Toelichting bij COM(2008)753 - Machtiging van Tsjechië en Duitsland af te wijken van artikel 5 van de btw-richtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna 'de btw-richtlijn' genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

Bij brieven, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 19 mei 2008, hebben de Tsjechische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland verzocht afwijkende maatregelen te mogen toepassen in verband met de bouw en het onderhoud van grensbruggen die deel uitmaken van de respectieve wegennetten van de twee landen.

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 2 oktober 2008 van de verzoeken van de Tsjechische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland in kennis gesteld. Bij brief van 7 oktober 2008 heeft de Commissie de Tsjechische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van de verzoeken.

Algemene context



Om het wegverkeer tussen hun twee landen te vergemakkelijken, hebben de Tsjechische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland besloten om een overeenkomst te sluiten voor de bouw (en het latere onderhoud) van één grensbrug en het onderhoud van tweeëntwintig andere bestaande grensbruggen. In deze overeenkomst willen zij bepalingen opnemen die afwijken van het in de btw-richtlijn neergelegde territorialiteitsbeginsel.

Krachtens de overeenkomst zullen de Tsjechische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland elk verantwoordelijk worden voor de bouw of het onderhoud van een aantal afzonderlijke bruggen. De overeenkomst bepaalt dat de btw van die lidstaat van toepassing zal zijn met betrekking tot de leveringen van goederen en diensten en intracommunautaire verwervingen van goederen voor de bouw of het onderhoud van een grensbrug, wanneer die lidstaat verantwoordelijk is voor de bouw of het onderhoud van die brug.

Wat de levering van goederen en diensten en de intracommunautaire verwervingen van goederen voor de bouw of het onderhoud van deze grensbruggen betreft, betekent dit dat het Tsjechische gedeelte van de grensbrug voor btw-doeleinden zal worden geacht zich op Duits grondgebied te bevinden wanneer Duitsland verantwoordelijk is voor de bouw of het onderhoud van de brug, en omgekeerd.

Krachtens de overeenkomst zal de Bondsrepubliek Duitsland verantwoordelijk worden voor de bouw en het onderhoud van één nieuwe brug en het onderhoud van veertien bestaande bruggen. De Tsjechische Republiek is verantwoordelijk voor het onderhoud van acht bestaande bruggen.

Volgens de normale regels moeten leveringen van goederen en diensten en intracommunautaire verwervingen van goederen in de Bondsrepubliek Duitsland op grond van het in de btw-richtlijn neergelegde territorialiteitsbeginsel aan Duitse btw worden onderworpen. Evenzo moeten leveringen van goederen en diensten en intracommunautaire verwervingen van goederen in de Tsjechische Republiek aan Tsjechische btw worden onderworpen. Bij toepassing van de normale regels dient rekening te worden gehouden met het grondgebied waarop de afzonderlijke werkzaamheden worden verricht om de precieze plaats van de belastbare handelingen vast te stellen.

De Tsjechische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland menen dat de toepassing van deze regels zou leiden tot aanzienlijke fiscale complicaties voor de bedrijven die de werkzaamheden in kwestie uitvoeren. Zij zijn van oordeel dat de fiscale bepalingen in de overeenkomst gerechtvaardigd zijn om de fiscale verplichtingen van de bedrijven te vereenvoudigen. De Commissie is het ermee eens dat een uniforme belastingheffing van de bouw- en de onderhoudswerkzaamheden in deze gevallen een vereenvoudiging zou betekenen voor de betrokken bedrijven, die de belastingregels gemakkelijker zullen kunnen toepassen dan wanneer de normale regels zouden gelden.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Reeds bij verschillende eerdere gelegenheden heeft de Raad lidstaten gemachtigd om van het territorialiteitsbeginsel af te wijken als het grensprojecten betreft.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU



Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Niet relevant.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Dit voorstel voor een beschikking strekt ertoe de belastingheffing van de bouw en het onderhoud van grensbruggen te vereenvoudigen, en kan bijgevolg een positief economisch effect sorteren.

Dit effect zal in ieder geval beperkt zijn gelet op de beperkte werkingssfeer van de derogatie.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Machtiging van de Tsjechische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland om af te wijken van de territoriale toepassing van de btw ter zake van de bouw en het onderhoud van grensbruggen tussen de twee landen.

Rechtsgrondslag



Artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.

Subsidiariteitsbeginsel



Overeenkomstig artikel 395 van de btw-richtlijn moet een lidstaat die van die richtlijn afwijkende maatregelen wil treffen, daarvoor machtiging krijgen van de Raad in de vorm van een beschikking van de Raad. Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

- De beschikking betreft een machtiging die aan lidstaten op hun eigen verzoek wordt verleend, en houdt geen enkele verplichting in.

- Gezien de zeer beperkte werkingssfeer van de derogatie is de bijzondere maatregel evenredig met het beoogde doel.

Keuze van instrumenten



Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn:

Overeenkomstig artikel 395 van de btw-richtlijn kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken indien de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een beschikking van de Raad is derhalve het meest geschikte instrument, aangezien een beschikking tot individuele lidstaten kan worden gericht.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.