Toelichting bij COM(2009)95 - Ondertekening en sluiting van een Overeenkomst met Israël betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten, inzake de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2, de bijlage bij Protocol nr. 1 en de bijlage bij Protocol nr. 2, en houdende wijziging van de associatieovereenkomst met Israël

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

In de artikelen 14 en 15 van de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds (hierna 'de associatieovereenkomst' genoemd), die op 1 juni 2000 in werking is getreden, is bepaald dat de Gemeenschap en Israël het onderlinge handelsverkeer van landbouwproducten en visserijproducten geleidelijk verder liberaliseren. In artikel 9, lid 4, van de associatieovereenkomst is voor de in de bijlagen II tot en met VI van die overeenkomst opgenomen verwerkte landbouwproducten de mogelijkheid van verdere wederzijdse tariefconcessies opgenomen.

Op 14 november 2005 heeft de Raad de Commissie toestemming gegeven onderhandelingen te voeren in het kader van de Euro-mediterrane overeenkomst met de Staat Israël, rekening houdend met de voortgang die Israël heeft gemaakt ten aanzien van het actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, om in de geest van het proces van Barcelona en overeenkomstig de beginselen van het Europees nabuurschapsbeleid en de conclusies van de Europees-mediterrane conferentie van de ministers van Buitenlandse Zaken in Luxemburg van 30 en 31 mei 2005 tot een verdere liberalisering van de onderlinge handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten te komen. In dit verband en op basis van de conclusies van de Euro-mediterrane ministersconferentie over landbouw in Venetië op 27 november 2003, moeten met name de volgende maatregelen een integrerend onderdeel uitmaken van het onderhandelingsproces: sanitaire en fytosanitaire maatregelen, de onderlinge aanpassing van technische normen en de harmonisatie van wetgeving, en de bescherming van geografische aanduidingen.

De Europese Commissie en Israël hebben de onderhandelingen op 19 juni 2006 in Tel-Aviv geopend en die aldaar op 30 april 2008 afgesloten, waarna het proces-verbaal van overeenkomst betreffende het bereikte akkoord op 18 juli 2008 in Brussel werd geparafeerd. De compensaties betreffende de uitbreiding van de Gemeenschap met Bulgarije en Roemenië maakten een integrerend onderdeel uit van de onderhandelingen. Voor de tenuitvoerlegging van de resultaten van de onderhandelingen met Israël stelt de Commissie de Raad voor artikel 7 te vervangen, artikel 9 te schrappen, de bijlagen I tot en met VI te schrappen, de titel van hoofdstuk 3 te wijzigen, artikel 10 te vervangen, de artikelen 12 en 13 te wijzigen, artikel 14 te vervangen, artikel 15 te schrappen en de Protocollen nrs. 1 en 2 en de bijlage bij elk van die protocollen te vervangen.

Verder zijn de partijen overeengekomen aparte besprekingen te voeren over de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen, waarover een gezamenlijke verklaring aan deze overeenkomst wordt toegevoegd.

Wat betreft sanitaire en fytosanitaire aangelegenheden moet Israël een fytosanitaire wet goedkeuren die met de internationale normen zoals die van de WTO en de OIE overeenkomt, voordat de hierbij gevoegde overeenkomst in werking treedt. Mocht dit echter niet gebeuren, dan zijn de partijen overeengekomen dat deze overeenkomst voor de producten die onder de Israëlische fytosanitaire wet vallen, niet eerder in werking treedt dan op de dag van kennisgeving door Israël van de inwerkingtreding van die wet.

De bedoeling van beide partijen is dat deze overeenkomst begin 2009 van kracht wordt.

Bijgevolg stelt de Commissie de Raad voor het bijgaande besluit goed te keuren.