Toelichting bij COM(2008)132 - Goedkeuring van het Protocol betreffende strategische milieueffectrapportage bij het VN/ECE-verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband van 1991

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het uit 1991 daterende Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband van de VN/ECE (het Verdrag van Espoo) heeft, voortbouwend op bestaande MER-wetgeving, procedures ingesteld voor het raadplegen van partijen die getroffen kunnen worden door grensoverschrijdende milieueffecten van voorgestelde projecten. Het verdrag is in werking getreden in 1997. De Europese Gemeenschap heeft het ondertekend op 26 februari 1991 en geratificeerd op 24 juni 1997. De voornaamste bepalingen van het verdrag zijn opgenomen in Richtlijn 97/11/EG.

Het vermogen om negatieve milieueffecten te voorkomen op projectniveau kan worden beperkt door reeds in het kader van plannen of beleid genomen besluiten. Om deze reden wordt algemeen aanvaard dat een soortgelijk proces van rapportage op deze niveaus moet worden uitgevoerd. Dit proces is algemeen bekend onder de naam strategische milieueffectrapportage (SMER). Met het oog hierop moesten de partijen krachtens het Verdrag van Espoo reeds trachten voor zover nodig de beginselen van milieueffectrapportage toe te passen op beleid, plannen en programma's.

De EU-wetgeving inzake SMER is opgenomen in Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's (de SMER-Richtlijn). De SMER-Richtlijn is van toepassing op een ruime categorie plannen en programma's, en bevat gedetailleerde eisen voor het beoordelen van en rapporteren over de milieueffecten van die plannen en programma's. De richtlijn bevat een bepaling over grensoverschrijdende effecten die op het Verdrag van Espoo is geïnspireerd.

De vijfde ministersconferentie 'Milieu voor Europa' die in mei 2003 in Kiev, Oekraïne, werd gehouden heeft haar goedkeuring gehecht aan het Protocol betreffende strategische milieueffectrapportage bij het VN/ECE-Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband van 1991 (SMER-Protocol). De Commissie heeft het SMER-Protocol op 21 mei 2003 namens de Europese Gemeenschap ondertekend.

De doelstellingen van het protocol zijn opgenomen in artikel 1. De doelstellingen zijn: zorgen voor een hoog niveau van bescherming van het milieu, inclusief gezondheid, en erop toezien dat deze doelstellingen worden opgenomen in maatregelen en instrumenten ter bevordering van een duurzame ontwikkeling.

De materiële verplichtingen van het protocol zijn in drie groepen in te delen.

In de eerste plaats zijn er de algemene bepalingen betreffende bijstand en voorlichting van het publiek, erkenning van en steun aan betrokken verenigingen, bevordering van de doelstellingen van het protocol op internationaal niveau en van de rechten van personen die hun rechten uitoefenen krachtens het protocol om niet te worden bestraft of gediscrimineerd op grond van staatsburgerschap enz.

In de tweede plaats zijn er de bepalingen die betrekking hebben op de milieueffectrapportage over bepaalde plannen en programma's. Deze zijn in twee groepen ingedeeld; een groep (artikel 4, lid 2) waarvoor rapportage verplicht is behalve in enkele beperkte gevallen, en een groep (artikel 4, lid 3) waarvoor rapportage is vereist wanneer partijen van oordeel zijn dat zij significante effecten kunnen hebben. Er zijn gedetailleerde bepalingen betreffende de verschillende fasen van de milieueffectrapportage.

In de derde plaats bouwt het protocol voort op de bepaling betreffende beleid in het Verdrag van Espoo door eisen in te stellen inzake beleid en wetgeving. De partijen moeten trachten te verzekeren dat milieu-, inclusief gezondheidspreoccupaties voor zover nodig in overweging worden genomen en geïntegreerd bij de voorbereiding van beleid en wetgeving die significante effecten kunnen hebben op milieu, inclusief de gezondheid. Hierbij moeten zij de passende beginselen en elementen van het protocol in overweging nemen. Zij moeten in voorkomend geval de praktische regelingen in dat verband bepalen en aan de vergadering van de partijen verslag uitbrengen over hun toepassing van deze eisen. De Europese Commissie is, in overeenstemming met haar strategie inzake duurzame ontwikkeling en betere regelgeving, voornemens artikel 13 van het Protocol betreffende strategische milieueffectrapportage bij het Verdrag van Espoo uit te voeren via de effectbeoordelingsprocedures die zijn beschreven in de mededelingen over effectbeoordeling[1], die op evenwichtige wijze de economische, sociale en milieucomponenten van duurzame ontwikkeling benaderen.

Verwijzingen in het protocol naar het milieu gaan altijd vergezeld van de woorden inclusief de gezondheid. De menselijke gezondheid is reeds opgenomen in de elementen van het milieu waarover informatie moet worden verstrekt in het krachtens de SMER-richtlijn vereiste milieurapport. Het versterken van de verwijzingen in het protocol is bedoeld om extra gewicht te geven aan een aspect van het milieu dat vaak wordt veronachtzaamd in de huidige MER's. Het is niet de bedoeling dat een medische beoordeling wordt uitgevoerd. Dit is duidelijk uit de definitie van milieu-, inclusief gezondheidseffect , dat in wezen op dezelfde milieufactoren betrekking heeft als die welke volgens de richtlijn in de milieurapporten moeten worden behandeld.

Meerdere aspecten van de EU-dimensie verdienen aandacht. De EG en haar lidstaten hebben een voortrekkersrol gespeeld bij de ontwikkeling van het concept en de praktijk van de SMER en zij dienen hun steun te bevestigen door de ratificering van het protocol.

Na ratificatie zal de EG door de bepalingen van het protocol zijn gebonden voor zover haar activiteiten onder het toepassingsgebied van het protocol vallen. Indien de EG en de lidstaten het protocol zouden ratificeren, zou het door een voldoende aantal partijen (ten minste 16) zijn geratificeerd om in werking te treden.

Gelet op bovenstaande overwegingen verdient het aanbeveling dat de EG haar goedkeuring hecht (zie artikel 1) aan het protocol betreffende strategische milieueffectrapportage bij het Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband.