kwik te organiseren. Dit is een gelegenheid om te zoeken naar mogelijkheden om op mondiale schaal vorderingen te boeken en naar gemeenschappelijke belangen met derde landen die in het onderhandelingsproces van de Raad van beheer kunnen worden ingebracht.
Onder punt 1.3 wordt ingegaan op maatregelen voor kwikhoudende producten die binnen de EU al parallel opgestart zijn. Er zal worden gewerkt aan verdere maatregelen om het complexe probleem van het gebruik van kwik bij kleinschalige goudwinning, met name in ontwikkelingslanden, aan te pakken. Op dit gebied zullen waarschijnlijk andere beleidsmaatregelen nodig zijn dan een verordening van het Parlement en de Raad.
De EU heeft tijdens de 23e vergadering van de Raad van beheer in 2005 al gesignaleerd dat er een juridisch bindend instrument voor kwik op mondiale schaal moet komen. Dit onderwerp staat nog steeds op de agenda en zal tijdens de 24e vergadering van de Raad van beheer in februari 2007 opnieuw worden besproken. De Commissie zal een actieve bijdrage leveren tot de totstandkoming van een gezamenlijk standpunt van de Gemeenschap.
Dit voorstel zal een significante bijdrage leveren tot de mondiale doelstelling om de blootstelling aan kwik te beperken, maar moet geen autonome maatregel blijven. Om alle vruchten van dit initiatief te kunnen plukken moet het met verdere internationale maatregelen worden aangevuld.
1.3 Bestaande communautaire maatregelen
In de uitgebreide effectbeoordeling die als bijlage bij de mededeling van de Commissie over een strategie van de Gemeenschap voor kwik is opgenomen, is op blz. 116 e.v. een volledig overzicht opgenomen van de huidige en verwachte wetgeving en beleidsmaatregelen van de Gemeenschap op het gebied van kwik en kwikverbindingen. Aan deze lijst moeten twee recente rechtsinstrumenten worden toegevoegd:
- Richtlijn 2006/11/EG betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd[4], waarin ook kwik en kwikverbindingen zijn opgenomen;
- de Commissie heeft op 21 februari 2006 een voorstel vastgesteld voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG wat betreft de beperking van het op de markt brengen van bepaalde kwikhoudende meettoestellen[5]. Dit voorstel levert al een bijdrage tot de uitvoering van de strategie voor kwik (actie 7).
Hoofdstuk 5.3 van de effectbeoordeling bij dit voorstel bevat een volledig overzicht van de wetgeving van de Gemeenschap die beperkingen invoert voor producten die kwik bevatten.
Tot op heden is er geen wetgeving voor de uitvoer van kwik uit de Gemeenschap of voor de opslag van kwik. Verordening (EG) nr. 304/2003 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen[6] vermeldt kwikhoudende cosmetische zeep in bijlage V met de chemische stoffen en artikelen waarvoor een uitvoerverbod geldt.
Een chemische stof of artikel kan alleen in de bijlage worden opgenomen als het gebruik daarvan in de Gemeenschap voor de bescherming van de volksgezondheid of het milieu is verboden (artikel 14, lid 2). Voor het gebruik van kwik gelden in de Gemeenschap strikte beperkingen , maar het is niet verboden en ook in de toekomst zullen er nog enkele toepassingen overblijven. Het zou geen goede zaak zijn als het gebruik van artikel 14, lid 2, voor chemische stoffen en artikelen waarvoor alleen strikte beperkingen gelden, mogelijk zou worden gemaakt, omdat dan de uitvoer van een onbeperkt aantal stoffen zou kunnen worden verboden. Het is de bedoeling dat het toepassingsgebied van het voorgenomen uitvoerverbod beperkt blijft tot metallisch kwik en dat er geen precedent voor andere stoffen wordt geschapen. Daarom is Verordening nr. 304/2003 niet de juiste rechtsgrondslag voor een uitvoerverbod voor kwik en heeft de Commissie voor een apart instrument gekozen.
Voorzover kwik als afval wordt beschouwd, valt het binnen de werkingssfeer van bestaande communautaire wetgeving voor afval: Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen, Verordening (EEG) nr. 259/93 over het vervoer van afval en, gelet op de ruime definitie van 'stortplaats' in artikel 2, onder g), Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen. Dezelfde rechtsinstrumenten zijn van toepassing op afval dat kwik bevat. Aangezien deze verordening bedoeld is om enkele aanvullende voorschriften voor de behandeling van kwik in te voeren, ongeacht of het als afval wordt beschouwd, moeten deze onderdelen van het milieu- acquis van toepassing blijven met als enige uitzondering de bepalingen die de opslag van metallisch kwik onmogelijk maken.
Metallisch kwik is bij normale temperatuur en druk vloeibaar. In Richtlijn 1999/31/EG van de Raad betreffende het storten van afvalstoffen[7] wordt bepaald dat vloeibaar afval niet op een stortplaats mag worden geaccepteerd (artikel 5, lid 3, onder a)). Daarnaast worden in Beschikking 2003/33/EG van de Raad tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen grenswaarden voor uitloging vastgesteld die niet voor het storten van metallisch kwik dienen te gelden. Daarom wordt in de verordening verduidelijkt dat de voorgenomen opslag verplichting niet strijdig is met dit verbod en de grenswaarden wanneer het op te slaan metallisch kwik als afval wordt beschouwd.
1.4 Verenigbaarheid met andere beleidsmaatregelen en voorschriften
De voorgestelde verordening is een aanvulling op de bestaande communautaire beleidsmaatregelen en wetgeving op het gebied van de bestrijding van industriële verontreiniging, chemische stoffen (inclusief het REACH-voorstel), bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers en afvalbeheer. Het voorstel is ook verenigbaar met beleidsdoelstellingen op mondiaal niveau, met name het programma voor kwik van het UNEP.
Er moet met name worden opgemerkt dat de toepassing van Richtlijn 96/61/EG inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging[8] tot de geleidelijke eliminatie van de kwikcel-technologie, die niet langer als beste beschikbare techniek wordt erkend, in de chlooralkali-industrie beleid. Bij de overschakeling op andere productieprocédés zullen er aanzienlijke hoeveelheden metallisch kwik vrijkomen. Wanneer dit kwik zich voor uiteenlopende (deels illegale) toepassingen over de hele wereld zou verspreiden, zou een milieuprobleem dat binnen de Gemeenschap al is opgelost, zonder meer naar de wereld buiten de EU worden verschoven. De voorgestelde verordening houdt dan ook een noodzakelijke aanvulling op de IPPC-richtlijn in om wereldwijd negatieve neveneffecten van de eliminatie te voorkomen.
Er wordt specifieke aandacht besteed aan de verenigbaarheid van het uitvoerverbod met de WTO-voorschriften . In artikel XI van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) worden beperkingen voor de invoer, de uitvoer en de verkoop voor uitvoer verboden. Krachtens artikel XX van de GATT zijn afwijkingen van de algemene voorschriften van de overeenkomst mogelijk om een aantal beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Daarom wordt in de effectbeoordeling (hoofdstuk 6.11) gedetailleerd geanalyseerd of de voorgestelde maatregelen in het kader van artikel XX van de GATT (algemene uitzonderingen) te motiveren zijn.
Afgezien van de strikt juridische analyse dient te worden opgemerkt dat de Commissie systematisch werkt aan de verbetering van haar contacten met derde landen die relevant zijn als producent, gebruiker en exporteur van kwik en/of waar zich problemen in verband met kwikverontreiniging voordoen. Op 26/27 oktober zal in Brussel een internationale conferentie over kwik worden gehouden met een aanzienlijke deelname van buiten de EU en hier zal ruim vóór de 24e vergadering van de Raad van beheer van het UNEP in 2007 worden gewerkt aan een extra impuls voor internationale onderhandelingen, ook over handelsaspecten. Deze vergadering zal een gelegenheid bieden om verder te werken aan de uitvoering van het kwikprogramma van het UNEP.
2. Resultaten van overleg met de betrokken partijen en effectbeoordelingen
2.1 Overleg
Gedurende de hele voorbereiding van de strategie van de Gemeenschap voor kwik is er uitgebreid overleg met de stakeholders gevoerd. Zie voor een overzicht hoofdstuk 11 (blz. 61 e.v.) van de uitgebreide effectbeoordeling bij de strategie.
Daarnaast is op 8 september 2005 in Brussel nog een vergadering met de stakeholders gehouden. Daarvoor is een groot aantal betrokken partijen uitgenodigd, zoals de lidstaten, de industrie en NGO's op het gebied van milieu en gezondheid. De stakeholders hebben onder andere de volgende bijdragen geleverd[9]:
- Informatie over de juridische situatie in de hele Europese Unie, over afvalstromen van kwik en over de recycling en terugwinning van kwikhoudende producten (verstrekt door de lidstaten). Deze bijdragen hebben nuttige informatie opgeleverd over de kwikstromen en de beschikbaarheid van kwik in de Europese Unie zowel voor als na het voorgestelde uitvoerverbod.
- Tijdens de vergadering met de stakeholders heeft de Commissie het ontwerp voor de geplande wetgeving gepresenteerd en om feedback gevraagd over de precieze werkingssfeer van het uitvoerverbod (metallisch kwik, verbindingen) en over de opslagverplichting (alleen metallisch kwik uit de chlooralkali-industrie of ook uit andere bronnen), alsmede de nodige wijzigingen in de richtlijn over het storten van afval en andere afvalwetgeving. De Commissie heeft ook om aanvullende informatie gevraagd over de terugwinning/recycling van kwik. Er zijn aanvullende vergaderingen gehouden met Spanje, de meest betrokken lidstaat, en Eurochlor om het voorgenomen instrument en het convenant met de chlooralkali-industrie te bespreken.
De tijdens het overleg ontvangen informatie is in de effectbeoordeling opgenomen.
Effectbeoordeling
Voor de mededeling over een strategie van de Gemeenschap voor kwik is al een uitgebreide effectbeoordeling uitgevoerd, die als bijlage van de mededeling[10] is gepubliceerd. Hoofdstuk 6 van deze uitgebreide effectbeoordeling (blz. 20 e.v.) is ook relevant voor dit voorstel. Daarnaast is een aanvullende effectbeoordeling uitgevoerd die als bijlage bij dit voorstel is opgenomen.
Inhoudsopgave
Rechtsgrondslag
Het voorstel bestaat uit twee delen: enerzijds een uitvoerverbod voor metallisch kwik en anderzijds een verplichting om kwik op een voor de gezondheid van de mens en het milieu veilige manier op te slaan. Voor het uitvoerverbod zou artikel 133 van het EG-Verdrag de juiste rechtsgrondslag zijn, ook al wordt de maatregel ingegeven door doelstellingen inzake het behoud, de bescherming en de verbetering van de kwaliteit van het milieu en de bescherming van de gezondheid van de mens en niet door handelsbeleid-overwegingen. Het tweede onderdeel, de opslagverplichting met de daaruit voortvloeiende informatie- en rapportageverplichtingen, wordt duidelijk ingegeven door milieubeleid-overwegingen, zoals vastgelegd in artikel 175 van het EG-Verdrag. Overeenkomstig de recente arresten van het Hof van Justitie in de zaken C-94/03 en C-178/03 over de goedkeuring van het Verdrag van Rotterdam en Verordening (EG) nr. 304/2003 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen is het voorstel gebaseerd op zowel artikel 133 als artikel 175 van het EG-Verdrag. Zowel het Verdrag van Rotterdam als Verordening nr. 304/2003 wordt gekenmerkt door een combinatie van milieu- en handelsbeleidaspecten die sterk lijkt op de kenmerken van dit voorstel.
Subsidiariteit en evenredigheid
Kwik is een stof waarvoor de voorschriften van de interne markt gelden en als het als afval wordt beschouwd, valt het onder de communautaire wetgeving inzake afval. De in dit rechtsinstrument opgenomen maatregelen moeten derhalve ook op communautair niveau worden genomen en kunnen niet aan de lidstaten worden overgelaten.
De mogelijkheden voor opslag/verwijdering zullen wellicht, afhankelijk van de lokale milieusituatie, van land tot land verschillen. Daarom worden de gedetailleerde voorschriften voor opslag of verwijdering aan de lidstaten overgelaten, al zijn er ook enkele algemene normen waaraan moet worden voldaan.
De in deze verordening opgenomen maatregelen zijn ook nodig om aan de doelstellingen van de afvalstrategie te voldoen. Ze voorkomen enigerlei vorm van microbeheer die qua evenredigheid als problematisch zou kunnen worden beschouwd.
Keuze van instrumenten
Aangezien de maatregel beperkt blijft tot enkele ongecompliceerde verplichtingen (uitvoerverbod, opslagverplichting, rapportage en uitwisseling van informatie) zijn er geen uitvoeringsmaatregelen op lidstaatniveau nodig. Daarom is als instrument gekozen voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad. Een gedetailleerde regeling voor de opslag wordt aan een convenant met de industrie overgelaten.
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.
Het voorstel neemt de beginselen van 'Betere wetgeving' in acht. Er is gestreefd naar een korte en duidelijke tekst en mogelijke grijze gebieden waar een tegenstrijdige interpretatie mogelijk is, zijn zoveel mogelijk vermeden. Bij de keuze van de terminologie is gestreefd naar samenhang met bestaande wetgeving van de Gemeenschap. Het voorstel bevat negen artikelen.
In artikel 1 is het verplichte uitvoerverbod opgenomen en wordt overeenkomstig de kwikstrategie de werkingssfeer en een datum vastgesteld. Onder het verbod valt metallisch kwik, qua hoeveelheid verreweg de belangrijkste stof in vergelijking met kwikverbindingen en kwikhoudende producten.
Over de datum voor de inwerkingtreding van het uitvoerverbod voor kwik is tijdens de bespreking van de kwikstrategie in het Europees Parlement en de Raad al een stevige discussie bij deze twee instellingen gevoerd. De Commissie heeft besloten voor dit voorstel de datum te kiezen die de meeste kans maakt om de steun van een meerderheid van de lidstaten en van andere stakeholders te krijgen.
Artikel 2 bevat de opslagverplichting en bepaalt de werkingssfeer daarvan. Onder deze verplichting vallen de drie meest relevante bronnen van metallisch kwik in de Gemeenschap. Er is voor de term 'opslag' gekozen, omdat 'verwijdering' in de afvalwetgeving van de Gemeenschap een specifieke term is (zie artikel 1, onder e), van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen, zoals gewijzigd). De opslagverplichting geldt voor kwik, ongeacht of de stof al dan niet als afval is ingedeeld. Onder opslag vallen in deze context niet alleen opties op korte tot middellange termijn, maar ook opties op lange termijn (die onder verwijdering kunnen vallen). Qua tijdstip is dit onderdeel gekoppeld aan de inwerkingtreding van het uitvoerverbod voor metallisch kwik.
De formulering 'dat niet langer in de chlooralkali-industrie wordt gebruikt' houdt in dat de overdracht van kwik van de ene chlooralkali-installatie naar een andere installatie binnen de Gemeenschap mogelijk blijft.
Deze bepaling wordt aangevuld met een convenant met de chlooralkali-industrie. Daarin verplicht de branche zich ertoe om kwikoverschotten voor opslag uitsluitend naar hooggekwalificeerde bedrijven te transporteren, teneinde een adequate insluiting te waarborgen, en gegevens over kwikstromen bij de Commissie in te dienen. In het artikel wordt dan ook niet op de details ingegaan. Artikel 4 bevat echter aanvullende voorschriften voor opslaginstallaties.
Artikel 3 verduidelijkt het raakvlak met bestaande afvalwetgeving. In het huidige rechtskader zou opslag van metallisch kwik (dat vloeibaar is) op enigerlei stortplaats strijdig zijn met artikel 5, lid 3, onder a), van Richtlijn 1999/31/EG. Daarom is een uitzonderingsbepaling nodig. De grenswaarden voor uitloging en andere criteria die onder punt 2.4 van Beschikking 2003/33/EG tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen worden vastgesteld, die voor korrelvormig afval gelden, kunnen niet op vloeibaar kwik worden toegepast.
Daarom bevat artikel 3 een afwijking van deze bepalingen voor twee specifieke opslagmogelijkheden voor metallisch kwik, namelijk ondergrondse opslag in daarvoor aangepaste zoutmijnen en tijdelijke opslag in specifieke installaties daarvoor, die – onder de juiste voorwaarden – als veilig voor de gezondheid van de mens en het milieu kunnen worden beschouwd. De afwijking voor installaties 'die uitsluitend bestemd zijn voor en uitgerust zijn voor de tijdelijke opslag van metallisch kwik voordat dit definitief wordt verwijderd' maakt het mogelijk technologie te ontwikkelen voor innovatieve oplossingen voor de verwijdering van kwik in niet-vloeibare vorm. Het 'gewoon' storten van vloeibaar kwik blijft illegaal.
Aangezien punt 2.4 van Beschikking 2003/33/EG van de Raad niet voor ondergrondse opslag geldt (zie punt 2.5), maakt artikel 3 verschil tussen deze twee mogelijkheden.
Aangezien deze bepaling niet alleen voor metallisch kwik uit specifieke bronnen geldt, kunnen de lidstaten die dit willen ook metallisch kwik uit andere bronnen in ondergrondse of andere gespecialiseerde installaties opslaan.
Er dient te worden benadrukt dat voor metallisch kwik, wanneer dit als afval wordt beschouwd, uiteraard de algemene bepalingen blijven gelden van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen en – voorzover het om grensoverschrijdende transporten binnen de Gemeenschap gaat – van Verordening (EG) nr. 259/93 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap.
Gelet op de specifieke kenmerken van metallisch kwik en aangezien wellicht slechts een beperkt aantal installaties in aanmerking zal komen voor de opslag van metallisch kwik, lijkt het niet terecht op grond van de beginselen van nabijheid, voorrang voor nuttige toepassing en zelfverzorging bezwaar te maken tegen transporten van kwik dat als afval wordt beschouwd. Er moet worden opgemerkt dat het de bedoeling van deze verordening is om te voorkomen dat het betrokken kwik opnieuw op de markt komt, hetgeen nuttige toepassing een ongewenste optie maakt. Daarom wordt een afwijking van de bepalingen van de nieuwe verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen voorgesteld.
Artikel 4 is een aanvulling op artikel 2. Het voegt enkele gedetailleerdere voorschriften voor de toepassing van de twee opties voor opslag toe. Er wordt met name gesteld dat er een adequate veiligheidsbeoordeling moet worden uitgevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met de aard van de stof. Tevens worden er minimale eisen gesteld aan de inhoud van de vergunning. Dit zal garanderen dat het kwik zelfs zonder een convenant met de industrie veilig wordt behandeld.
Artikel 5 bepaalt dat er een door de Commissie georganiseerde uitwisseling van informatie tussen de betrokken stakeholders moet worden opgezet. Dit maakt een snelle signalering van en flexibele reacties op nieuwe ontwikkelingen op het gebied van kwiktoepassingen en -stromen mogelijk. De informatie-uitwisseling mag niet beperkt blijven tot alleen metallisch kwik, maar moet ook gelden voor kwikverbindingen en kwikhoudende producten.
Artikel 6 bevat enkele rapportageverplichtingen voor de lidstaten. Er wordt bepaald dat de lidstaten een afschrift van elke vergunning die aan een installatie voor de opslag van kwik wordt verleend, bij de Commissie indienen. Tevens moeten de lidstaten de Commissie uiterlijk drie jaar en vijf maanden na de inwerkingtreding van het uitvoerverbod op de hoogte stellen van de effecten van het instrument. De Commissie kan deze informatie al in een eerdere fase van de lidstaten verlangen. Zo is een snelle en effectieve reactie op mogelijke onverwachte marktontwikkelingen mogelijk. Er dient te worden opgemerkt dat het niet de bedoeling is de lidstaten te verplichten tot een periodieke rapportage.
Artikel 7 bepaalt dat de Commissie de toepassing van de verordening en de effecten daarvan op de markt evalueert en uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van het uitvoerverbod verslag uitbrengt. Deze evaluatie zal gebaseerd zijn op de door de lidstaten ingediende informatie. Ook andere informatiebronnen die wellicht beschikbaar zijn, zullen daarbij worden gebruikt.
Artikel 8 bepaalt dat de Commissie verslag uitbrengt over internationale ontwikkelingen op het gebied van kwik, met name over de multilaterale onderhandelingen over aspecten van vraag en aanbod die wellicht de komende jaren van start gegaan. Daardoor kan de samenhang tussen mondiale en communautaire maatregelen worden gevolgd met het oog op een optimaal profijt voor het milieu.
Artikel 9 is standaardtekst voor de inwerkingtreding van het instrument.